“Het is gewoon een waardeloze zak! En wie dat niet ziet, heeft stront in zijn ogen! Dat roep ik hard!” Het is lunchpauze, en het grote woord is er uit bij Chris, een collega van Dirk van Baele. Dirk voelt zich er een beetje ongemakkelijk bij. Hij is zojuist in de bedrijfskantine bij Chris aan tafel geschoven, maar heeft gelijk spijt. “Ja, je hebt d’r hier wel een paar bij,” reageert Dirk voorzichtig. “Zeker,” briest Chris en gaat verder. “Zeker heb je d’r hier wel een paar bij! Allemaal even onbeschoft en lomp. Die doen voor elkaar niet onder. Vooral die Piet natuurlijk, en dan die Bert en die Heidi. Altijd elkaar steunen, ja zeg maar gerust elkaar dekken, om hun eigen cultuurtje in stand te houden. Als er een van dat stelletje kloothommels een onbeschofte opmerking naar een collega durft te maken, wordt ie gelijk gesteund door de andere twee uit dat complot. Gadverdemme! Soms lijken het wel een stelletje papegaaien, zoals ze elkaar napraten. Moet je maar eens opletten, als iemand van ons zegt dat iets wit is, en een van dat gajes trio zegt dat het zwart is, dan vinden die andere twee ook dat het zwart is. Gegarandeerd!”

Chris krijgt het er zichtbaar warm van. “Ze zorgen gewoon dat ze altijd nóg lomper en onbeschofter zijn dan iemand van ons.” “Tja,” probeert Dirk, “Je moet ze eigenlijk een beetje kennen. En Piet is niet de gemakkelijkste, dat is bekend. Als eenling valt er gewoon niet tegen te vechten. Je zou jezelf tot hun niveau kunnen verlagen, maar dat moet je ook maar willen. Het is precies wat je zegt: Heb je er een tegen, dan heb je ze allemaal tegen. Ze hebben gewoon een angstcultuur ontwikkeld. Maar vergeet niet; er zijn ergere dingen. Is het misschien iets om er eens met de ‘vertrouwenspersoon’ over praten?” “Vertrouwenspersoon? Ha!” Chris lacht. “Laat me niet lachten. Die durft er helemáál niets van te zeggen. Die huilt met de wolven in het bos!“

Chris doet er nog een schepje bovenop. “Ik zal het nog spannender vertellen! Als ik ’s morgens hier binnenkom, en goeie morgen zeg, doet Piet alsof hij mij niet hoort. En ‘s avonds zegt hij goeie avond tegen iedereen, behalve tegen mij. Wat een vuile hond! En laatst tijdens de lunch; ging ik bij hem aan tafel zitten. De mongool staat zo op van tafel, pakt zijn dienblad, en loopt aan, zonder iets te zeggen!” Zo kinderachtig! Maar wel slijmen, vrijdagavond voordat we naar de bar gaan. Daar zien ze mij ook niet meer. Ik zal met die achterlijke dweil aan de bar gaan staan. Nog niet misschien!” Ja, en slijmen dat kan hij. Ik heb het zelf gezien, hoe hij op zijn verjaardag gefeliciteerd en gekust werd door de vrouw van de baas en dat deze hem nog eens extra over zijn arm aaide. Zo van: jij bent voor mij echt de bovenste beste. Waren ze maar allemaal zoals ons Pietje hier. Wow! Die arm van hem wordt met de dag bruiner en bruiner. Liefst gaat hij er tot zijn oksel in! Wat een schapenzak is dat. Tegen anderen de joviale vent uithangen, maar ondertussen. Gruwellendig! Wat een volk. Chris haalt diep adem. “Zo, dat moest ik even kwijt. “Maar nu serieus. Hoe gaat het bij jou op de afdeling?”

 

Categorieën: Algemeen

G.van Stipdonk

Gerard van Stipdonk. Mijn motto: Wie schrijft die blijft.

4 reacties

Nummer 22 · 6 augustus 2017 op 14:05

Da’s balen zeg!

    G.van Stipdonk · 7 augustus 2017 op 12:47

    Dat bedoel ik! Bedankt voor deze bondige samenvatting.

NicoleS · 6 augustus 2017 op 15:08

Gezellig daar zeg. Klinkt als een normale werkdag ?

G.van Stipdonk · 7 augustus 2017 op 12:48

Het ís een normale werkdag. Maar zoals van Baele al aangeeft: er zijn ergere dingen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder