Ik weet niet meer precies wanneer het was, maar vermoedelijk ergens in 2007 trok ik, schichtig om me heen kijkend, op klaarlichte dag een europallet van de straat bij mijn ouders het berghok in.
Een europallet, zo’n stevige, niet de Xenos versie waar je geen statiegeld op terugkrijgt, is behoorlijk zwaar kan ik je vertellen en er was een grote kans -daar ik noch mijn ouders een auto hadden- dat de pallet een hele tijd passief zou doorbrengen in eenzame opsluiting met o.a. een gammele fiets, een oude archiefkast en een antieke droogkap. Ik hoopte maar dat deze coryfeeën van een merkwaardig soort jeugdsentiment niet hautain neer zouden kijken op de anticiperend hippe pallet, die onbedoeld de heersende orde kwam verstoren in een statische omgeving van conservatieve gebruiksvoorwerpen.
Anderhalf jaar lang stond de pallet stof te vergaren in de betonnen bunker van het appartementencomplex waar mijn ouders in een “terug naar de stad” opwelling waren gaan wonen, toen ze besloten terug te verhuizen naar een randgemeente, omdat er voornamelijk yuppen in het complex woonden en mijn ouders de yuppen leeftijd zo ver waren gepasseerd dat op de leeftijd dat ze het wel hadden kunnen zijn het fenomeen nog niet bestond.
De pallet werd dus met de gammele fiets en de archiefkast in het bestelbusje van mijn knorrige oom geladen en naar zijn nieuwe onderkomen vervoerd, de kelder van mijn nieuwe woning in Rotterdam Zuid. Daar kon hij al snel gezelschap verwachten van pallet nummer 2, clandestien in het holst van een zonnige middag hijgend en zwetend van de straat het portiek in gesleept.
God mag weten waarom ik die tweede pallet in mijn leven wilde.
Had ik een tweede pallet nodig in mijn leven?
In alle eerlijkheid mijn trackrecord tot dusver overwegend, ik had nog he-le-maal niks, nada, noppes met die eerste pallet gedaan in 2 jaar tijd. En het is niet dat ik er 2 nodig had voor het project dat ik in mijn hoofd had, n.l. een rijdende salontafel bekleed met bloemetjesbehang. Naar een idee van een voortvarende vriendin die haar tijd ver vooruit was en inmiddels haar roze gelakte pallettafel op wielen de deur alweer had uitgedaan, bij behoefte aan meer solide en volwassen meubels die bij een beginnend gezin horen.
Toen ik opnieuw ging verhuizen, na 7 jaar, vroeg mijn moeder dus ook voorzichtig of ik de pallets wel mee wilde verhuizen.
Wácht even… na ZEVEN jaar??
Jaar na jaar was ik dag in dag uit de kelder in gegaan om de was op te halen en jaar na jaar, dag in dag uit, zag ik de pallets – die inmiddels gezelschap hadden gekregen van een set ongemonteerde wielen in een plastic zak- op elkaar steunend mismoedig tegen de muur aanhangen. En jaar na jaar, dag in, dag uit, bracht dat een chemische reactie in mijn neuronetwerk te weeg die kort samengevat inhield dat ik “binnenkort eens aan de slag ging met die pallets”, een voornemen dat ik ook regelmatig uitte naar vrienden en andere naasten.
Het was simpelweg onmogelijk om de pallets achter te laten. Mijn geloofwaardigheid als mens zou onherstelbare schade lijden en mijn krampachtig in stand gehouden zelfbeeld van ‘project afronder’ zou instorten als een kaartenhuis als ik de pallets niet meenam. En wat te denken van het zelfbeeld van de pallets?
De pallets verhuisden dus gelaten mee naar het gammele schuurtje in de achtertuin van mijn nieuwe woning in Rotterdam Noord, alwaar ze, langzaam schimmel ontwikkelend, hun onzekere lot verder afwachtten.
Het moge duidelijk zijn dat de tijd ondertussen niet stil had gestaan en ik hoorde het onheilspellende gerommel in de verte van de naderende pallettrend angstwekkend snel dichterbij komen, de sloophout – en de fruitkistjestrend bijna de hielen lichtend.
Het woord pallet viel vaker in de wandelgangen en in sociale kringen in een positieve, niet bouwvakker- gerelateerde context. Ik hoorde van mensen die iets creatiefs deden met een pallet en op festivals of in hippe etablissementen zag ik zo nu en dan een hoopje pallets met daarop oosterse matrasjes om lekker in te gaan liggen loungen. Kortom, je kon gezien worden mèt of óp een pallet.
Met de komst van Pinterest en de DIY-beweging viel het niet meer te ontkennen; de pallethype was een feit. Typ DIY Pallet in en je komt de eerste 24 uur niet meer achter je laptop vandaan. Werkelijk alles maakt men van pallets. Plantenbakken, bedden, schommels, picknickbanken, kasten, zwembaden, vluchtelingenhuisjes, rijdende salontafels…
Er begon bij mij stil verzet te groeien. De palletbeweging helde over van hip naar trend, fases in een ontwikkeling die ik het liefst beide uit de wegga, maar vaak onmogelijk blijken om helemaal te ontwijken, omdat nu eenmaal bijna alles in het leven tot een beweging behoort. Je kunt je er nog zo tegen afzetten, maar dat wordt dan ook weer wat kunstmatig want het is natuurlijk om bij een groep te willen horen en verbinding te zoeken. Neemt niet weg dat je wel verantwoordelijk bent voor hoe ver je daar in gaat.
Ik wist een ding zeker, zodra je palletmeubels kan kopen bij hippe woonwinkels (en dat kan) zijn ze binnen afzienbare tijd ook verkrijgbaar bij niet heel hippe woonwinkels met in grote witte blokletters “HOME” of “LOVE” erop geschilderd.
Dit alles leidde bij mij tot een afschuwelijke, maar onvermijdelijke gevolgtrekking: ik moet binnenkort een slecht nieuws gesprek gaan houden met de pallets in mijn schuur.
8 reacties
Mien · 21 april 2016 op 13:15
Bijzonder staaltje palletles. Weer eens wat anders dan balletles. 😉
Mia Caro · 22 april 2016 op 14:37
Hihi, ballet is wel tijdloos 😉
Dees · 21 april 2016 op 19:43
Geweldig leuk stukje. Een feest om te lezen ?
Mia Caro · 22 april 2016 op 14:38
Dank je Dees!! 🙂 🙂
Esther Suzanna · 22 april 2016 op 00:19
Palletleed. Ik heb met ze te doen…
Soms moet je moeilijke beslissingen nemen in het leven. 🙂
Mooi woordgegoochel.
Mia Caro · 22 april 2016 op 14:39
Nou ik ook een beetje eigenlijk.. ben aan het zoeken naar een humane oplossing 😉
Dank je!
NicoleS · 23 april 2016 op 10:48
Leuk gedaan, Mia Caro
Mia Caro · 24 april 2016 op 12:47
Thanks! 🙂