Het is laat in de avond en al behoorlijk donker. Voor november ongekend warm. Het komt niet door de vreemde lichtobjecten die hier rond mij gloeien. Maar het blijft een vreemde gewaarwording. Al dat licht in november.

Ik ben op pad gestuurd door mijn chef. Hij werd geïntrigeerd door lichtflitsen die van de aardbal stuiterden. Een echte klus voor mij. Mijn TARDIS flink gas gegeven en in no time ergens midden in Brabant geland. De Brabantse kempen. Je moet er maar op komen. Ik moet altijd aan hanen en vechten denken, bij kempen. En een beetje aan boeren natuurlijk. Dat volgt als vanzelf. Gelukkig heb ik altijd goed opgelet bij aardgeschiedenis en wist ik van de hoed en de rand.

Daar liep ik dan vol verwondering. De stad waarin ik mij bevond liep leeg. Met aan boodschappentassen vastgeklonken mensen. Waar was ik ook alweer naar op zoek? Naar lichtflitsen gekatapulteerd richting ruimte, om precies te zijn, richting intergalactica. En ik vond ze. Maar pas na lang zoeken. Iedereen was het paadje kwijt.

Waar loopt nu toch die route? Die gigantisch mooie lichtroute? Dat was wat de mensen zich afvroegen. Ze zagen gewoonweg het licht niet meer. Waren het kwijt. Jarenlang liep het licht als lopend vuur over dezelfde weg. Maar nu niet meer. De kerk als centrum van licht dat zou een goed startpunt zijn geweest. De kerk die dit jaar, naar ik vernam, niet in 2 maar in 3D genomen was. Vanuit het treinstation had ik mij graag verrast willen zien. Maar dat was ook dit jaar geen optie. Er stond geen enkel lichtobject voor het station. Vreemd. Heel vreemd.

Architectuur en natuur waren de drijfveren die dit jaar lagen onder de route. De route? Over welke route hebben we het nu in hemelsnaam? Maar het werd me al snel duidelijk. Een plattegrond leidde me dwars door aaneengeklit, ongeduldig dringend mensenvlees, door stad, tuin en park. Op vele plaatsen was koek en zopie voorzien. Chic, dom en best lastig als je pakweg honderd mensen tegelijkertijd bij een pleisterplek, espresso wil serveren. Is daar over nagedacht? Nee. Dat doen we in het intergalacticum wel beter. Daar serveren we gewoon DE koffie. Een betere bestaat er niet. Gelukkig had ik een goedgevulde thermoskan bij me.

Nou, ik heb de lichtflitsen uiteindelijk gevonden. Het waren er veel. Heel veel. De indrukwekkendste gaf vuur. Echt vuur. Meters omhoog gezwiept door ventilatoren en benzine in een grote circuswand van plastic. Spectaculair. Daarvoor moest je wel eerst een bos betreden in de vorm van een kathedraal. De zijbeuken van het schip bleken warempel echte beuken. Knap hoe hier het huis van een lieve heer met licht tot leven werd gewekt. Helemaal filosofisch werd het bij de paardenbloemen van plastic. Naar ik mij liet vertellen waren er pakweg 70.000 plastic flesjes aan gespendeerd. Eerst gefileerd en daarna zorgvuldig uit elkaar geknipt, daarna in het licht gezet. In bolvorm op een stokje. Mooi. Ik kan niet anders zeggen. Maar dat onze chef daar nu wakker van ligt is mij een raadsel.

Langs het water in het park schoot ik even vol van lichtgolven. Ze spiegelden in het water en maakten iedereen stil. Het vormde een brug in stilte tussen alle aanwezigen. Dan maak je indruk. Op publiek en op het gemoed. Ook deze lichtflits was niet besteed aan mijn chef. Heb er toch maar een foto van gemaakt. Ter inspiratie. Streepjes licht voor en achter in vierkante vlakken hangend tussen bomen riepen herinneringen op aan oude televisies en testbeelden. Nachtelijke regenbogen maar dan horizontaal. Het geklapper van de linten gaf het licht een nieuwe dimensie. Het prikkelde aangenaam in ogen en oren. Die aardlingen wisten toch wel van wanten. Dit wist mijn chef zeker te waarderen.

Tot slot het klapstuk voor het stadhuis. Mocht je niet op vakantie kunnen naar zonnige oorden dan is een bezoek absoluut aan te bevelen. Op het plein is een raamwerk van exotisch wandtapijten van licht opgetrokken dat de vormen aanneemt van een Oosterse stad. Een feestelijke sfeer wordt gecreëerd door een Brabantse crooner die zijn tophit vertaald hoort in alle talen van de wereld. Wet twintig minuten lang. Ja, ik weet het, het is een lange zit. Maar daarna weet je voor eeuwig, in Brabant daar brandt nog licht.

Met een gerust hart nam ik afscheid van de lichtshow en meldde mijn chef het goede nieuws. De lichtflitsen waren allen zeer milieuvriendelijk en roerend en duurden nog slechts zeven nachten. Wie ligt daar nu wakker van? Aldus sprak Dr. Glow.

Ingezonden op 9 november 2015


Harrie

Tijdreiziger

4 reacties

Harrie · 10 november 2015 op 00:06

Ik heb deze column op 9 november ingezonden. Waarom deze op 9 november acht dagen is terug gezet bij publicatie? Ik heb geen idee. Een bug of een geintje. Mijn tijdmachine kan het effe niet meer volgen.

Esther Suzanna · 10 november 2015 op 01:22

Het is wel een knap staaltje van tijdreizen, Harrie… *grijns*

Leuk stuk. Was je er echt?

    Harrie · 10 november 2015 op 12:24

    Om eerlijk te zijn. Ja, samen met Mien. Ik mag toch weer van hem schrijven op ColumnX. Tof hè. Ga dat een keer per week doen.

Mr Moderator · 10 november 2015 op 06:58

Menselijk falen. 01 in plaats van 10 getypt tijdens het inplannen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder