Een groot leider

“Zo. Dat was het dan voor vandaag. De zaak is weer een beetje toonbaar. Morgen ruim ik de rest wel op.” Ik was bekaf. Ik had het nog nooit zo druk gehad. Het leek wel alsof een wervelwind door mijn winkel was getrokken. Winkel is overigens een groot woord voor het halletje met golfplaten dak, waar ik een paar marktkraampjes had geplaatst waarop ik partijen koopwaar kon uitstallen.

Klaagmuur

Boos en angstig zijn helpen niet, in de aanloop naar een drastische verbouwing. Toch word ik iedere dag overvallen door paniekmomenten. Ogenblikken waarop ik het niet meer zie zitten en overmand word door verdriet. Gevolgd door een korte gedachte in mijn hoofd, die me vertelt dat het tijd is voor koffie, of voor een sigaret.

Zwerfvuil

Van een loeiende politiesirene schrikt ze niet meer. Sinds de regering heeft besloten om hangjongeren harder aan te pakken is dat schering en inslag. De politie rukt tegenwoordig na elke klacht meteen met groot materieel uit. Zelf heeft Ina meer last van de scheurende politiewagens dan van de jeugd. Al hoort ze de auto’s gelukkig wel aankomen. Ze schrikt vaker van de fietssurveillances als ze het zwerfvuil in de buurt opruimt. Agenten te fiets scheuren vaak totaal onverwacht vlak langs haar heen.

Lazy summer

Je kent ze vast nog wel, die hete zomers met die drukkende warmte. Ik loop bijvoorbeeld door de polder en de zon schijnt brandend. Zweetdruppels parelen langs m’n hoofd en lichaam en banen zich een weg naar beneden. De weinige kleding die ik draag kleeft overal aan vast.

Opschudden

Tot voor kort was ik voorzichtig enthousiast over de bouwplannen. Wanneer iemand vroeg: “En? Wanneer gaan jullie beginnen?” antwoordde ik dapper “Eind mei, half juni.” Langzaam aan raakte ik gewend aan het idee van een tijdje kamperen in de huiskamer en voorzichtig werd ik zelfs een heel klein beetje blij.