Op sommige dagen lijkt het alsof de wereld aan me voorbij gaat. Alsof er tussen mij en de realiteit een onzichtbare muur zit. En door die muur heen bezie ik de wereld. Maar de wereld lijkt vaag, de geluiden die deze wereld voortbrengt klinken gedempt en onecht in de oren. Ook het tempo klopt niet. Alles aan de andere kant van die onzichtbare muur beweegt veel langzamer dan zou moeten. Op dit soort dagen is het de realiteit die surreëel aandoet.

Wanneer een van mijn collega’s zich tot mij richt, kijk ik hem bevreemd aan. Luttele seconden lang begrijp ik niet wat hij zegt. Dan langzamerhand verwerken mijn hersenen de boodschap. Wanner ik zijn vraag beantwoord, klinkt mijn eigen stem net zo gedempt als de rest.

De wereld lijkt zich onder water te bevinden. Een stille onderwaterwereld waar niemand haast heeft en waar ik de vreemde eend in de bijt ben. Op zulke dagen vraag ik mij af wie er nou gek is, de rest of ik. De uitspraken en ideeën die anderen hebben, zijn mij compleet vreemd en in deze specifieke gemoedstoestand is het opbrengen van begrip voor een doorgedraaide wereld niet haalbaar. De meest normale interacties tussen mensen komen mij uitermate vreemd voor. Hoewel de onzichtbare muur afstand kweekt, kweekt hij ook inzicht. Van mijn kant van de muur zie ik voor het eerst helder. Alle maskers vallen af en de processen achter de intermenselijke interacties worden duidelijk. Op zulke inzichtelijke momenten kan ik een glimlach niet onderdrukken. Wanneer ik stilsta, een stap terug doe en van een afstand zie hoe mensen met elkaar omgaan – lach ik breeduit. Al die nuances die mensen samen hebben bedacht en door de eeuwen heen hebben vervolmaakt zijn erg vermakelijk voor diegenen die buiten de realiteit staan (al is het maar voor even). De omwegen en subtiliteiten die mensen gebruiken om een boodschap over te brengen zijn – wanneer de schellen afvallen – bizar om te observeren.

“Henk, wil je een koffie?” (ik zal het maar aanbieden anders krijg ik gezeik)

“Ja lekker Kees, doe maar een bakkie” (Goh Henk doet ook ’s wat zeg. Werd tijd)

“Wil je er nog wat in?” (eigenlijk kan ik die henk niet uitstaan, laatste keer dat ik koffie voor hem haal)

“Nee ik drink het zwart” (we werken nu al 2 jaar samen en die eikel weet het nog steeds niet)

Vanachter de muur hoor ik de gesprekken achter datgene wat hardop gezegd wordt. Hoewel het echte gesprek gedempt klinkt, zijn de gedachten erachter oorverdovend. En wederom stel ik mijzelf de vraag of ik het ben die zo ongelofelijk buiten de boot valt, of dat het de anderen zijn die niet helemaal goed wijs zijn. Het antwoord heb ik nog niet gevonden en naar alle waarschijnlijkheid ben ik morgen weer onderdeel van het schouwspel in plaats van slechts waarnemer. Dan ben ik dit diepe gevoel van er niet bijhoren weer kwijt en ga ik net als alle anderen weer op in het dagelijkse. Misschien maar goed ook, de wereld begrijpen maakt een mens niet gelukkig. Aangezien de mogelijkheden om de wereld te veranderen wel bijzonder beperkt zijn.

Categorieën: Algemeen

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder