Het is vrijdagavond, 13 november 2015. Snel nog wat plaatjes schieten om de thuisblijvers jaloers te maken en dan gaan twee vrienden achter de stroom mensen aan, het theater in. De eerste tonen van de Amerikaanse rockband beloven een fantastische avond. Na zo’n drie kwartier horen ze achter zich slecht getimed vuurwerk.

Er klinkt een enkele gil, die ver boven de keiharde muziek uitkomt. De band stopt, mensen beginnen te gillen en het vuurwerk uit een Kalashnikov neemt de show over. Overal boren kogels zich in onschuldige lichamen. De vrienden gaan mee in de blinde paniek die als een golf hun kant op komt. Richting de nooduitgang. Op weg naar overleven. Kruipend over lijken, anderen vertrappend, terwijl het bloed van mensen die ze niet kennen in hun kleding trekt. Al trekkend, vloekend en tierend, gestuurd door de oeroude drang tot overleven, staan ze ineens buiten. Veilig.

De honderden muziekliefhebbers die achterblijven kunnen geen kant meer op als de Kalashnikov zijn lied zingt. De islamitische slagers, gewapend met automatische geweren, legen hun magazijnen op het concertpubliek terwijl ze “Allah is groot” roepen. Een meisje gaat achter haar dode vriendin liggen en besmeurt zichzelf met het bloed wat rijkelijk aanwezig is. Ze besluit zich dood te houden. Glurend door haar wimpers ziet ze de een na de andere vriend neervallen.

Een vrouw springt door een raam en komt terecht in een zijstraat. Ze blijft daar uren staan, omdat ze geen idee heeft waar het veilig is. Vanuit haar schuilplaats ziet ze mensen aan de gevels hangen van het theater. Weg van de kogels. Weg van het sterven. Een groep  mensen komt uit het theater gestormd, vaak besmeurt met het bloed van anderen. Niet schreeuwend maar doodstil, in shock. Een jongen wil terug om zijn broer te halen. Hij  dankt zijn leven aan de agenten die hem tegenhouden. 87 mensen kunnen niet ontsnappen en worden geëxecuteerd. Uit naam van Allah. In de stad van de liefde heerst de haat.

Zaterdagochtend, 14 november 2015. Er ligt een opgedroogde plas bloed bij het Bataclan theater in Parijs. Iemand heeft er provisorisch wat zaagsel overheen gestrooid. Een man komt aan op een fiets, met een piano op een karretje achter zich aanslepend. Bij de eerste tonen van “Imagine” van John Lennon rollen de tranen over zijn gezicht. “Nothing to kill or die for, and no religion too”. Na het wegebben van de laatste klanken stapt de man weer op zijn fiets, de piano achter zich aanslepend.

Zotteklap


Jan van Oranje

Onder het kopje 'In naam van Oranje...' publiceert columnist Jan van Oranje al enige tijd zijn goed gelezen columns. De columns zijn te lezen in Viva! Magazine maar ook op: www.janvanoranje.nl, facebook.com/jan.v.oranje, janvanoranje.blogspot.com en op twitter.com/janvoranje. Oh ja, Jan heeft extreem dyslectische vingers, dus vergeef hem zijn kleine schrijffoutjes.

15 reacties

troubadour · 16 november 2015 op 07:44

Met vlagen briljant, dan weer afschuwwekkend, dat kan ook briljant zijn.
Soms over de top, zoveel bloed, dat kan ook de bedoeling zijn geweest.
Is het niet ondoenlijk om zoiets te beschrijven zonder meer afstand te nemen? Moedig in elk geval.
Die pianoman, wat goed! Kende ik hem maar! Hij boetseerde aan een betere wereld, even maar.
Wat een waardige en hoopvolle laatste alinea.

    Zotteklap · 18 november 2015 op 12:20

    Ik weet dat de meeste mensen bepaalde onderwerpen uit de weg gaan. Ik ken één van de slachtoffers en juist daarom wilde ik er wel over schrijven. Ik heb gekozen om de verhalen van hen die het hebben overleefd weer te geven. Zonder overdrijving, zonder er iets bij te verzinnen. Dus ook de pianoman bestaat echt. En zoveel bloed, tja, er was nu eenmaal zoveel bloed.

Dees · 16 november 2015 op 08:11

Je was er dus bij?

    Zotteklap · 18 november 2015 op 12:07

    Nee, ik ken één van de slachtoffers en heb een verhaal proberen te maken uit de verklaringen van de overlevenden. Niets is weggelaten, niets is erbij gehaald en niets is overdreven. Ik heb met dit verhaal proberen duidelijk te maken dat dit de wereld is waarin wij leven.

Meralixe · 16 november 2015 op 09:22

Het kan uiteraard dat je nu alleen ‘vol’ zit van die verschrikkelijke gebeurtenissen. (wie niet?)
Vergeef me echter mijn recht voor de raap klinkende reactie. Door de in elke krant terug te vinden gegevens met een extra bloederige saus te overgieten komen we bij een eerder goedkoop op sensatie belust relaas.
Uw idee van de pianoman en het liedje Imagine van John Lennon? Deze ingrediënten er op een idealistische manier bij slepen kunnen deze column niet redden.

Mosje · 16 november 2015 op 09:42

Heb moeite met dit stukje. Alles is te kort geleden gebeurd om er in de vorm van fictie over te kunnen schrijven. Wellicht dat over een tijdje, als overlevenden hun verhaal hebben kunnen doen, een dergelijk stukje mogelijk is.

    Zotteklap · 18 november 2015 op 12:00

    Helaas is niets in dit verhaal fictie, maar is het samengesteld uit de verhalen van de mensen die in het theater waren en het drama hebben overleefd. Zelfs de pianoman bestaat.

Frans · 16 november 2015 op 09:54

De pianoman zoals beschreven in de column heeft inderdaad opgetreden.

arta · 16 november 2015 op 10:17

Ik ben het eens met Mosje.
Op de één of andere manier heb je -omdat het nog zo vers is, waarschijnlijk- niet vanaf de juiste afstand kunnen schrijven, waardoor het geheel wat surrealistisch aandoet, terwijl iedereen de werkelijkheid kent.

pally · 16 november 2015 op 18:02

Het voelt als een reportage, en daar zijn er al zoveel van. Maar het is goed geschreven.

Esther Suzanna · 16 november 2015 op 18:49

Goed geschreven. Persoonlijk vind ik het ongepast. Tenzij je er was of er mensen aanwezig waren die je kende…

    Zotteklap · 18 november 2015 op 12:03

    Ik vind het persoonlijk ongepast als een stel idioten een theater binnen stap en om zich heen gaan schieten. En ja, ik ken inderdaad één van de slachtoffers.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder