Paleis met gouden muren

Het huis kraakt aan alle kanten. Alsof het me steeds wil zeggen dat ik hier niet hoor.
De grote ramen staren me aan en ondanks het vele licht dat ze binnenlaten is het uitzicht troebel.
Mijn eenzaamheid wordt verorbert door witte muren. Het kolossale bankstel slurpt me op en de immens grote LED televisie weerspiegelt mijn opwellende tranen.
Buiten speelt een kind en haar plezier galmt door de openslaande deuren de woonkamer binnen.
De spierwitte vitrage laat zich vangen door een licht briesje en ik volg elke beweging.

Op zoek naar Mart

Niets geestiger dan kijken naar Mart Smeets in de ‘avondetappe’. Prachtige tv krijg je dan. Beter nog dan een uurtje Youp.
Dan zit Smeets in zo’n overhemd van “gordijnen & tapijten van Teun“, achter een tafeltje van alles over fietsen te vertellen.
Dat doet hij met sidekick Ronald Waterreus, vroeger keeper van PSV. Lijkt mij een logische keuze. Een voetballer die over de tour de France lult. Deskundiger kan het niet.
Mart: ‘Hoe noemen we dit Ronald? Tour de France? Ronde van Frankrijk? Jij mag kiezen. Neen! laten we er maar een huiskamervraag van maken.’

Berichten uit de zomerresidentie 4.

Raban.

E. kom ik tegen in de winkel van waaruit ik onze zomerresidentie van voorraden voorzie.
Hij is een fan van de dagversjes die ik onder pseudoniem op het prikbord bij de receptie zet. Tussen de voortenten, gratis af te halen tuintafels en een ‘keurige’ magnetron voor 15 Euro, frummel ik mijn handgeschreven 6 regelig commentaar op van alles en nog wat. Vorig jaar werd steevast elk versje dat zich uitliet tegen Geert W. door onverlaten van het zachtboard gescheurd. We spraken er samen schande van, maar hij spoorde mij aan ontmoediging geen kans te geven. Een fan dus, dat alleen al zou hem voor me moeten in nemen.

Het fotoalbum

Ik kijk naar de glossy cover van een gebonden boek. Ik kijk recht in het uitvergrote gezicht van een man. Hij kijkt recht terug. Hij ziet er gelukkig uit, straalt uit zijn ogen. Hij heeft het waarschijnlijk warm want zijn voorhoofd glinstert. Zweet. Zijn wenkbrauwen zijn borstelig en een aantal haartjes is veel langer gegroeid dan de rest. Typisch.

Spoiler: de neger is altijd goed

Typecasting in films werkt briljant. Het meisje is naïef, zodat we haar willen beschermen. De vrouw is gescheiden, omdat ze zo aan andere vrouwen haar girlpower moet laten zien, terwijl ze eigenlijk kwetsbaarder is dan ooit. De moordenaar is iemand zoals jij en ik, maar dan zeer psychopathisch. De avonturier is vrijgezel, want James Bond en Indiana Jones zijn een stuk minder aantrekkelijk als ze na afloop van een avontuur naar hun gezin terugkeren om de vuilnis buiten te zetten. En de neger? Die is altijd goed, want we mogen niet discrimineren in films.