De basis van al het leven. Superspul. Een van de übermilf’s Heather Locklear houdt haar rimpeltjes in bedwang door ze in te smeren met sperma. Nu kan ik mijzelf natuurlijk opwerpen als donor maar ergens heb ik het idee dat ik met mijn huidige bankrekening, huurhuis en moederfiets betrekkelijk kansloos ben om ook alleen maar in haar buurt te kunnen komen. Laat staan haar te verblijden met mijn antirimpelcrème.
Potje opsturen dan maar, nee, dan heb ik er zelf geen plezier aan. Helaas zal Heather het zonder mij moeten doen.

Overigens is het in een potje doneren helemaal  zo simpel nog niet, het is een onderschatte topprestatie. Om te kijken of ik wel genoeg zaadjes had, of ze wel rond stuiteren als Jochum Meyer en of ze koers konden houden heb ik ooit een potje mogen inleveren in het ziekenhuis.

Voordat het zover is moet je eerst de psychologische oorlogsvoering winnen. Het is tussen jou en het potje. Het potje is eigenlijk geen potje maar van het formaat jampot met een knalrode deksel. Minimaal een inhoud van een halve liter. Deze mastodont staart je minimaal zes weken aan en steekt je de gek aan omdat je constant denkt “op de afgesproken datum en tijd moet ik mijn kwakje daarin deponeren”.

Als je dan in de ochtend eindelijk de strijd mag beslechten en in het spier gaat om het potje de baas te zijn kom je terecht in een ware doodstrijd. Eerst blijft het een slappe hap, gestimuleerd door mijn vrouw werd ik ook niet, die vroeg steeds of het al gelukt was. Pijn in mijn arm, licht zwetend beslechtte ik de strijd. Recht in het potje, goed nadruppelen anders lijkt het helemaal niets in die wasteil met rode deksel.

Op de fiets naar ziekenhuis met de pot in de broekzak om de klodder op lichaamstemperatuur te houden. Doordat de pot een dusdanige afmeting heeft en eigenlijk net niet past begint je spijkerbroek ook nog te trekken in je toch al gehavende kruis.

Op de fiets begin je moed te verzamelen om je zo stoer mogelijk op te stellen als je overduidelijke spermapot moet inleveren bij de desbetreffende op dat moment altijd aantrekkelijke zuster. Haantje dat ik ben stap ik dus vol goede moed met een rechte rug en eelt op mijn hand het laboratorium in van het ziekenhuis. “Ik kom wat afgeven”, ondertussen leg ik de bijbehorende papieren neer en zet vol trots mijn nazaten in de dop op de balie. Zonder blikken of blozen.

“Euh, meneer de Koning, dit mag ingeleverd worden bij het lab op de bovenverdieping”.

Categorieën: Algemeen

De Koning

Actieve vader van vier prachtige zonen. Stuitert het liefst zoveel mogelijk mee in de dagelijkse belevingen van zijn nazaten.

5 reacties

Nachtzuster · 29 april 2013 op 21:21

Leuk en origineel, maar ietwat slordig geschreven. Sommige zinnen lopen niet echt lekker. Het lijkt alsof je het in één keer ingeleverd hebt. Maar nogmaals, leuk!

Mien · 30 april 2013 op 00:17

Met horten en stoten gelezen.
Uitslag al bekend?

De Koning · 30 april 2013 op 01:26

Dank voor de kritieken. Ondertussen vier zonen verder.

Yfs · 30 april 2013 op 16:29

Met zo’n zaadvragende jampop ben je er nog goed van afgekomen. Sommige melden zich aan de balie met een heel schrootjesplafond!! :rotfl: Leuk verhaal! :yes:

Bitchy · 1 mei 2013 op 00:13

Ik dacht eigenlijk dat je dat in een klein ziekenhuiskamertje met in een hoekje een paar Chicks moest zien te uhh klaren 😉
Ik zag het voor me…arme man! 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder