Bastiaan B. Springfield mijmert door het leven.
De Vaartkapoen
Hij tuurt in de verte naar een waterige horizon. Een rauwe grom weerkaatst tegen de stalen wanden van de sobere cabine. Zijn getekende gezicht knijpt ineen bij de gedachte dat dit beeld straks verstoord gaat worden door pruttelende sloepjes gevuld met rosé lurkend volk verzameld rond een tafel gevuld met tapenades, olijven en biologische crackers. Met het klimmende kwik wordt het ook drukker op het water. En dus ook op zijn kanalen. Zijn gelaat ontplooit krakend in standje wanhoop.
Hij hupt wat op en neer op zijn Caterpillar klappertjes met stalen neuzen die hem al menig storm op de permanent ontblote benen hebben gehouden. De wolken stapelen zich op en af en toe prikt het zonnetje er doorheen. Hij kijkt naar zijn imposant gevulde cockpit en ziet dat het buiten net geen achttien graden is. Hij zucht nog wat en mompelt iets over niets. Zijn zwaar beringde hand verlaat het wiel, gaat omhoog en strekt zich boven zijn ogen uit als ware hij verrast door wat plotselinge zonneschijn. Zijn stalen schakelarmband ratelt op zijn plek en stopt tegen de getatoeëerde onderarm van deze laatste echte vaartkapoen.
Een zwaar rochelende kuch echoot na in de cabine. Volharding 5 deint vervaarlijk op en neer terwijl de knoestige knuist van de trotse eigenaar een stalen mok pakt met daarin gitzwarte koffie. De roest aan de randen deert hem niets terwijl zijn vingers reumatisch in de mok beginnen te knijpen. Als je goed luistert hoor je zijn buigende vingers kraken door de permanente kloven veroorzaakt door het vrije spel van olie, vetten en smeer. Hij is de laatste. Nummer 5 zal nooit een 6 worden aangezien zijn enige zoon in de tassenmode is gegaan. Bedenkelijk tuurt hij verder en zet zijn koffie weer neer. De diepe groeven in zijn gelaat tekenen zijn markante rauwheid. Vaardig rolt hij met zijn rechterhand een shaggie en likt hem gedecideerd dicht. Naast hem licht een pakje Kent met mentholsigaretten voor de afwisseling en zijn keel.
De evolutie van authentieke vaartkapoen tot moderne binnenvaartschipper kan niet treffender in beeld worden gebracht. Van eerlijke shag tabak tot een gekunsteld sigaretje met extra frisse smaak. Over een paar jaar zitten de schippers in een smetteloos wit Stubing pak (vernoemd naar de kapitein op Loveboat) en bepalen de knoppen in de cockpit wat er op en met het schip gebeurd. De strepen en sterren op het uniform worden verkregen middels een Airmiles-principe. Van zelf gerolde zware shag van de weduwe Van Nelle in Rizla blauw naar een gekunstelde sigaret waar menthol uit komt omdat je anders uit je kin gaat stinken. De definitieve teloorgang van de echte vaartkapoen. Een moderne binnenvaartschipper wiens schip niet meer Neeltje Jacoba, de ruwe Branding, Maria Magdalena of de Volharding heet. Nee. De schepen die je nu al langs ziet glijden heten Oase, Fata Morgana of Back to Eternity. De groeven in zijn gezicht lijken zich permanent te nestelen in onvrede en pijn. Een spastische beweging van zijn arm en de koffie valt in zijn openstaande overall waar zijn grijze borsthaar erger voorkomt. De zware schakelketting verkoelt het warme vocht.
Het zal zeker niet lang meer duren of deze pluimende vervuilers worden vervangen door Tesla onzin. Batterijen in plaats van olie vretende mastodonten die een groot deel van de wereld vervuilen. Een steriele ruimte in plaats van een groezelig kombuis waar de geur van hout en smeerolie elkaar hebben gevonden. Vraag me sowieso af of de moderne binnenvaartschipper de kanaalTesla gaat aanschaffen voor het milieu of vanwege de bijtelling. Hij zet zijn koffie weer neer en zuigt intens aan zijn sigaret. Zijn behaarde borst komt omhoog. De ketting beweegt.
Deze vaartkapoen van Volharding 5 weet het en zijn gezicht zegt het. Krampachtig zal hij in den beginne vasthouden aan zijn ruwe ambacht en dito levensvisie. Als laatste der Mohikanen zal hij strijden tegen de vertrutting die komen gaat. Als een ware batavier. Maar ook hij zal zwichten. Want ook hij is al benaderd. Aan email doet hij niet dus ze hebben hem weten te traceren via de Duitse zandsteengroeve waarvoor hij al decennia op en neer tuft over de schier eindeloze kanalen. Via zijn krakende 27MC bakkie was het eerste contact gelegd. Onzekere maanden volgden. Moegestreden was hij uiteindelijk bang geworden. Bang om de boot te missen en te zinken in zijn veranderende wereld. En ineens stonden ze naast hem op de Duitse kade om de hand te schudden en een kaartje te geven. Een flyertje gaf de optie aan. Verkoop aan Water Purifiers met optioneel een terug-lease constructie. De Duitse zandsteengroeve hadden ze ook al aan boord. Als vehikel voor een ‘total two-point-zero concept twenty-four-seven’. Ook hij zou niet veel later ten prooi vallen aan deze private-equity-hedgefund-club op jacht naar wat extra rendement procenten door met name hard te saneren en mensonterend te werk te gaan.
Nachtmerrie na nachtmerrie heeft hij eraan over gehouden. Volledig daas gestreden, reed hij die ochtend op een volle A2 richting de Amsterdamse Zuidas om de koopovereenkomst te tekenen. Hij kon niet meer en wist dat over een paar jaar de kanalen gevuld zullen zijn met dezelfde boten, in dezelfde kleur, met dezelfde schippers met dezelfde Hans Andersjes op hun neus. In uniform. Want dat wil het grote geld graag. Een mooi, wit Captain Stubing uniform met logootjes van de baas verkregen door hun eigen Airmiles-systeem.
Hij tuurt over zijn Daihatsu stuur in de verte en ziet heel veel hoge gebouwen, wandelende pakken, dure auto’s, gore herrie, maar verder eigenlijk niets. Binnen het uur stond hij weer buiten. Met een fluwelen doosje dat hij had gekregen omdat hij zo verstandig was geweest om te tekenen. Hij opende het en zag een dasspeld met daarop Volharding 5. Hij besloot een stuk te gaan wandelen, kreeg zin in een frikadel speciaal en stopte bij de eerste de beste frietkot. ‘Friet-Boutique’ stond er boven de deur. Hoofdschuddend liep hij door om zo snel mogelijk aan de nu nog interessante horizon voorgoed te verdwijnen.
B.B. Springfield
0 reacties