Bijstandstrekker

Hoeveel bijstandstrekkers kent u? Ik gok niet veel. Mensen op het laagste maatschappelijke level kent u uit de krant, of uit de buurt, maar verder komt u niet. Andere vraag: hoeveel psychose-patiënten kent u? Ik wed maar weinig. Psychose, u kent het woord, u kent het van de verrekijk, wellicht, en daar blijft het bij. Maar dan: hoeveel bijstandstrekkers kent u, die uit de eerste hand weten wat een psychose is, en die bovendien op zoek zijn naar een uitvergrote foto van Hans Wiegel en Frits Bolkestein voor in de huiskamer? Wederom een gok: ik gok niet een.

Kun je nog lezen, lees dan mee!

In de trein zit er wel eens iemand tegenover mij de krant te lezen met de stripjespagina mijn kant op gedraaid. Ik kan dan nooit de verleiding weerstaan om die te bekijken, maar vaak slaat mijn overbuurman of –vrouw al om voordat ik ze uit heb. Ik moet me dan echt inhouden om mijn hand op te steken en ‘Wacht nog heel even!’ te roepen.

7.51

Het was precies negen voor acht. Eenenveertig minuten nadat de wekker was gegaan. Een vage herinnering. Om negen voor acht begon er een luide piep in mijn oor. Rechts. Vervolgens ergens links. Het hield lang aan. Zo lang dat ik vervolgens niet meer wist of het nu links of rechts was. Ik had een piep in mijn hoofd. Vast het kenmerk van het een of ander. Vreemd.

Emancipatie vooruit!

De emancipatie is nog lang niet voltooid. Er is nog een lange weg te gaan.

Daarom roep ik om te beginnen op tot een demonstratie op een nader te bepalen datum in oktober. Komt allen naar de Passage in Den Haag. Daar zullen we de inmiddels opgestelde steigers bestijgen en tegen het glazen plafond aan gaan trappen. Er zullen paraplu’s beschikbaar zijn waarmee we ons kunnen beschermen tegen vallend glas.

Gorillaklauw

Straks vlucht hij nog – dat komt nooit voor, maar als ik zo naar zijn houding kijk vormt dat ‘n bron voor onrust. ’n Ontsnapping, wat ’n avontuur zou dat zijn! Maar toch ook link. Mijn oog traant door ’t zonlicht. Angstig wacht ik af op wat komt.