“Wat is er met het nachtmonster gebeurd?” vroeg ik de gedaante die tegenover me zat. “Niets”, antwoordde hij kortaf. “Het nachtmonster was slechts een middel om jou weer aan het schrijven te krijgen”. “Over misplaatste arrogantie gesproken,” bitste ik. “Ik geloof dat het je is ontgaan dat er nog vele letters op papier zijn terechtgekomen sinds jouw vertrek”. “Ik heb het gezien”, antwoordde hij spottend, waarop hij een veelzeggende stilte liet vallen. Ontdaan van zijn sarcasme stapte ik voorwaarts. In een opwelling hief ik mijn hand, van plan om hem flink te bezeren, waarop ik me bedacht dat de gedaante waarmee ik een conversatie trachtte te onderhouden niets meer was dan een hersenspinsel. “Je bent dood,” zei ik mat. “Ik heb je zelf begraven”.

“Ik ben zo dood”, lachte hij. “Zo verschrikkelijk dood. Ik lig rottend onder de zoden en toch spreek je nu met mij. Ra, ra hoe kan dat?” “Goed”, zei ik met een gemaakte toon van zelfvertrouwen in mijn stem. “Kom dan maar ter zake. Wat wil je van me?” Zelden leek hij zich zo geamuseerd te hebben. Zich zichtbaar vermakend sloeg hij zijn handen achter zijn nek. “Ik iets van jou willen?”, grinnikte hij. “Nou vooruit, geef me een gouden pul met bier en het zij je vergeven”. Ik sloot mijn ogen – dit kon niet waar zijn -. Ik had hem verbannen. Ik had hem ritueel begraven.

“Je kent mijn voorkeur voor retorische vragen”, zei hij met een plotselinge kilte in zijn stem. “Wat wil jij van mij?” Als lichtflitsen schoten er allerlei gedachten door mijn hoofd. Er was iets, iets waar ik maar niet mijn vinger op kon leggen, hoe ik ook spitte, ik kwam niet dichter bij de reden waarom de man die zoveel akelige herinneringen bij me opriep, nu weer als vanouds tegenover me zat. “Laat me je op weg helpen”, vervolgde hij. “Het was nacht, je kon geen maat houden en tevens faalde je er voor de zoveelste keer in om je toevlucht tot het schrijven te vinden. Zelden heb ik iemand zoveel woorden op het papier zien verkwisten” voegde hij er met diezelfde toon van sarcasme aan toe.

Plotseling vielen alle losse fragmenten van de afgelopen tijd als puzzelstukken in elkaar. “Ik heb je aangeroepen”, concludeerde ik mismoedig. Het klopte. In een eenzaam moment van wanhoop had ik Troy gevraagd om in mijn leven terug te keren. Het schrijven lukte niet meer. Geen zin wist ik op de juiste plaats te krijgen en geen woord wist te zeggen wat ik wilde dat het zei. Ondanks de weerzin die hij bij me opriep, was er sinds zijn afwezigheid een zekere verflenstheid over me heen gekomen. Ik miste de spanning, ik miste het avontuur.

“Je mag blijven”, besloot ik. “Maar laat me één voorwaarde stellen. Je komt in de weekenden, en van de maandag tot de vrijdag blijf je zo ver mogelijk uit mijn leven”. Voldaan streek hij zijn haar achterover, ik nam aan dat dit een ja inhield. “Hier gaan verhalen van komen”, sprak hij veelbelovend. “Kom, laat me je verder over het nachtmonster vertellen…”

Categorieën: Fictie

9 reacties

Mug · 16 mei 2006 op 18:09

Zo, ik ben weer neergedaald in mijn eigen kamer na het lezen van je column. Even was ik daar. Ontzettend mooi beeldend beschreven!
Ik vond deze column wat begrijpelijker dan de vorige.

Ik ben denk ik wel blij met Troy’s terugkeer. Succes ermee en blijf lekker schrijven;-)

WritersBlocq · 16 mei 2006 op 18:55

[quote]In een eenzaam moment van wanhoop had ik Troy gevraagd om in mijn leven terug te keren.[/quote]
Een tipje van de sluier, of… de algehele ontsluiering van de schrijver in jou? Het kan vervolgd worden, maar hoeft niet. Een open einde, ik kan er nooit tegen, behalve als jij het bent die zogezegd de deur naar meer openhoudt en toch veelzeggend lekker niks zegt…… 😉

vanlidt · 16 mei 2006 op 21:52

Hoezo: Geen zin wist ik op de juiste plaats te krijgen????

🙂 🙂 🙂

wendy77 · 17 mei 2006 op 08:44

Zo lees ik ze graag van je. Op en top Troy, maar toch begrijpelijk voor een simpel meisje als ik. 😉

Mosje · 17 mei 2006 op 09:27

Zolang Troy maar blijft schrijven is het goed.

KingArthur · 17 mei 2006 op 10:01

Ik heb weinig gemerkt van je afwezigheid. En die zinnen blijven vallen en blijven klinken.

Li · 17 mei 2006 op 20:55

Ha een soort ‘The return of the pink writer?’ 😀

Li

Ma3anne · 18 mei 2006 op 23:21

En nu is het wachten op het eerste Troyboek. Vooral na de aanbeveling in de CX-bundel.

Goed gezien, redactie!;-)

KawaSutra · 19 mei 2006 op 15:49

Eens met Ma3. Ik denk dat je best in staat bent een Troyaanse versie van Harry Potter te creëren. En dan wachten op de verfilming.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder