“Ha Berend! Goede reis gehad?”
“Ja, ging wel. Ik werd alleen gek van die Soedanese douane. Er kwam geen fatsoenlijk woord Engels uit. Ik zal blij zijn als ik hier weg ben; had ik maar een vak geleerd. Enfin, hoe staan we ervoor?”
“Behalve dat ik me tot nu toe stierlijk verveel op dit stuk bedorven strand waar alles ruikt naar vergaan vlees en geen normaal glas whisky te verkrijgen valt? Kut. Ik heb werkelijk waar nog geen massagraf gezien.”
“Meen je niet?”
“Serieus, ik vreet mijn hoed op als ik lieg. Loop maar mee. Voilà, vind je dit een massagraf?”
“Nou, als je het mij vraagt wel. Ik zie toch zo’n honderd lichamen opgehoopt en half weggerot in de zon bivakkeren.”
“Hm, oké, maar is hier ook sprake van genocide?”
“Lijkt me wel! Heb je te lang met je harses in de fikkende fakkel gelopen?”
“Ha, kip ik heb je! Stanley, pass mij eens de DikkezakVanDale!”
“Stanley?”
“Ja, Stanley van de Janjaweed. Een prachtarabier, zo nu en dan brengt hij een paar mooie mokkels voor me mee. Hij beweert altijd dat ze maagd zijn, maar een geoefend waarnemer weet wel beter; ik mag mezelf graag een door de wol geverfde VN-inspecteur noemen. ‘Tuurlijk, de meiden zijn verre van ideaal: de meesten missen een hand of een been, maar in een land als dit moet je genoegen nemen met wat je toekomt.”

“ Ja, ja, we zijn aan het werk. Hoe zit het nou met deze stapel stilzwijgenden?”
“Kijk eens aan: genocide: ‘het stelselmatig uitroeien van een ras of volk’, dat is wel het laatste waar hier sprake van is. Moet je zien: sommige lijken liggen her en der verspreid: sommigen liggen wel twintig meter van deze stapel ongekisten vandaan. Voor mij is geen sprake van stelselmatig werken, het is één chaotische bende. Trouwens, kan jij nog herkennen van welk ras ze zijn?”
“Nee, niet echt de meesten dienen als maaltijd voor die hoog cirkelende uit de klauwen gegroeide zwaluwen.”
“Precies! Bovendien wordt het lastig om te vragen van welk volk ze zijn. Hahaha! Ik mag graag lachen om mijn eigen grappen.”

“Goh, ik denk inderdaad dat je gelijk hebt. Het loopt hier allemaal wel los. He kijk nou! Deze leeft nog!”
“ Wacht even, moet je opletten. Dit heb ik gezien in American History X: met een handige doch ferme trapbeweging breek je zo de schedel symmetrisch in tweeën.”
“Gadver!”
“Och, het went. Eentje meer of minder maakt ook niet uit. Voor de wereld valt hier niks te halen: geen haan die kraait. Het zijn tenslotte maar mensen.”
“Over mensen gesproken. Mijn inwendige mens sterft van de honger.”
“ Nou, nou, je bent hier net en begint nu al over eten. Zo meteen ga je net als dat verwende kleine negertje daar –ja, die met dat volgevreten, bolle buikje- zitten huilen om aandacht.”
“Goed dan, ik heb lekkere trek.”
“Dan gaan we. Kan je gelijk bellen met het hoofdbureau om te zeggen dat hier geen volkenmoord te beleven valt; aan mijn lijf geen polonaise, hahaha!”

Categorieën: Actualiteiten

8 reacties

Raindog · 16 augustus 2004 op 20:30

Het zàl niet zo zijn, maar waarom heb ik er zo’n akelig gevoel bij van: stel nu eens dat het wèl zo is?

Mijn verdeelde complimenten…

Ma3anne · 17 augustus 2004 op 07:55

En die inspecteurs zijn we in feite allemaal. Terwijl we weten wat er aan de hand is, porren we onze barbecue op, draaien de karbonaadjes rustig om en nemen nog een glas.

IJzersterke column.

ignatius · 17 augustus 2004 op 13:48

Natuurlijk is er geen honger, sprake van massale verkrachtingen en vindt er geen genocide plaats want:
* er zit geen olie
* het gaat maar om een stel zandhappers
* bij die negers is er altijd wel wat
* die arabieren moeten we, gezien andere internationale ontwikkelingen, nu toch een beetje te vriend houden
* als je zover (helemaal naar Tsjaad) kunt lopen moet je goed doorvoed zijn
* de afrikanen in de hoorn van afrika en aanpalende gebieden staan bekend als uitstekende langeafstandslopers. Dus die janjaweed krijgt ze nooit te pakken en kunnen dan ook niet aan het massamoorden slaan
* als vrouw waarvan de man al weken “kwijt” is heb je ook je behoeftes en als er dan zo’n prince charming op zijn paard langskomt, het zonnetje schijnt, een romantisch kampvuur op de achtergrond dan is het goed voor te stellen dat er wederzijdse gevoelens ontstaan
* …zucht

Prima column!

Dees · 17 augustus 2004 op 19:30

Doet me denken aan die foto’s uit de Tweede Wereldoorlog, waar militairen voor massagraven in Polen poseren. Rilling.

Knap geschreven!

Mosje · 17 augustus 2004 op 21:56

Beste ReporterL,

Lastig om op deze column te reageren, want ik kan niet precies vertellen wat ik er mis aan vindt.
Het ligt niet aan de ironie, daar zit het wel goed mee. Ironie, zelfs over een onderwerp als dit, dat kan best.
Misschien ligt het aan de dialoogvorm? Wellicht. Lastig voor mij om me voor te stellen dat twee inspecteurs zo met elkaar praten.
Wellicht moet ik er nog eens een nachtje over slapen.

Hans · 17 augustus 2004 op 23:20

Ik had het ook al over dit onderwerp. Het laat me niet los. Het is te droef om niet over te praten.
Met dank namens de mensen die naamloos, roemloos ondergeschoffeld worden. Opdeze manier hebben ze nog geen naam maar zijn ze in ieder geval een lijk waar mensen zich nog zorgen over maken.

Louise · 18 augustus 2004 op 08:32

Ik was nog maar nauwelijks op weg met lezen, en ik wist al dat dit een klasse column zou zijn. aan het einde wist ik het zeker.
Misschien vreemd, gezien het onderwerp, maar je hebt met een nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid ironie, precies de juiste toon weten te treffen.

Echt grote klasse!

sally · 18 augustus 2004 op 21:02

tja, hij is grof en daardoor erg indrukwekkend. Wat de bedoeling is natuurlijk. Dus goed gelukt.
tegelijkertijd voor iedereen goed leesbaar.
Op deze manier haak je niet snel af halverwege.
pluim!
Sally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder