Van de straat

 

Letterlijk zei Li: “De VEC is voor jou WritersBlocq, want de verhalen liggen op straat – je hoeft ze alleen maar op te rapen”.
Maar… dat gaat lastig. Ik heb namelijk een pak aan van zeven millimeter dik neopreen, van mijn kruin tot aan mijn uiteinden. Daar overheen zit ook nog een shortie van vijf millimeter dikte. Mijn vingers zijn beweeg- en gevoelloos door handschoenen van hetzelfde materiaal. Dikke schoenen en duikvinnen die aan mijn voeten bungelen zijn struikelblokken van de eerste orde. Het is een onbeschrijfelijk geheel dat onsamenhangend aanvoelt.
Dus bukken en verhalen oprapen? Zij is niet goed bij haar hoofd!

 

Het idee om te gaan duiken ontstond tijdens een vakantie in Egypte. Wij hadden daar een geweldige tijd en snorkelden zo vanuit ons bed de Rode Zee in, waarna we met een lekker boek op een strandbedje doken. De humorrijke, Belgische reisgids informeerde ons over een tweedaagse boottrip, een klein stukske verderop. Hij toonde foto’s van goddelijke lagunes en eilanden van koraal. ‘Je weet niet wat je ziet, zelfs niet met je ogen dicht. De plekskes zijn beperkt, dus wie wil moet rap boeken.’ Wij geloofden dit goedlachse, Belgische manneke en schreven ons ter plekke in.

 

Na een dodemansrit van tweeëneenhalf uur in een Egyptische minibus gevolgd door drie uur tobbedansen op de Rode Zee, was ons het lachen vergaan en die dekselse Belg vervloekt. Maar eenmaal bij de lagune snorkelden we met een ervaren gids langs murenes, prachtige roggen en kleurrijk koraal. We zagen een school barracuda’s en twee tonijnen.

 

Vervolgens maakte ik een echte proefduik, eigenlijk met grote weerzin. Want nee, ik ben niet zo’n typetje van harnassen en allerlei ‘gedoe’ aan mijn lijf. En onder water ademen door een automaat, die alles voor mij regelt? Wat als het fout gaat? Ik ging overstag door de duikers aan boord en mijn man – die dit zelf nóóit zou doen en net voor de vakantie onze levensverzekeringen had opgehoogd.
Nadat ik door mijn getreuzel rigoureus overboord werd gegooid, begon het feest. De ademautomaat werkte perfect, ik zakte af naar tien meter diepte, oren klaren ging prima en ik belandde in een wereld, zó mooi… ja, dit smaakte naar meer. Ik besloot om in Nederland een duikopleiding te volgen, die zou mij voorlopig wel van de straat houden.

 

De theorie is pittig, maar staat niet in verhouding tot de lastige praktijk. Het water is koud en zout. Het zicht is net zo slecht als je in een bord erwtensoep zou hebben. Zo heet het dan ook: Grevelings Erwtensoepzicht. De rechterarm van mijn instructeur zie ik nog net, terwijl ik aan die kant naast hem zwem. Zijn hoofd is, net als de rest van zijn lijf, opgegaan in de erwtensoep. Als een groen monster grijpt het om zich heen. Ik vind het maar niks – helemaal niks en als het pak niet zo strak om mijn kont had gezeten, dan had ik het in mijn broek gedaan van angst. Er ontstaat een draaikolk in mijn fles; de lucht die er onder hoge druk is ingeperst, zuig ik er met diezelfde noodgang weer uit.

 

Ietsje dieper is het zicht goed. Opgelucht geef ik het ‘OK-teken’ aan mijn buddy en ik ontspan. Prachtige Noordzeekreeft, enorme krabben, een kleine spinkrab en een zeester die een poot mist schieten aan mijn blikveld voorbij. Mosselen, oesters en zelfs een paling! Ik kom uiteindelijk helemaal tot rust, raak in een soort yogastemming en geniet.

 

Duiken is leven in het hier en nu. Het is een hoop gedoe; er is geen ruimte voor piekeren over wat gisteren was of wat morgen komt. Ik ben eraan verknocht geraakt en heb er een schitterende hobby bij, die mij wekelijks verrijkt met de mooiste verhalen, zonder dat daar een woord voor nodig is. Duikers doen het namelijk met handgebaren.

Maar mannelijke duikers? Daar begrijp ik geen bal van. Tijdens het omkleden na de duik praten zij luidkeels over de mooiste, de dikste en de meest goddelijke. Zodra de ademautomaat uit hun bakkes is gehaald lijkt het alsof de tijd, die zojuist nog in de rust en de stilte van het hier en nu is doorgebracht, moet worden ingehaald. Tussen al die blabla door geef ik mijn ogen de kost. Piemeltjes, minuscuul als Hollandse garnaaltjes, hangen verscholen in een zielig bosje schaamhaar. Ik trek mijn koppie scheef – lééft dat?!? Waar is dat mooie, dikke en goddelijke gebleven na een stief halfuurtje in het water?

Hee wacht… valt er nou eentje op de grond? Het is te klein om met handgebaren te duiden. Ik probeer het op te rapen, maar verlies mijn balans en val met mijn platte bek op de keien van de kade.

Categorieën: VEC

Pauline

Talent voor tekst, taal en verhaal

22 reacties

Sagita · 1 februari 2016 op 00:40

Je hebt ondanks het ongemak toch nog een mooi verhaal van de keien opgeraapt! Leuk hoor!
groet Sa!

    WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:08

    Hee Sa dank je wel voor je leuke reactie 🙂

troubadour · 1 februari 2016 op 06:55

Eens met Sagita. Je verhaalt iets royaler en minder krampachtig dan de gemiddelde schoonschrijver en dat maakt je werk tot een verademing!

    WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:09

    Oei troubadour, bijna *bloosmodus*. Leuke reactie, dank je wel 😀

Mien · 1 februari 2016 op 07:17

In de plons. Zwemmen in soep en in heerlijke bouillon. De vangst? A shrimp … In de wondere wereld van WB Cousteau. Mooi en welcome back!

    WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:10

    Dank je Mien, dank je! Wat leuk dat je ook al hebt gelezen. En hee, fijn dat jij er ook nog bent. Ben ik niet de enige fossiel hier 😛 haha

Mosje · 1 februari 2016 op 10:04

WB’tjes blok opgeheven, hoera 😉
Mooi verhaal, en je hebt voor elkaar dat ik voorlopig geen erwtensoep eet.

    WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:11

    Ah Mosje, kan ik niet trakteren op een huisgemaakte waar je lepel rechtop in staat, en dan met een sneetje roggebrood met biologisch katophetspek ehhh katenspek?
    En ja, schrijvelarijtje ging best vlot (althans, het begin was er zo. En toen redigeren en zoooo… zucht… maar leuk om te doen!)

Li · 1 februari 2016 op 12:52

Humor, educatie, zelfspot etc. gaan hand in hand in deze column. Ik lust wel pap van dit soort ‘snert’ verhalen!

Esther Suzanna · 1 februari 2016 op 18:53

Geweldig én humorvol geschreven.. dacht even dat er échte garnalen achter waren gebleven.. ??

    WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:14

    Hahaha Esther Suzanna, je was al bijna gaan pellen… ik zie het voor me! 😀

WritersBlocq · 1 februari 2016 op 23:13

Ha die Li, wat een leuke reactie ook van jou. Ja, een ‘snertverhaal’, dat is het wel af en toe in het eggie ook hoor, dat duik(el)en… had ook nog als titel gekund. Volgende keer het vervolg met die titel?

Odette · 2 februari 2016 op 08:28

Duiken in snert. Ik vínd het 😉
Leuk verhaal! Krijgen we ook nog een opsomming van gevonden voorwerpen, behalve de garnaaltjes aan de kant? (meesterlijk gevonden)

    WritersBlocq · 7 februari 2016 op 13:46

    Ik zal er eens induiken Odette 😉 dank je wel voor je leuke reactie, groetjes WritersBlocq.

arta · 3 februari 2016 op 12:50

Jij vist verhalen gewoon uit de zee! 🙂

Fijn om je weer te lezen, je leest nog steeds lekker!

    WritersBlocq · 7 februari 2016 op 13:47

    Hela! Dank je arta, voor het fijne compliment 🙂 Liefs, van mij XXX

pally · 3 februari 2016 op 16:06

Lekker verhaal WB, de aspecten lekker losjes en met humor opgedist
Welkom terug in dit gezelschap!

    WritersBlocq · 7 februari 2016 op 13:48

    Erg leuk om te lezen pally, en dank je wel voor het welkom terug 🙂 doet goed. Fijn dat jij er ook nog steeds bent, ouwe taaie hier in middels, LOL 😀

pepe · 19 februari 2016 op 21:14

Wat een heerlijk leesvoer weer, stiekem hoop ik ook de pen weer eens te laten schrijven. Verhalen genoeg in mijn hoofd.
xxx

WritersBlocq · 20 februari 2016 op 15:34

Hela Pepe, wat leuk! Het lijkt wel een reünie. Schrijf maar lekker hoor, neem de titel ‘Reünie in de ruïne’, want dat is wat er van CX nog over lijkt te zijn. Mooie, oude tijden herleven en wij waren er onderdeel van. Onkruid vergaat niet 🙂

Liefs, Pauline.

    Meralixe · 20 februari 2016 op 16:28

    Pauline? mag ik Pauline zeggen?
    Daar waar anderen de laatste dagen bezig zijn met het zoeken naar oplossingen probeer jij enkel maar het mes wat dieper in de rug te ploffen.
    Onkruid vergaat wel! Het ga je goed.

Mien · 20 februari 2016 op 16:32

Misschien is ze wel ingevlogen Merel. Via het Smoelenboek? Pas maar op!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder