Dinsdag 17 juni ben ik in de ochtend met mijn zoontje naar de diergaarde gegaan. Op de fiets. Zijn tweede verjaardag en tevens de geboortedag van mijn vader. Midas Dekkers legde eens uit dat de kans dat je überhaupt geboren wordt eigenlijk nihil is. Daarbij vergeleken was de kans dat mijn zoontje op de verjaardag van mijn vader geboren zou worden tamelijk groot. De mogelijkheid dat hij op een van de andere 364 dagen geboren zou worden, is in dat opzicht te verwaarlozen.

We nemen de oude ingang aan de achterzijde. De mooie ingang. Dat is mijn keus. Achter de sierlijke hekken ligt het pittoreske plein tussen het flamingo-, het leeuwen- en het apenverblijf in. Het ademt nostalgie. Hier liggen de voetsporen van mijn ouders wandelend met hun tweejarige zoontje. Nu rent mijn dondersteen recht op de loungebanken af, tegenover de poffertjeskraam. Hij klautert op een groot kussen en gaat keurig klaarzitten. Als papa nu nog niet begrijpt wat hem te doen staat, is er iets helemaal mis.

Nadat we de poffertjes samen hebben opgepeuzeld, wordt het tijd naar de leeuwen te gaan. Mijn nageslacht kan perfect een leeuw nabootsen. ‘Wrrouuuuwww!’ brult hij bij het zien van de leeuwen. Hij kijkt er boos bij. Maar na een minuutje is het wel weer welletjes. Volgens meneer moeten we snel door naar de apen. Ik volg hem op mijn gemak, zijn potige stapjes. Hij wijst de weg. Hoe cool is het, bedenk ik me, op een doordeweekse dag samen met je zoontje door de dierentuin te banjeren.

Niet geheel onverwachts slaat hij linksaf. De speeltuin. De kindergeluiden kan hij niet weerstaan. Als een speurhond laveert hij tussen de speelwerktuigen, op zoek naar wat hij precies wil. Zijn keus valt schijnbaar willekeurig op de glijbaan, die de vorm heeft van een giraffe. Even later voegt ook mama zich bij ons, ze whatsappte al eerder en is uit haar werk naar ons toe gekomen. Ik maak een paar foto’s van die twee, bij de Giraffeglijbaan. In een merkwaardig moment zie ik voor me hoe mijn zoon, over vierenveertig jaar, deze foto’s bekijkt.

De apen. We hebben geluk: Bokito wordt juist gevoederd. Een verzorger slingert met lange uithalen stukken fruit over de greppel in het buitenverblijf. Hij leunt statig op zijn vuisten, de zilverrug, en pakt zo af en toe een stuk fruit van de grond, dat hij, al spiedend met zijn alerte bruine ogen, tussen zijn kaken vermaalt. Elke keer als ik hem zie moet ik denken aan die ene keer dat hij ontsnapte. Voorjaar, 2007. Een vrouw uit Zoetermeer bezocht hem vier dagen per week. De mensaap vond haar aardig; dat was een ding wat zij wel zeker wist. Ze bleef hem aanstaren. En als zij haar hand op het glas legde, deed hij dat ook. Tot Bokito ineens een aanloop nam en over de greppel sprong. De vrouw bleef achter met diverse breuken, een verbrijzelde hand en meer dan honderd beten. Daarna is hij nog even het restaurant binnengelopen. Goh, wat had ik daar (van een afstandje) graag getuige van geweest. Het spektakel!

‘Hoe oud is Bokito?’ besluit ik aan de verzorger te vragen, die onvermoeibaar de stukken fruit over de greppel heen slingert.

‘Achttien jaar,’ antwoordt hij zuchtend, ‘ze kunnen tussen de veertig en vijftig jaar worden…’

Ik knik. Kijk naar mijn vrouw. ‘Dan is hij in mensenjaren een jaar of veertig,’ zeg ik, ‘ongeveer jouw leeftijd.’  ‘Is het niks voor jou, die aap?’ Ik knipoog naar haar. En zie dat Bokito ons heeft gesignaleerd. Hij stopt even met kauwen.

Mijn vrouw staat gebukt aan het hekje, te leunen, te staren. ‘Ja,’ geeft ze toe, ‘ik val wel op zulke types.’

Categorieën: Algemeen

Richard Brand

Brand (1968) is geboren te Rotterdam-Delfshaven en woont momenteel in Schiedam. Sinds 1999 is hij werkzaam als bevelvoerder bij de brandweer in Den Haag. De studie Cultuurwetenschappen heeft hij niet volledig afgemaakt, maar in zijn vrije tijd studeert hij aan de Open Universiteit. Daarnaast brengt hij, in samenwerking met De Nieuwe Uitgeverij, zijn roman ‘Iva‘ uit: een verhaal over de zoektocht naar wat kunst is. De gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersonage, Stan Weideveld, leiden de lezer via intrigerende scènes naar een oplossing.

3 reacties

Mien · 25 juni 2014 op 12:26

Leuke column. Graag gelezen. Altijd blije gezichten in zo’n dierendorp. 😉

troubadour · 25 juni 2014 op 14:00

Leuk en ook goed, goed gecomponeerd en daardoor prettig leesbaar. Geinig slot.

Nachtzuster · 26 juni 2014 op 01:49

Leuke column over een alledaagse dag in de dierentuin. Ik denk dat jij een heel tof zoontje hebt. En dat jij een toffe vader bent.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder