Gisteravond was de titel van het zoveelste dictee der Nederlandse taal ‘Zelfverminking’. Helaas, of gelukkig want dat weet je nooit van tevoren, was ik afwezig, ik zat in een restaurant. Jawel, dank u het smaakte voortreffelijk. Dit had als logisch gevolg dat ik niet meteen kon meepennen.
Gelukkig bestaat er zoiets als uitzending gemist en iets digitaal bekijken en daar heb ik vanochtend gretig gebruik van gemaakt.
Ik moet zeggen dat Grunberg zich er niet met een Jantje van Leiden van heeft afgemaakt. Op zich een leerzame inhoud, hoewel ik dat tijdens het zwetend schrijven niet meteen doorzag.

Vandaag, tijdens het schrijven, ging de telefoon die ik niet opnam maar die me ernstig uit mijn concentratie haalde. Naderhand bleek dat ik in die zin drie fouten had gemaakt.
Enfin, heer Freud volgens de schrijver van het dictee. In ‘Het onbehagen in de cultuur’ stelt Freud in zijn essay, dat we ons als mensen hebben geprobeerd onszelf en de wereld te temmen. In dat temmen ligt ons onbehagen in de cultuur.
Ik denk, dat enkel mensen zoiets kennen als cultuur. Dieren hebben dat toch niet, of wel Marianne? Verder begrijp ik dat je, wil je dit onbehagen voorkomen, je niets moet proberen te temmen, zeker geen mensen.
Nou… eh… mag ik daar openlijk aan twijfelen? Natuurlijk mag dat, alles mag want niets moet worden getemd als je geen onbehagen wil opwekken, dus ik mag twijfelen aan deze uitspraak. Hilarisch.
Zie je het voor je? Een klas zeventienjarige jongeren, die van geen kant een grens hebben gekregen. Grenzeloos opgegroeid. Nee, nee, je moet ze niet temmen anders roep je het onbehagen van deze mensen op je af en dat kan gevaarlijk zijn, wat ik je voorspel.
Ongetemde wilden blijven wild als de wilden. Goed, een stapje verder en je komt uit bij het recht van de sterkte. Ook een mooi gegeven.
De sterkste zal winnen, de armsten en zwakken zullen ten onder gaan aan de ongetemden die heel ongelukkig zijn omdat ze geen onbehagen ervaren want dat elimineren ze meteen.
Feitelijk zijn dat degenen die de macht hebben, de graaiers van de maatschappij. Ook voor hen geldt dat je ze niet moet opzadelen met onbehagen want bij iemand die macht heeft zul je het onderspit delven.
Nu kan ik concluderen dat je aan zelfverminking doet wanneer je jouw onbehagen uit tegen ongetemden in de maatschappij.

Ach, laat ik dat al tijden weten? Wanneer een crimineel met een pistool op me afkomt zal ik hem heus niet zeggen dat ik me daar onbehaaglijk bij voel. Het is immers een ongetemde wilde die een onbehagen tegen de cultuur heeft?

Toch knap om zo’n simpel of eenvoudig gegeven wat we allemaal wel weten, om te zetten in het grote dictee der Nederlandse taal zoals Grunberg dat geflikt heeft.


Suma

Een oud-docent Gezondheidskunde en Huishoudkunde, Mbo scholen, maar helaas nu in de WAO. Mijn hobby is: schrijven, ik werk aan drie manussen tegelijk. Af en toe een gedicht er tussendoor, heerlijk. Als ik maar op een stoel kan zitten, mijn vingers nog kan gebruiken, blijft mijn hoofd wel werken.

4 reacties

Libelle · 17 december 2011 op 16:07

Iets simpels ombouwen tot een sociologische getinte essay, sommige partijen drijven erop.
Toen mijn fouten in het dictee bekend werden, voelde ik me klote.
Is dat niet hetzelfde als onbehaaglijk?
Soms moet je een robbertje vechten, voordat je weet wie de ongetemde is…
Eh, welkom.

sylvia1 · 18 december 2011 op 18:38

Een hele column over Freud zonder het woordje seks, dat is opvallend, want daar begint en eindigt het Freudiaans wereldbeeld toch mee. Of was het nu sex? 😉

Suma · 6 januari 2012 op 13:11

Libelle, dank je voor je welkom.

Suma · 6 januari 2012 op 13:13

Uhh… bepaalt Freud het wereldbeeld door seks? Ach, hij heeft veel volgers gehad, als ik alleen maar aan Jung denk. Ik lees op dit moemnt zijn boek ‘de mens en zijn symbolen’. Erg verhelderend en direct op situaties en op mezelf toepasbaar en dat dankzij Freud, met een K in seks.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder