Met bonzend hoofd schrik ik wakker. En hoor geroep beneden: ‘Doe open van Gellekom, we weten dat je thuis bent.’

Jezus, ik zal toch geen last hebben van stemmen in mijn hoofd. Toch maar eens iets minder drinken voortaan. Eindelijk ben ik redelijk wakker en realiseer mij dat het gebons niet in mijn hoofd zit maar in een deur beneden. Dus sleep ik mij uit m’n bed en wankel naar beneden. Voor de deur zie ik twee debielen met een lange regenjas. Een ervan draagt ook nog een zonnebril.
Relaxed doe ik open: ‘kijk nou eens, de hoofdtrainer en de hulptrainer op huisbezoek?
Kom op jongens, ik heb al duidelijk gemaakt dat ik geen contract bij jullie wil. Real Madrid heeft namelijk belangstelling voor mij en..’
Zonder omwegen word ik opzijgeschoven waarna de debielen mijn huis binnen lopen.

‘Politie, zegt zonnebril. Mijn naam is rechercheur Peter de Vries en dit hier is van der Putdeksel.Ik zou mijn bijdehante praatjes maar even opschorten als ik jou was. En trek eens wat aan, voegt hij eraan toe als hij mijn blote reet ziet.
’Kijk maar een andere kant op, de Vries’, antwoord ik. ’Ik ben hier in mijn eigen huis, ja!’
Mijn opmerking negerend gaat hij zitten en vraagt waar ik was vannacht om vijf uur.
‘Mijn auto wassen’, zeg ik zonder aarzelen. ‘Dat doe ik het liefst midden in de nacht. Dan lijkt het net of hij minder vuil is. En daarna boodschappen doen bij Albert Heijn. Jammer genoeg waren ze nog niet open.. En jij?
Je zonnebril poetsen? Of bracht je je regenjas naar de stomerij? Nee, dat kan niet want die jas meurt alsof hij een maand naast een ontbindend lijk heeft gelegen.’

De rechercheurs wisselen veelbetekenende blikken uit.
’Daar blijf je bij, van Gellekom?’
‘Bij je jas? Nee liever niet als het jou hetzelfde is. Als je nog lang met dat ding blijft rondlopen vluchten alle luizen hier het huis uit. Leg hem maar even buiten neer.’
‘Tutututut’, hoor je dat van der Putdeksel? We hebben hier te maken met een komiek.’

Van der Putdeksel zegt niets. Hij zit met het puntje van zijn tong uit zijn mond aantekeningen te maken in een klein boekje en ziet tot zijn ontsteltenis dat hij op de laatste bladzijde is aangekomen. Even kijkt hij hulpzoekend om zich heen en begint dan zuchtend op de kaft te schrijven.’Ik heb wel een vel pleepapier voor je, Putdeksel’, bied ik behulpzaam aan. ‘Dat trekt wat makkelijker door als je het door de plee spoelt. Maar even wat anders, heren. Wat komen jullie hier doen in het holst van de nacht? Mijn auto verkeerd geparkeerd? Of vergat ik mijn hand uit te steken toen ik de bocht om ging?’
‘Ik dacht dat je het nooit zou vragen, van Gellekom’, zegt de Vries.
‘We zullen je even bijpraten, kerel. Vanochtend om vijf nul nul uur ( dat zegt hij echt) kregen wij een telefoontje van de heer Vogelenzand onze bewaker van de cellen op het bureau. Waar overigens ene heer Bob was ondergebracht. Genoemde heer Bob wist te ontsnappen maar werd vanochtend om zeven nul nul uur met doorgesneden keel en afgesneden lid aangetroffen in de openstaande kofferbak van de plaatselijke huisapotheek. Kun je me nog volgen, van Gellekom, of kan dat mierenbrein van jou dat niet aan?’ Zonder mijn reactie af te wachten vervolgt de Vries:
Intussen heeft onze technische dienst wat sporen veilig gesteld. En wat denk u? dat wij aantroffen, van Gellekom?’
‘Sinterklaas met zijn paard en een zwart-witte Piet op zijn rug? Zeg dat het niet waar is, de Vries?’

De Vries verschuift zijn zonnebril een beetje zodat hij nu een beetje scheef op zijn neus staat.
‘Weet je trouwens dat je een beetje op die Duitse slagerzanger lijkt, de Vries? Zingt alleen over bronstige koeien. Heino heet hij. Alleen jouw haar is iets minder wit. Was je het wel vaak genoeg? De zonnebril is hetzelfde.’

De Vries gaat onverstoorbaar verder. ‘Wij vonden jouw DNA onder zijn nagels. Gelukkig zat je in het archief vanwege een eerder akkefietje.
Dus, wil je de handjes even achter de rug vouwen voor de armbandjes? Dan kunnen we op het bureau eens even rustig bijpraten over het wel en wee van de moord op Heer Bob.’

Met de gil van mijn gearresteerde Neef, nagalmend in mijn hoofd schrik ik zwetend en met bonzend hoofd uit mijn nachtmerrie. Ik schiet overeind en pak de nieuwe netkousen van mijn buurmeisje die ik uit haar wasmand jatte, en druk ze troostend tegen mijn bezwete mond. En ruik de heerlijkheid van jong vlees….

Categorieën: Algemeen

van Gellekom

Observeren, zelfspot, humor. En niet persé in die volgorde, bepalen mijn NU moment. Kortom; I love my cat, as much as I love you..

19 reacties

NicoleS · 6 september 2016 op 17:44

Hahaha! The joker arrived. Bizar einde aan bizar verhaal?

van Gellekom · 6 september 2016 op 17:49

😀

Esther Suzanna · 6 september 2016 op 18:58

Zeg me dat het niet zo is! Was het allemaal een nachtmerrie?!?

Het leek zo écht…

Haha, hilarisch einde van een waanzinnig verhaal. Erg bijzonder afgerond. Leuk!

Lianne · 6 september 2016 op 19:31

Hebben we al die maanden gedroomd?! Jeetje, dat is bruut wakker worden.

Maar een mooi einde, helemaal jouw stijl.

Yfs · 6 september 2016 op 19:47

Dikke huh? Wat een totaal onvoorspelbare twist haha.
Ondanks dat het een nachtmerrie bleek te zijn, stond het weer bol van de humor en spitsvondigheden

Mafkees! ( in de meest positieve zin van het woord). 😉

Chapeau Maestro!

Mien · 6 september 2016 op 20:06

Een mooie slotbob, een beetje verdwaald in een nachtkasteelromanmerrie. Een beetje makkelijk. Maar de weg ernaartoe maakt veel goed. En veel aandacht voor het verhaal. Naakt lopen in huis mag, maar de buren en de postbode mogen het niet zien. Het is maar dat u het weet. Ik ben nog in opleiding geweest bij Columbo weet u. En daar heb ik een ding van geleerd, de hamvraag? Wat doet die 10 kilo TNT in uw woning meneer van Gellekom? U mag even nadenken. Is getekend: Meneer de Vries, collega van Putdeksel, maar die had u al ontmoet. Doeg!

    van Gellekom · 6 september 2016 op 20:13

    Mien, deze tekst van jou is columnwaardig☺

      Mien · 6 september 2016 op 20:17

      Helaas, de wachtrij staat vol. En ik heb geen papier meer. HELP! Co-columnpie misschien. Je hebt m’n PM. Niet dat van de redactie gebruiken. 😉

Snarf · 6 september 2016 op 20:51

Geweldige onvoorspelbare en onverwachte afsluiting in jouw onnavolgbare stijl. Fraai afgerond! ?

Bruun · 7 september 2016 op 08:28

Een humoristische slotepisode, helemaal in van Gellekom stijl. Persoonlijk vind ik het wel jammer dat je niet hebt voortgeborduurd op de lopende verhaallijn, maar ik realiseer me dat het een onmogelijke opgave zou zijn geweest om die in één aflevering tot een afgerond geheel te breien. Dus dit was waarschijnlijk de beste oplossing. Hoe dan ook, ik heb weer enorm gelachen om je spitsvondigheden; alleen de naam Van der Putdeksel al 🙂

van Gellekom · 7 september 2016 op 08:45

Bruun, dat klopt aardig. Als ik de verhaallijn had vastgehouden dan was ik nu nog aan het schrijven 😀

StreekSteek · 7 september 2016 op 11:10

Dit is plaatsvervangende angst in optima forma. Mooi en met vaart geschreven. De situatie wringt: het kan bijna niet waar zijn, maar misschien ook wel. Het einde is even stuitend als bizar.

van Gellekom · 7 september 2016 op 12:12

Dank je StreekSteek 😀

Nummer 22 · 8 september 2016 op 06:49

De officier eist een onvoorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar zonder aftrek van voorarrest en eenzame opsluiting in de stallen van Ganky van Arunsven met gedwongen nachtmerrie therapie. U bent een aanwinst voor de stoeterij, maar dit terzijde. Wat is daarop uw antwoord verdachte?
Aha. u hinnikt en dat bevestigt de straf. Kent u meneer Ezel? Nee! Da’s jammer want meneer Ezel en zijn compagnon Ruin die..ik bedoel die stoten zich niet tweemaal aan dezelfde steen. De zitting is gesloten! Parket neemt u deze persoon mee!

Prachtig geschreven?heer van Gellekom

van Gellekom · 8 september 2016 op 14:57

Dank u Heer nummer 22. Ik ben zo benieuwd naar uw ervaringen mbt uw kunstwerk 😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder