Afgelopen vrijdag weer even bij mijn dokter langs gegaan. Mijn dokter luistert graag naar mijn zieleberoerdselen. Ik vermoed dat hij liever psycholoog had willen worden. Ik maak ook altijd een afspraak. Dan kan ik wat langer blijven zitten. Meestal vraagt de assistente van tevoren of ik extra tijd nodig heb. Dat heb ik natuurlijk altijd nodig.

Als ik dan tegenover de dokter zit dan ga ik eerst uitgebreid vertellen over alle problemen die ik heb. Dan luistert hij heel aandachtig en knikt wat en mompelt wat en zegt ’tsss’ of/en ‘dat is ook wat.’

Maar afgelopen vrijdag had ik een paar hypochondrische aandoeningen, een beetje fantoompijn en een eigenaardige wrat. Daar wilde ik de goede man niet onmiddellijk mee lastig vallen dus verzon ik een paar psychische probleempjes waar hij een aantal bemoedigende tegelwijsheden op kon loslaten. Hij fleurt altijd zo op als ik binnen kom. Het is nog net niet dat hij iets te enthousiast roept ‘en Roos, nog proble…eh…hoe gaat het?’

Na een minuut of veertig zei hij ‘nou Roos, kop op, het kan altijd erger, houd er de moed in, na regen komt zonneschijn, waar een wil is is een weg en op ieder potje past een dekseltje.’

‘Dank u wel dokter. Ik ben toch blij weer even met u gesproken te hebben. Maar nu is er nog iets. Zou u eh…zou u even naar een wrat willen kijken? Hij zit in mijn navel en hij lijkt steeds groter te worden. Vooral als ik gedronken heb.’

‘Nou laat maar eens zien dan’, zei hij met lichte tegenzin.

‘Ik liet hem de wrat zien, maar het was helemaal geen wrat volgens de dokter.

‘Dat is, dat is, dat is, dat is…’

Dat moest wel heel erg zijn, vreesde ik, zo stotterend als de diagnose er maar niet uit kwam.

‘…dat is…eh…je hebt fungus.’

‘Ik heb wat?’

‘Fungus. Er groeit een champignon uit je navel.’

‘Een champignon? Wat kan ik daar mee doen in vredesnaam?’

En toen gaf hij mij het volgende recept:

Champion-pate-hoedje

Bereidingswijze

Maak de champion schoon en verwijder het steeltje.

Breng in een steelpan de melk aan de kook.

Kook de champion in 2 min. beetgaar.

Laat het met de bolle kant naar boven in een vergiet uitlekken en afkoelen.

Verwijder de geleirand van de pate.

Meng de pate met het citroensap.

Doe het mengsel over in een spuitzak.

Druk het championhoedje in de paprikapoeder.

Leg het op een schaal.

Spuit in het hoedje een toefje pate.

Garneer met peterselie.

Categorieën: Algemeen

9 reacties

trawant · 28 januari 2016 op 14:27

Geef mij ook zo’n dokter!
‘Zieleberoerdselen’. Wat een leuke column.
Maar voor je weer een nieuwe afspraak maakt wel even douchen en het navelpluis..nou ja je weet het best!

troubadour · 28 januari 2016 op 16:34

Leuk stuk met geinige staart.

Esther Suzanna · 28 januari 2016 op 17:38

GETVER! Haha…. Geinig..

Bruun · 28 januari 2016 op 22:17

Vermakelijke column. Zo lees ik ze graag!

Mien · 29 januari 2016 op 07:39

Onder invloed van paddenstoelen naar de dokter en dan met een champignon naar buiten komen. Tijd voor soep. Leuke column.

Roos Kleurig · 29 januari 2016 op 07:49

Dank allen voor de mooie reacties.

Odette · 29 januari 2016 op 08:09

Zieleberoerdselen is wat mij betreft een supervondst.
“Ober, er zit een champignon in mijn soep.”
😀

Mosje · 1 februari 2016 op 13:17

Beste Roos Kleurig, weet jij dan ook hoe een bakker kerstkransjes maakt?

Roos Kleurig · 1 februari 2016 op 21:19

Halveer een vanillestokje in de lengte en schraap met de punt van een mes het merg eruit. Klop de boter en basterdsuiker in 4 min. licht en luchtig. Voeg het vanillemerg en 1 ei toe. Zeef de bloem en het zout erboven en mix kort tot een egaal deeg. Maak er een bal van en laat minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 160 °C. Verdeel het deeg in 2 gelijke stukken. Leg 1 stuk tot gebruik terug in de koelkast.
Rol op een met bloem bestoven werkblad het andere stuk deeg met een deegroller uit tot een dunne lap van ca. 5 mm dik. Steek er met behulp van de uitsteker ca. 10 kransjes uit en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Splits het andere ei en klop de eidooier los. Bestrijk de kransjes dun met eidooier en bestrooi ze met amandelschaafsel. Bak de kransjes in de oven in ca. 15 min. goudbruin en gaar.
Laat 5 min. afkoelen op de bakplaat en laat ze vervolgens helemaal afkoelen op een rooster. Rol de rest van het deeg uit en steek er ook ca. 10 kransjes uit. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en bak in ca. 15 min. goudbruin en gaar.
Laat de koekjes afkoelen. Vouw ondertussen een cornetje van bakpapier. Meng de poedersuiker met het kokende water tot een dik glazuur (yoghurtdikte). Vul het cornetje met glazuur en versier de kransjes zonder amandelschaafsel met sneeuwvlokjes en streepjes. Bestrooi de kerstkransjes met amandelschaafsel licht met poedersuiker.

Tip:

Maak er mooie lintjes aan en hang ze in de kerstboom of aan een stoere (kerst)tak.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder