Onlangs zat ik ergens in de vroege ochtend met mijn krantje en bakkie koffie aan de tafel en nam al slurpend alles tot mij. Totdat mijn oog viel op een oranje dingetje wat op de hoek lag te wachten tot iemand er iets mee ging doen. Ik slurpte verder maar het oranje dingetje begon me wat te irriteren. Ik liet de krant los, boog wat voorover en pakte het.

Het bleek een oranje stukje stof met een gezichtje. Tenminste, daar leek het op. Ik zag nog twee witte tandjes en kwam vervolgens tot de conclusie dat dit het hamstertje van de Albert Heijn moest zijn. En dat hij was gescoord omdat mijn echtgenote voor meer dan vijftien euro aan boodschappen had besteed.

Ik kneep er een beetje in, draaide hem om en vroeg me af wat nou helemaal de toegevoegde waarde van het prutsding zou kunnen zijn. Ik draaide hem nog een paar keer en langzaam borrelde de vraag of dit dingetje onder de noemer “kinderen voor kinderen” werd geproduceerd of dat hij volautomatische uit de “onzin voor onzin” fabriek was gerold.

Nou acht ik de Appie van een dermate niveau dat ze zich niet bezighouden met spullen die door kindervingertjes in elkaar zijn geprut. Maar ik zie deze zinloze oranje krengen wel als een vorm van milieuvervuiling. Want laten we eerlijk zijn: wat moet je ermee. Mijn kleinkinderen laten ze volgens zeggen links liggen en onze hond was er ook na één minuut kauwen op uitgekeken. Bovendien heb ik per definitie gloeiend de pest aan dit knaag-gajus omdat ze alles kapot vreten.

Vroeger hadden wij ook knagers. In een kooi. Volgens mijn zoon waren het “cariaatjes”. Ik vond het van begin af aan al helemaal niks. Het waren van die stinkende zenuwlijertjes die de hele dag door de kooi renden en alleen maar rotzooi trapten. Bovendien bleken het man en vrouw en lagen hele dagen te rollebollen. Nadat ze met onbekende bestemming waren gedeporteerd, diende er zich als compensatie een nieuwe knaag-generatie aan. Een konijn. Met een hok, maar dan buiten. De dagelijkse levens-scyclus van Witje was simpel: de kinderen propten hem aan de voorkant vol waarna ik aan de achterkant met de gevolgen aan het werk kon. Het ding scheet en piste de hele dag van zich af. Klotekonijn…

Ik keek nog even naar het oranje hamstertje en nam nog een laatste slok koffie. Daarna smeet ik hem in de speelgoedbak. Toch kwam ik er niet helemaal van los. Ergens in mijn geheugen hing nóg een hamsteractie. Van heel lang geleden. Dat was ergens in de post-konijn periode. Er moesten hamsters komen. Die waren beter dan de “cariaatjes” van weleer. Die kon je lekker knuffelen. Maar helaas: het bleken al snel van die bijtende krengen. Zeer enthousiast maar zo vals als de kolere. Ik ben creatief naar een oplossing gaan zoeken. En die vond ik: een elektrisch met smeerkaas ingesmeerd snoertje wat als een spaghetti-sliert door de kooi hing…Het bleek zeer effectief… Ze hebben bij mijn weten nooit meer gebeten.

Onwillekeurig moest ik aan voetballer Luis Suarez denken. Niet meer dan in een flits…

Brompot

Categorieën: Actualiteiten

Bart

Bart Vlasblom, 63 jaar en met pensioen. Inmiddels vijftien jaar actief als columnist. Werkwijze: Met een kritische blik dagelijkse ontwikkelingen volgen. Zowel op politiek, maatschappelijk als persoonlijk terrein. Dit alles uitvergroot en op een humoristische wijze weergegeven. Brompotcolumns zijn "columns met een knipoog..."

3 reacties

troubadour · 29 juni 2014 op 12:58

De toegevoegde waarde van al het materiaal is dat het een oranje kleur heeft. De plastic soep in de oceanen kleurt gegarandeerd oranje, als we de finale halen.
Jammer van deze zin; “Bovendien bleken het man en vrouw en lagen hele dagen te rollebollen”. Samen met “levens-scyclus” maakt het de alinea tot een povere.
En dan die elektrificatie! Niet al te effectief worden Bart…

Mien · 29 juni 2014 op 22:01

Wat een dieronvriendelijke column zeg, bahhhh …

arta · 3 juli 2014 op 11:55

Leuke column, lekker op het randje!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder