6 Uur in de avond, een tochtig station in een provincieplaatsje.
Ik wacht op de trein en een oude vriend.

Ze staat een eindje verderop, ze heeft het koud en blaast in haar handen. De mouwen van haar beige trui komen een stukje onder haar zwarte jack vandaan, donkerblonde krullen, een rode shawl half voor haar mond geslagen, lange slanke benen in een strakke zwarte broek.
Het is alsof ze licht geeft in de natte duisternis, mooi is ze, zo mooi als je als ontluikende vrouw maar zijn kan. Zo mooi dat je hart er even van overslaat.
En jong, heel jong, tenminste in mijn ogen, 22 hooguit.
Ik moet de neiging onderdrukken om met mijn handen haar ijskoude natte wangen en oren warm te wrijven. Zoals je bij kinderen doet die uit de sneeuw komen.
Dan zie ik vanuit mijn ooghoek, want je kunt maar niet blijven staren, dat ze in beweging komt. Een ogenblik later staat ze naast me te appen op haar telefoon.
Vlak naast me, bijna te dichtbij met haast geen mens op het perron. Ik ruik een lente frisse geur, ze kijkt op, onze blikken kruisen elkaar en ze glimlacht voorzichtig.
Ik begin een gesprekje, over de trein, het weer, zitten of staan, ze moet hardop lachen om iets wat ik zeg en nog eens. Haar tanden schitteren, haar stem tinkelt. In de verte doemen de lichten van de intercity op. ‘Gelukkig geen overstap’, zegt ze, ‘ik kan blijven zitten.’ De trein stopt, ze groet, ik wens haar een goeie reis, ze loopt als een ervaren reizigster naar de eerste deur. Met een voet al binnen kijkt ze nog een split second om. En op hetzelfde moment ben ik weer 21, het leven lokt, roekeloos die trein in stappen, meereizen, wie weet waarheen, hoe lang.
Mijn vriend komt uit de verte en steekt zijn hand op, de fluit snerpt, de trein vertrekt.
En ik ben blij, om het leven, dat het nog kan, zomaar even tomeloos verliefd zijn.
En weer los laten.

Categorieën: Algemeen

11 reacties

Mien · 19 januari 2016 op 07:14

Een lief trawantje, dat voelt als een oude jas. Mooi.
Moest ook even denken aan ‘in een rijtuigie, ergens middenin …’
Maar dat komt door de titel. Die vind ik niet zo sterk.

Odette · 19 januari 2016 op 07:23

Meneer T., dit is er weer een in de categorie van pareltjes. Teveel mooie zinnen om op te noemen. Alleen voor wat betreft de titel sluit ik me bij Mien aan, die vind ik wat minder.
Ben een beetje flieft nu. Ik weet nog niet helemaal op wie maar ik vìnd het.

Meralixe · 19 januari 2016 op 07:39

Hm Trawant, verlieft? Men kan het ook geil noemen maar dan haal ik je mooie column onderuit. En, ik weet het, jonge mensen kunnen zo ontzettend onschuldig ontluikend mooi zijn. Sommigen plegen bij wijze van spreken strafbare feiten.

troubadour · 19 januari 2016 op 08:52

Jaloesie, prachtig mooi!

miepske · 19 januari 2016 op 09:06

mooi!!!

Lianne · 19 januari 2016 op 10:44

Erg mooi, een teder portret van een mooie ontmoeting.

Spencer · 19 januari 2016 op 12:20

Fraai.

Frans · 19 januari 2016 op 14:52

Knap dat je een gesprek met haar begint. Zou ik pas op de weg naar huis hebben. Maar nog knapper is het als je het allemaal verzint terwijl je eenzaam in de kou op een vriend wacht. Wat overigens aan het verhaal niks afdoet.

Dees · 20 januari 2016 op 11:30

Hakke hakke puf puf, weg was zij.
Prachtig stukje.

arta · 20 januari 2016 op 12:37

De tonen van ‘Annabel’ blijven hangen na het lezen van dit prachtige stukje, vol bewondering, zonder ergens over de top te gaan!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder