Zorg

Meneer Bakker zit achter de geraniums. Alweer. Buren proberen een glimp van hem op te vangen en sommigen steken hun hand op. De nieuwsgierige buurvrouw van nummer 4 klampt een voorbijganger aan. Tijdens het kletsen schudden ze hun hoofd en loeren schichtig naar zijn raam. Hij zwaait. Beschaamd wuiven ze terug.

Casanova’s

“Filippijnse vrouwen, die vind ik het lekkerst. Zo’n klein slank poppetje met ravenzwart haar, een bruin velletje en ogen als kooltjes. Die lijken altijd jong te blijven; ook al zijn ze dik in de vijftig. Dan is het net alsof je altijd een jong strak wijfje hebt.”

Dagboek van ellende

De scholen zijn weer begonnen. Ouders zwaaien hun kroost opgelucht gedag en met een flinke bult rugzak verdwijnen ze uit zicht. De inhoud van die rugzakken laat zich gemakkelijk raden. Pasgekafte boeken, een welgevuld etui met gloednieuw schrijfgerei, onbeschreven schriften, iets lekkers voor in de pauze en een spiksplinternieuwe schoolagenda.

Louche douche

Aarzelend, en een tikkeltje nieuwsgierig, stap ik de doucheruimte van de camping binnen. Het is altijd spannend wat je in een dergelijk hokje aantreft. Ik kijk rond en constateer tot mijn grote vreugde dat het er vandaag acceptabel uitziet. Dit keer geen bungelende tampon aan de kledinghaak of een achtergelaten onderbroek op het zitbankje.

Rook-Worst

Het ouderwetse Anton Pieckwinkeltje, dat tussen de moderne Belgische grootwinkelbedrijven staat ingeklemd, is een lust voor het oog. De ontelbare butsen in de houten kozijnen zijn weggestopt onder een dikke donkerbruine laklaag. De tand des tijds heeft wel geknabbeld maar niet gebeten.