Het heeft niet gemogen

In ‘49 had ik het voorrecht door geboorte meteen gelukkige ingezetene te worden van de metropool. Wij woonden toen in hartje stad, aan de Ankerrui, aan de ingang van de tunnel. Niet zomaar een tunnel, neen: “Den Tunnél, onzen Tunnél. Veur hiel Antwàrpe de konijnepijp, veur de rest van Europa: de Imalso-tunnel”. ’t Was nog den tijd dat die pijp de enige ondergrondse oeververbinding was onder “’t Scheld”. ’t Was den tijd dat er van John Fitzgerald zijne koker nog lang geen sprake was.