Nooit heb ik geloofd in spoken, geesten of elfjes die je gebit leeg roven. Tot een week geleden. Ik werd zomaar wakker en keek naar de deur. Daar stond een man waar ik normaal gesproken als een doorgehakte boom voor zou vallen. Maar er was iets aan hem wat me ook angst inboezemde. Hij was onmenselijk bleek, alsof hij zojuist uit zijn graf was komen lopen richting mijn slaapkamer. De kans dat het een vampier was kon ik snel uitsluiten, omdat ik anders allang al was leeggezogen. Ik vroeg hem wat hij kwam doen. ‘Dat weet je al. Je hoeft me alleen nog maar te volgen.’ Nu ben ik ook weer geen afgericht teefje, maar om een of andere mysterieuze reden volgde ik hem. In plaats van de normale gang na mijn kamer, was er een heel donkere, lange tunnel. Ik verwachtte dat ik elk moment afgeschoten kon worden, zoals in een wilde achtbaan of zoals een konijn afgeschoten wordt. Maar geen van beide gebeurde. ‘Wat is dit? Het einde van de wereld?’. Hij legde zijn vingers tegen mijn lippen alsof ik ze kon voelen, maar voelde mij wel meteen vreemd kalm. Een kalmte die ik al in geen jaren meer gevoeld had.
Ineens zag ik foto’s van momenten uit mijn armzalige leven. De eerste minuut zag ik liefde, geluk, onwetendheid, lichte kleuren, waardevolle mensen, mooie momenten, plezier, gelach, rust Daarna verdwenen ze weer en kwamen er andere foto’s voor in de plaats. Geen minuut, maar wel een uur lang. Daar waren immers veel meer momenten van. Haat, ergernis, irritaties, ongeluk, tegenslagen, gebroken harten, teleurstelling, waanzin, onrust, lawaai, somberheid, donkere kleuren, tranen, frustratie, boosheid, wanhoop. ‘Wat wil je in godsnaam hiermee zeggen? Dat mijn leven werkelijk zo treurig is als ik altijd al gedacht heb? Dat de gelukkige momenten in het niets verdwijnen in tegenstelling tot alle armzalige momenten? Dat het ongeluk het geluk laat verdrinken? Dat ik iets moet doen? Niets meer moet doen? Zeg het me!’
En zomaar waren de schim en de foto’s verdwenen, mij in verwarring achterlatend. Ik klom weer in bed, maar kon geen oog meer dicht doen. De beelden van toen kwamen mij maar al te bekend voor. Al die beelden waren nog maar een splinter in vergelijking met alle takken vol herinneringen die elke nacht door mijn hoofd spoken. Waarom deed het me nu dan zoveel meer? Omdat het duidelijke verschil in geluk en ongeluk zo duidelijk werd gebracht?
Een paar nachten later schrok ik wakker, omdat iemand mijn naam riep. Het verbaasde me niet zo toen ik zag dat hij het weer was. Ik vroeg hem sarcastisch of hij zich soms nachten had volgetankt met alcohol en dat de gevolgde kater hem soms ervan weerhield om weer bij me terug te komen. Hij lachte en wenkte dat ik hem weer moest volgen. Het verbaasde me dat hij nog geen halsband voor me mee had gebracht. Maar ach, op zich was dat ook helemaal niet nodig. Hij was dan misschien niet echt, maar hij was mooi genoeg om gevolgd te worden.
Weer die tunnel. Wat zou me deze keer te wachten staan? Weer verschenen er foto’s. Ik draaide me om. Ik wilde het niet weer aanschouwen. Ik wilde niet weer geconfronteerd worden met alle kenmerkende ellende van wat is geweest en misschien nog wel heel lang zal door blijven gaan. Maar hij draaide me om en legde een hand op mijn schouder. Je zult je wel afvragen hoe een geest dat kan. Wel, daar kan ik enkel over zeggen dat ik mij dat ook zat af te vragen.
De foto’s waren mij onbekend dit keer. Ik zag mezelf een rondreis maken, ik zag mezelf gelukkig op werkelijk elke foto, ik zat op een olifant, op een kameel en zelfs zag ik mezelf op een man zitten. Heel toevallig de man die me uit mijn slaap was komen halen. Ik zag kinderen die verdacht veel op mij leken en trots naar mij keken, alsof ik hun moeder was. Ik zag een droombaan, een droomman, ideale kinderen, een huis waar je zo ongeveer in kon verdwalen en nog vele andere droombeelden.
‘Wat moet dit voorstellen? De hemel? Het ideale leven? Mijn wens die eindelijk uitgekomen is? Een film waarin alles te mooi is om waar te zijn?’ Zoveel vragen en zo weinig duidelijkheid. De man zei alleen maar: ‘Het is een ander leven in een andere werkelijkheid.’ En met die woorden was hij weer verdwenen. Nacht na nacht ging voorbij, maar hij kwam niet meer terug. Ik pijnigde mijn hersenen over hetgeen wat hij wilde zeggen, maar niet zei.
Vandaag begreep ik hem. Een ander leven in een andere werkelijkheid. Een ander leven dan deze. Maar hoe kom ik in een ander leven? Hoe kom ik in dat ideale leven wat hij mij liet zien? Ik schonk wat martini in, deed wat ijs erbij met wat citroen en nam een flinke slok. ‘Cheers mysterieuze man. Op een ander leven!’ Ik lachte en goot daarna de rest achterover.
Ik liep mijn deur uit en pakte de lift naar boven, net zolang totdat hij niet meer verder ging. Ik stapte uit en begon te lopen tot het einde. Een prachtig uitzicht, een opgelucht gevoel. Plotseling verscheen hij weer. ‘Ik weet dat je je best hebt gedaan om het beste eruit te halen. Ik weet dat je hebt geprobeerd om een ander leven te leiden in plaats van te lijden. Ik weet ook dat je gemist zult worden, maar dat dat gemis geen reden is om te blijven. Als ik je ooit weer zie, dan drinken we samen en proosten we op het leven wat je hopelijk wel gelukkig maakt.’ Hij gaf me een zoen en ik zou zweren dat ik zijn lippen voelde. Maar zelfs die laaste warmte kon mij geen reden geven. Als geluk een ander leven is, neem ik afscheid van dit ongeluk. Ik sloot mijn ogen en liet mij vallen tot het einde, tot de allerlaatste foto.
7 reacties
sylvia1 · 3 februari 2011 op 09:30
Ik houd persoonlijk erg van dit soort donkere, surrealistische verhalen. Mooi geschreven. En ja, bij dit soort verhalen hoort geen Disney-achtig happy end, maar dit einde is zó definitief en zwart…
arta · 3 februari 2011 op 12:55
Ik vind dit een geweldig geschreven stuk!
Mien · 4 februari 2011 op 08:28
.
[b][u][url=http://www.youtube.com/watch?v=kjrXYaHEq4w]Have seen that picture before[/url][/u][/b]
Mien View
lisa-marie · 4 februari 2011 op 08:40
Hij is geweldig en ik heb echt genoten!!
Harrie · 4 februari 2011 op 13:50
Shitonia jij moet toch ook eens echt een boomklopdag overwegen!
Shitonya · 4 februari 2011 op 20:38
Mooi nummer!
Wil ik wel weten wat een boomklopdag is? Ik ga die arme boompjes niet kloppen 😉
Chantalle · 6 februari 2011 op 11:51
De zwartgalligheid druipt er weer op een wonderschone manier vanaf.