Halverwege de zitting stuurt de rechter ons naar de gang.
We moeten kijken of we eruit komen. Het gaat redelijk snel.
Haar advocaat duwt mij een briefje onder mijn neus met daarop 12 dingen die zij graag hebben wil.
Als ik daarin meega, mag ik alles houden, qua inboedel. Ik bestudeer het briefje.
Het zijn geen spullen waar ik moeilijk over zal doen.
Wat kleine huishoudelijke spullen en speelgoed van mijn dochter.
We gaan weer naar binnen en delen de rechter mee dat we eruit zijn, qua spullen.
Dat ik met het gehele lijstje akkoord ben, maar het moet wel zaterdag opgehaald worden, rond 15:00 uur. Dan ben ik er vanaf.
Weer wordt er instemmend geknikt.
Ik kom thuis en besluit meteen een deel van het lijstje af te werken.
Ik begin aan het zwaarste deel, het speelgoed van mijn dochter.
Ik pak een grote doos en daarin verdwijnen haar spellen, puzzels, boeken en knutselspullen. Maar ook al haar playmobile en haar knuffels die al die tijd op haar bed hebben gestaan.
En dan komt het besef.
Ik ben net gescheiden zonder ouderschapsplan en terwijl ik het speelgoed van mijn dochter bij elkaar zoek, voel ik de tranen over mijn wangen lopen. Mijn dochter, mijn alles, heb ik al bijna een jaar niet langer gezien dan 3 uurtjes per maand.
En vandaag pak ik een deel van haar speelgoed in.
Het voelt alsof ze dood is en nooit meer terugkeert in dit huis vol herinneringen.
Alsof ik haar nooit meer ga zien.
Binnenkort ga ik in gesprek met de gezinsvoogd en vragen hoe hij voor zich ziet wie zich uiteindelijk aan een ouderschapsplan gaat wagen.
Zonder afspraken zal ik mijn kinderen niet meer zien in vakanties, niet meer rond feestdagen. Die gedachten maken mij gek.
Ik app mijn psycholoog om dit te bespreken en zij antwoord mij dat we morgen even bellen.
Het geeft me rust.
Categorieën: Algemeen
0 reacties