Ik heb een wondje in mijn neus dat maar niet wil helen, doordat ik het een aantal jaren lang aangenaam vond om er 4FA doorheen te jagen. Nu ben ik iedere ochtend een half uur bloed en aangekoekt snot los aan het beitelen voordat ik de dag kan beginnen. Ik koester deze rood-groene pulp als een relikwie uit een gouden, maar vervlogen tijdperk.

Mijn sociale leven was ooit zo hecht als Pangea. Ik had een grote vriendengroep die iedere week bij elkaar kwam in dezelfde kroeg. Maar de jaren verstreken en langzaam maar zeker dreven we uit elkaar. Nu gooien ze hun hengels uit in de oceaan van het grote geld. Hun morele kompas ligt allang op de bodem van deze oceaan, maar ze hebben het niet eens door. De idealistische makkers die ik had zijn de geldwolven geworden die ze altijd verachtten.

Ik heb inmiddels een leuke vriendin, waarmee ik mij heb teruggetrokken op mijn eigen continentje. Intelligent, lief en uit een rijke familie, die mij vaak met afdankertjes overlaadt die voor henzelf rotzooi zijn maar voor mij uiterst waardevol. Bijvoorbeeld een portemonnee van een paar honderd euro. Dat soort dingen. Hoewel ik mezelf nog niet klaar acht erin te berusten, lijk ik de drempel van een monogaam leven al beslecht te hebben.

Afgelopen vrijdag werd mijn ingedutte leventje hevig door elkaar geschud. Een huisgenote van mij, die je bijna zou willen harpoeneren om haar enorme spekpens, vroeg of ik mee ging stappen. Ik voelde de N-klank al resoneren in mijn mondholte, totdat ik een klein, geil schepseltje achter haar monsterlijke verschijning tevoorschijn zag komen. Een Australisch engeltje, met het accent van een havenwerker en ogen als de Middellandse zee. Ogen waarin ik meteen bereid was te verdrinken, als een vluchteling van mijn eigen leven.

Om een uur of 4 wankelen we stomdronken mijn studentenhuis binnen. Ik herinner me dat ik nog ergens een envelopje verstopt heb. De smeekbedes van mijn reukorgaan negerend jaag ik een fikse lijn door mijn bloederige neusgat en gooi het envelopje voor de beide dames op tafel. De engel heeft nog nooit drugs gebruikt maar is overal voor in. Oh, die prachtige onbevangenheid. Hoe ik die de laatste tijd in mezelf mis.

Enkele minuten later beginnen de drugs te werken. De engel is inmiddels op mijn bed geklommen en doet waarvoor ze geboren lijkt te zijn. Dansen en kronkelen als een bloedgeile aal uit de hemel. Niet die Miley Cyrus bullshit, maar een perfecte mix tussen sensualiteit en erotiek. Op het moment dat de drugs met volle kracht door mijn lijf gieren, tilt ze haar shirtje omhoog en toont haar borsten. Borsten die de literatuur waarin ik me normaal verdiep, kunst waarover ik interessant doe, muziek waarbij ik een traantje wegpink, compleet overbodig maken. Wat moet je met die rotzooi als er ook borsten als deze bestaan? Deze borsten zijn Plato’s idee van Het Schone, ik weet het zeker.

Het is jammer dat mijn huisgenote, de mammoet, ook nog door mijn blikveld struint. Ze ziet ongetwijfeld hoe gehypnotiseerd ik naar haar vriendin kijk, want ze presenteert haar eigen voorgevel en vraagt of ik haar tieten wil vastpakken. Waar engelen zijn, ligt ook Satan op de loer om het te verpesten met een van zijn morbide gedrochten uit de hel. Gelukkig heb ik het perfecte excuus om aan haar duivelse gifzwammen te ontkomen, mijn stabiele relatie, hoewel deze op dit moment in mijn hoofd zo stabiel is als een gemiddeld ziekenhuis in Raqqa.

De uren die volgen vullen zich met een innige dans. Voor me danst God met haar perfecte reet tegen mijn penis, achter me zit de duivel tegen me aan te schuren. Het voelt als een surreële droom, deze dans met goed en kwaad. Het volgende moment dat ik me kan herinneren word ik wakker en zie dat het avond is. Ze is alweer weg, het geschenk van God. Ze laat me achter als een man die twijfelt aan alles wat hij zeker achtte, die zijn continentje geteisterd ziet door tsunami’s en lava. Maar wat voelen ze heerlijk, deze golven van destructie. Hoe ik mijn vernietigde wereld opnieuw ga opbouwen weet ik nog niet. Wel weet ik dat ik ben veranderd. Ik ben herboren als een devoot man, een gelovige, een discipel van Het Schone.

Categorieën: Algemeen

13 reacties

Grumpy-old · 11 april 2016 op 13:44

drugs zorgt ervoor dat men een denigrerende en vrouw onterende blik op de wereld werpt. Goed geschreven wellicht maar absoluut niet mijn ding

    Micson · 15 april 2016 op 11:48

    Ik zie niet hoe dit stuk denigrerend is voor de vrouw, ik bejubel haar lichamelijke schoonheden juist. Dat uw post een duidelijke ‘alle drugs zijn slecht’-reuk afgeeft duidt op een kortzichtige en dogmatische visie. Een visie waaraan mijn moeder ook lijdt. Het zal vermoedelijk de generatie zijn.

Mien · 11 april 2016 op 13:51

Hier kan Dionysius nog een puntje aan zuigen. Maar dan die kater. Da’s pas vette shit. Een warm welkom in het vagevuur dat ook wel CX heet.

Meralixe · 11 april 2016 op 15:47

Welkom op column x dan maar.
Hopelijk heb je zelf het overzicht kunnen bewaren van je eerste column. Na een alinea of twee was ik alvast de weg kwijt.
Enig ‘positieve’ gegeven, je kunt schrijven.

    Micson · 15 april 2016 op 11:50

    Dank! Misschien een ietwat omslachtige inleiding tot de kern, ik zal er bij mijn volgende stuk aan denken. Bedankt voor je feedback.

arta · 11 april 2016 op 16:21

Ik vind dit een mooi stuk.
Eerlijk, rauw en puur.
Ook even interessant doen over kunst: Het deed me aan Jeroen Bosch denken. 🙂

Je schrijft goed.

Esther Suzanna · 11 april 2016 op 18:16

Het schrijnt, wringt en verontrust, deze column. Is het wel een column? Ik weet niet of ik het goed vind… waarschijnlijk wél als ik de negatieve sfeer loslaat. Jeroen Bosch wilde ik ook niet bezichtigen maar ik ben nou eenmaal een beetje truttig soms.. 😉

Jip · 11 april 2016 op 19:32

Een beetje een warboel, dit relaas en waar is nu die Hemel??? Toch niet God met die bruine cent vlak voor je snufferd? Ik was al niet erg gelovig, maar nu raak ik echt in een depressie.Ik ga maar buiten wat wandelen. Beetje frisse lucht happen!
Poot Jip!

Spencer · 12 april 2016 op 11:22

Ik, Jan Cremer revisited.

Mosje · 12 april 2016 op 20:57

Haha, prima stukje, met plezier gelezen, hoewel sommige zinnen niet helemaal lekker lopen, maar oke, we zijn in heaven, so what the fuck

Frans · 13 april 2016 op 09:36

Aanstekelijk geschreven al klopt de tijdlijn volgens mij niet. Als zoveel leeftijdsgenoten al ver in een loopbaan zitten wat doet de ik-persoon dan nog in een studentenhuis. Een engel verleiden met een rapedrug is toch een overdosis slecht of is dat nu ironie.

Fem · 13 april 2016 op 16:14

De verwarring. Ik kan hem wel waarderen, maar dan vooral vanwege de stijl. Inhoudelijk is het niet mijn ding, maar dat is detail…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder