Katten zijn rare wezens, hij kan er niet veel mee. Hij kent er wel een paar maar om nou te zeggen dat ze vrienden zijn, nee. Neem nou Sammie. Die kent hij toch al een paar jaartjes. Maar als hij naar haar toe loopt om te spelen, rent ze keihard weg. En waarom? Geen idee. Of die andere kat die hier een paar jaar gewoond heeft. Ook zo’n rare dame. Die lag dan heerlijk te zonnen op de oprit en liep zelfs niet weg als hij kwam kijken. Ze bleef rustig liggen. Maar als hij dan even wilde snuffelen, pats, dan haalde ze met die gemene nagels uit en gaf hem een kras op zijn neus. Echt vals.

Op de camping ziet hij ze ook wel eens lopen. Een heel enkele keer hebben mensen een kat bij zich maar die zit dan aan een riempje. Daar heeft hij geen last van. Maar er lopen ook een paar wilde katten. Hij maakt ze wel direct duidelijk dat ze niet op zijn terrein dienen te komen. Daar heeft hij geen zin in. Dat gaat allemaal maar raar ruiken en hij heeft het liefst wel bekende geurtjes om zich heen. Bij voorkeur als hij er zelf nog even over geplast heeft. Vorig weekend liep er een nieuwe kat. Die wist dat nog niet, brutaal ding. Hij lag heerlijk in de zon te soezen toen hij sneaky zijn neus om de voortent stak. Natuurlijk had hij het gelijk in de gaten, hij sprong op en rende achter de kat aan, de schuine kant af en zo het riviertje in. Moest hij nog uitkijken waar hij zijn poten zette, stel je voor dat hij uitschoof en in het water viel. Zou je die kat moeten zien lachen.

Het baasje en het vrouwtje schrokken er van. Die hadden de kat natuurlijk niet gezien. Hij moest ook altijd overal op letten. Gelukkig was de indringer zo gevlogen. Die kwam voorlopig niet meer terug. Omdat hij nu toch beneden in de rivier stond, maakte hij maar even van de situatie gebruik om bij de buren omhoog te klimmen. Wie weet waren die wel aan het barbecueën en kon hij nog snel even wat te snacken scoren. Hmm, helaas, ze waren niet heel toeschietelijk. Terwijl het normaal toch wel aardige mensen waren. En natuurlijk stond het vrouwtje al weer naar hem te kijken. Alsof hij niet wist hoe hij thuis moest komen. “Nou, hup” riep ze. Hij keek even rond of die brutale kat het nog waagde in de buurt te komen. Maar dat was gelukkig niet zo. Hij had hem goed laten schrikken.

Op zijn gemak liep hij achter haar aan naar huis. Naar zijn plekje in de zon. Hè, nog effe lekker liggen voordat hij ging eten. Brokjes, boontjes, misschien ook wel weer makreel, dat was ook altijd lekker. Nee, hij had toch niet te klagen, hij had in ieder geval zijn gezag even laten gelden en dat had effect gehad. Hij had het goed.

Categorieën: Overig

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder