Soms denk ik terug aan jaren geleden, toen ik ging werken in een bruin restaurant aan de Volendammer dijk genaamd De Bolle. Het was een familiebedrijf waar twee zussen in de bediening werkten en twee broers in de keuken. Ik werd aangenomen in de bediening en moest evenals de zusters aantreden in Volendammer klederdracht. De jurk kreeg ik van de eigenaresse, de moeder en bazin, te leen.

Het was lastig geaccepteerd te worden binnen het bedrijf. De zusters waren al jaren op elkaar ingespeeld, maar hadden beiden een hekel aan het restaurant. De oudste, een blonde magere vrouw met uitpuilende ogen, stond achter de tap met een peuk in de hand. Ze had een hekel aan iedereen, ook aan haar zus en vooral aan mij. Alleen de papegaai, die krijsend rondvloog in de zaak, bracht een klein lachje op het stugge gezicht.

Wanneer ze geen zin had om te werken staarde ze eters die binnenliepen met haar uitpuilende ogen woest aan, waarna ze meteen omdraaiden en vertrokken. De andere zus kon geen betere baan vinden en haatte het donkere restaurant en alles erin.

Ik moest tot tien uur in de avond werken en maakte dan de toiletten schoon. De zussen boenden de bar. Mijn bazinnen minachtten toeristen die kwamen eten, met name Aziaten, die ze spleetogen noemden. Toen ik wilde weten wat daarvan de reden was, antwoordden ze niet.

De reden voor hun antipathie werd mij duidelijk na het bezoek van een bus Aziaten. Ik moest de toiletten schoonmaken en trof de gebruikelijk propere ruimte aan in een staat vergelijkbaar met die van een voetbalkantine, waar zojuist een groep vandalen had huis gehouden. Er was met stront het woord SHIT op de muur gekalkt, een poepluier lag open en bloot op de grond. De kleine vuilnisbak liep leeg over mijn schoon gesteven rok toen ik deze verschoonde, waarna een doordringende pislucht mijn neus binnen kringelde.

‘Daarom hebben wij een hekel aan spleetogen,’ sprak de oudste zuster, schuddend met haar strak gepermanente krullenkop, vals lachend naar mij. De andere zus lachte eveneens.
‘En dus maak jij nu de toiletten schoon,’ zei ze. Ik keek haar even aan.
‘Gelukkig wast uw moeder vanavond mijn Volendammer rok,’ zei ik en kleedde me om.

Toen ik de dag erna terugkeerde hing er een brief boven de toiletten.
‘Gelieve te plassen in deze pot,’ met een pijl boven het toilet. In vier talen.

 

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

12 reacties

van Gellekom · 25 september 2017 op 09:35

Ja dat waren me tijden 😀

Karen.2.0 · 25 september 2017 op 12:01

Je hebt vast een onuitwasbare indruk achtergelaten, Nicole. Wat een goed verhaal, haha! 🙂

Nummer 22 · 25 september 2017 op 17:35

Ach… pis ang goreng vinden ze heerlijk. Kijk, het hebben van spleetogen is wellicht de reden om niet de pot te kunnen vinden. Mie Bah, een chinees had nog wel een multifocale bril + 23 links en – 42 rechts van Shitsavers op de Dijk aangeschaft. Naast de pot pissen is een gezegde dat soms letterlijk uitgevoerd wordt. Zse zse.. waar is de wc.

Goed verhaal.

Robert · 25 september 2017 op 20:21

Je bent van vele markten thuis, Nicci. Ook when the shit hits the fan. Leuk geschreven.

Esther Suzanna · 26 september 2017 op 15:52

Gelukkig is het lang geleden. Wat een ballentent trouwens. Leuk geschreven. Je was een soort Assepoetser, of is het Assepoester? 🙂

Nummer 22 · 26 september 2017 op 17:35

En nu een openbaar vrouwen, excuse me ..een gender neutrale pislokaal.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder