In de schemering

Het meisje glimlacht vriendelijk, maar wat onzeker. Ze lijkt verdwaald en kijkt schuchter om zich heen. Ik kijk haar aan en zie een twinkeling in haar ogen. Ze doet me aan iemand denken, maar ik kan haar niet plaatsen.

Leo’s eenzaamheid

Aan de rand van het weiland liggen Leo de schele spitsmuis en Simon de boktor op hun rug in het mos. De boktor kauwt op een grassprietje en Leo kijkt verdrietig naar de wolken.
‘Ik voel me eenzaam’, zegt Leo tegen zijn vriend de boktor.

Vogelaarwijk

Een enorme zwerm spreeuwen heeft de lindeboom aan het begin van de straat gekraakt.
Was het gisteren nog rustig op dat plekje en zaten er wat kauwtjes en duiven te wachten op de bevoorradingsauto van de bakker, vandaag is het een drukte van jewelste en vliegen de spreeuwen af en aan.
De vaste bewoners van deze stek zitten nu een boompje verder en bekijken de vreemdelingen met argusoogjes.

Willy’s droom

‘En nu?’
‘Ja, dat weet ik niet’.
‘Hoe lang staat hij hier al zo?’
‘Ja, dat weet ik ook niet, maar zeker sinds vanmorgen’.
‘En als je eens op zijn huisje tikt?’
‘Nee, tikken helpt niet. Heb ik al geprobeerd’.