Gaston Berghmans is dood. Zijn urn zal per helikopter naar Knokke gebracht worden. Gewone stervelingen begrijpen zelden de grillen van de nieuwe goden. Maar kritiek erop geven kan wel, wat je ook onderneemt, er zullen altijd individuen zijn die protesteren. Dat kunnen ze nu, op 24 mei 2016 in Brussel massaal. De mensen zijn kwaad na de slopende besparingsplannen van de regering Michel I (ik verwacht geen tweede ambtstermijn). Veel verwacht ik er niet van. Democratie is dood, wellicht heeft ze nooit echt bestaan. Vroeger kon je nog in opstand komen tegen een dictator, vandaag herken je er geen meer al beet hij in je kont. Nee, deze betoging is een noodzakelijk minutieus geënsceneerd intermezzo in een langdradig theaterstuk. Even schreeuwen en wapperen met spandoeken. Dan braaf naar huis en op het journaal sporen naar een nanoseconde dat je in beeld komt. Mediageilheid. Dat is de nieuwe opium op de ketenen van het volk.

Het oeverloze getater, gepost, getwitter overstemd enige stem der rede. Tegenwoordig ben je al even authentiek in je uitlatingen als een grasspriet uniek is op een gazon van een golfterrein. Alles is nu eenmaal al gezegd en gedaan. Tijd om er de bordenwisser over te halen en het krijt koortsachtig op nieuw zijn ding te laten doen.

Geschiedenis is een repetitieve rekensom. En je zit altijd met een rest. Een begrotingstekort op humaan niveau.

Soms hunker ik naar dingen waar ik nooit bij stilgestaan heb. Bijvoorbeeld toen ik nog in opname zat naar het glopje die onze straat is. Maar ik zat in een catch 22. Twee paradoxaal op elkaar staande voorwaarden en omdat de vervulling van de ene voorwaarde afhangt van het slagen van de tweede en visa versa kon ik niet op ontslag. Daarvoor moest ik eerst de psychologe overtuigen. Die trien met een glop van haar eigen, het diasteem tussen haar tanden. Deze liet verstek gaan op dagen dat ze normaal consulatie had. Maar ik stapte het door af en stapte op een bus, daarvoor schraapte ik al mijn moed bij elkaar. En nu kan ik weer uitzien over mijn straatje dat ondanks zijn nauwte toch niet vergeten was. Kinderen voetbalden er en schopten de bal met een knal tegen de autoruiten. Ik werd gevuld met heimwee, mijn neven en ik deden dat ook al op het erf van opa Andre. Die kwam dan vloekend naar buiten. Mooie momenten. Eigenlijk raar dat dat kadertjesglas van zijn woonkamer nooit gebroken werd.

Auto’s die accelereren in de straat, pochende motoren van brommers. Nee, leven genoeg, het is zeker geen vergeten straat.


5 reacties

NicoleS · 28 juli 2016 op 18:14

Goed gedaan. Eerlijk gezegd wist ik niet wat een Glopje was. Weer wat geleerd dus. ?Een kleine opmerking: Je hebt in één zin twee keer stapt door en stapt af gebruikt. Dat zou ik proberen te vermijden. Het was daardoor een wat verwarrende zin voor mij. Wel vind ik dat je mooi schrijft. Dus ik lees graag opnieuw een column van je.?

Mien · 29 juli 2016 op 08:39

Aldus Aldous Huxley … leuk! Welkom hiero. Glop? Laat het een Fries niet horen. Maar ik kan je redelijk volgen. Goede binnenkomer. Uit carnavalesk Aalst, met Tibetaanse hond, dat beloofd. 🙂 😉

    Mien · 29 juli 2016 op 11:13

    Mmm … zie nu pas dat je al een column geschreven hebt hier. Niet minder welkom daardoor. 🙂 Ben benieuwd naar je volgende column.

van Gellekom · 29 juli 2016 op 09:58

Je schrijft prima

Esther Suzanna · 30 juli 2016 op 12:38

3x gelezen en nog steeds weet ik niet waar dit stukje toe dient of over gaat. 🙁 Sorry

Geef een reactie

Avatar plaatshouder