Mijn dochter en ik en haar vriendin hebben vanmiddag kroketten en saucijzenbroodjes gegeten in het restaurant van het ziekenhuis. We waren uitgehongerd geraakt na anderhalf uur wachtkamer. De diagnose was snel gesteld: de oogjes hebben een beetje hulp nodig om gewoon tv te kijken of te kunnen lezen. De oogarts, een geduldige grijzende jongeman op leeftijd, nam eens goed de tijd om mijn kleine lief in de ogen te kijken. ‘Mooi’, was zijn oordeel. Ik knikte. Niets aan de hand, alleen een beetje bijziend. Het ‘recept’ met de conclusie, de prijs voor een middagje wachten, borg ik goed op.