Ze bewoog even haar tenen. Ze strekte en drukte ze tegen de binnenzolen van haar ballerina’s. De ballerina’s had ze op het laatste moment voor vertrek nog in haar handtas gepropt. De schoentjes met hoge hakken die ze droeg bij het instappen, had ze stilletjes onder haar stoel gemoffeld. In haar reistas zaten ook een paar pantoffels maar die durfde ze niet aan te trekken. Ze keek opzij naar het profiel van haar zus. De eerder nog zakkende kaaklijn was sinds enkele weken weer strak getrokken wat haar scherpe neus nog meer deed uitkomen. Soms had ze het gevoel dat haar zus voorheen zachter was geweest. Alsof de perfecte lijnen die zij uit alle macht wilde behouden haar uitstraling juist harder maakte. Maar misschien was dat verbeelding. Ze streek even over haar eigen kaaklijn. Als jongste was het verval bij haar nog niet ingetreden.

Haar zus was altijd de mooiste, sterkste en slimste geweest. Zelfverzekerd werkte zij haar leven af alsof het een strakke agenda betrof. Voor haar gevoel hobbelde ze er altijd achteraan, halfslachtig pogend om in de voetsporen van haar zus te treden maar Lia was acht jaar ouder en de voorsprong was groot.
Tijdens de eerste afspraak in de kliniek bekroop haar voor het eerst het gevoel dat de stappen die haar zus van plan was te gaan zetten, nooit de hare zouden worden. Het mooiste meisje van de klas was ze nooit geweest. Dat gaf haar – ten opzichte van vroeger – onverwacht een voorsprong.

Daar zat ze nu in de bus met een tas die ze lelijk vond. Ze voelde zich ongemakkelijk, zwaar in de make-up terwijl ze haar wenkbrauwen nauwelijks meer kon fronsen. Lia had er enkele weken geleden op gestaan om met die nare botox injecties de enkele rimpels in haar gezicht aan te pakken. Alle jaren van zorgen, vechten tegen minderwaardigheidsgevoelens, slapeloze nachten waren in één keer van haar gezicht gevaagd. Tegelijkertijd lag Lia ergens in een privékamer van de kliniek als een mummie ingezwachteld. Terwijl ze de verdovende crème met een tissue wegveegde was ze naar de kamer gelopen waar Lia lag. Naast haar bed stond een glas met een rietje.
Alsof het een kind was hielp ze de mummie iets overeind en had het rietje – daar waar de mond moest zitten – tussen de zwachtels door geduwd.
Het had iets onnatuurlijks. Haar grote zus, de trots van hun ouders, was één troefkaart kwijt en daardoor – zelfverkozen – kwetsbaar. De ingreep verraadde haar onzekerheid.
Ze voelde dat er iets aan het verschuiven was. Hun relatie was niet meer als voorheen.

Ze keek naar Lia’s handen. Geklemd om de designer tas, de aderen wat gezwollen, de bruine vlekjes duidelijk zichtbaar ondanks de glimmende ingevette huid en de nagels goed verzorgd, konden ze haar leeftijd niet verhullen. Ze keek naar haar eigen handen, zacht, roze en nog vlekkeloos. Mooie maanvormige nagels met een lichte parelmoer glans.

Misschien was het eindelijk haar tijd, dacht ze en een geluksgevoel stroomde door haar lijf. Ze voelde zich groeien en rechtte haar rug. Terwijl ze door het raam starend haar wereld aan zich voorbij zag flitsen hoorde ze de reisleidster een stop aankondigden. Het werd tijd.

‘Dames en heren, we gaan over 5 minuten stoppen. U kunt uw spullen in de bus laten al raad ik aan om zeer waardevolle bezittingen bij u te houden. We gaan zo van de snelweg af en stoppen bij een rustige gelegenheid waar u wat kunt eten en drinken.Verder kunt u gebruik maken van het sanitair en naast het restaurant ligt ook een klein bos waar u even de benen kunt strekken. Ik zie u graag om 13.00 uur bij de bus terug’.

Ze hing de microfoon weer netjes terug in zijn houder. Nu werd het spannend, dacht de reisleidster. Het was wel een heel vreemd gezelschap deze keer. In de veilige afbakening van de bus was dat geen probleem maar het werd anders als men de bus verliet. Ze streek wat losse pieken haar achter haar oren en begon zich geestelijk voor te bereiden op de pauze.

Ze roerde het derde zakje suiker door haar koffie. Twee lege staafjes lagen naast haar kopje. Door het raam van het restaurant zag ze de vier pubers op de parkeerplaats hangen. Ze voelde mededogen voor de slungelige ongemakkelijkheid die hun lichamen uitstraalden. Het dons op de kin en de beginnende acne vervulde haar met plaatsvervangende gene. Twee jongens stonden te roken.

Het grootste deel van de groep van twee en twintig passagiers zat in het restaurant. Ze had zich opzettelijk afgezonderd van haar gezelschap. Voor koetjes en kalfjes gesprekken leek dit ‘gezelschap’ ongeschikt of was zij ongeschikt voor dit gezelschap? Zittend bij het raam kon ze de omgeving goed in het oog houden. Het echtpaar dat achterin de bus had gezeten liep gearmd richting het bos. Ze keek om zich heen of ze de rest van het gezelschap kon spotten. De PC hooft dames hadden hun vork en mes keurig op half tien – of was het tien over? – gelegd. Het viel haar op dat de jongste vale ballerina’s droeg. De twee voorin gezeten oudere dames, de grijze muis en de dame die op Hyacint Bucket leek, zaten nog te prikken in een taartje. Inwendig moest ze grinniken want de angsthaas leek ook op de vriendin van Hyacint uit de serie, ‘keeping up appearances’. De twee heren zaten nog steeds heftig discussiërend en verhit aan waarschijnlijk hun derde biertje. De twee enge Gothics keken daas voor zich uit met de oortjes nog in. Die hadden net zo goed in de bus kunnen blijven zitten. Het meisje dat onverstoorbaar las zat aan tafel met de man in De badjas, de Vleermuis en die Tattoo gast. De borden waren bijna leeg en er werd geen woord gesproken.

Er ontbraken nog vier passagiers. De maffe ballerina, de stille piercing, de oude witte man en de engel. Ze moest zo meteen maar beginnen met zoeken. Over een kwartier vertrokken ze weer. Ze pakte haar tas en de lijst en liep naar het gedeelte waar de toiletten waren. Er was zelfs een gelegenheid om te douchen. De deur was op slot. Ze liep de damestoiletten in om te plassen. Toen ze haar handen waste zag ze in de spiegel een deur opengaan en de ballerina kwam neuriënd naar de wastafel huppelen. Ze probeerde tevergeefs via de spiegel contact te maken met de naar binnen gekeerde blik van de Ballerina. Het gevoel bekroop haar dat ze met een groep geestelijk onstabiele gestoorden te maken had. Ze konden net zo goed onderweg zijn naar ‘het gesticht’ en zij droeg de verantwoordelijkheid om ze heelhuids af te leveren. Lekker dan.  Ze keek naar haar eigen verwilderde blik in de spiegel.

Komt u zo naar de bus?, riep ze voor de vorm en liep snel de toiletten uit. Ze vatte post bij de douche. Het water stroomde niet meer. De deur zwierde open en een naar scheerschuim geurende onbekende man stapte naar buiten met een toilettas onder de arm. De man keek haar onderzoekend aan. U kunt erbij als u wilt, zei hij en liep weg.

Nog tien minuten te gaan. Ze kreeg het inmiddels warm. Ze liep nog snel even door de souvenirwinkel en besloot door te lopen naar de bus. Misschien was iedereen daar gewoon. De chauffeur stond bij de deur te roken en veel mensen hadden hun plek al weer ingenomen.

Er was een lege plek. De jongen met de piercing mistte.

 

 

 

 

 

Categorieën: Algemeen

Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

9 reacties

troubadour · 18 februari 2015 op 18:31

Het lijkt wel of je steeds auditie doet voor het echte grote werk Esther..

    Esther · 18 februari 2015 op 20:03

    Dat hoop ik dan maar. 🙂

    Doorgaan, vooral doorgaan…

trawant · 18 februari 2015 op 21:12

Het wordt almaar spannender en beeldender in die bus. Je kruipt met al die details onder de huid van je passagiers, knap!
Een puntje; Het zijn eigenlijk twee delen in een aflevering.
Ik moest ineens omschakelen naar de reisleidster.
Het eerste stukje was al traktatie genoeg voor een keer.

Meralixe · 19 februari 2015 op 07:40

:yes: en :no:

Je schrijft heerlijk maar, en daar kun jij niets aan verhelpen, het is niet echt mijn stijl. Ik vind het enorm sterk dat je via het woord een soort psychologische spanning creëert waarbij ik me als lezer op het ergste voorbereid. 😀

Mien · 19 februari 2015 op 07:57

Onder- en bovenhuidse beschrijvingen mooi afgewisseld. Je weet aandacht lezer aardig vast te houden. Probeer voorspelbaarheid te vermijden. Naast het toeschrijven naar de cliffhanger ook eventjes van gebaande paden afwijken. Zorgt voor nog meer spanning. Tenzij je natuurlijk alleen in het beschrijvende wil blijven hangen. Mag ook.
‘Aankondigden’ moet ‘aankondigen’ zijn.

Frans · 19 februari 2015 op 11:03

Leuk die feuilletons. Deze vraagt wat meer aandacht omdat er nogal wat tijd verstrijkt tussen twee afleveringen. En er zijn vrij veel personages. In ieder geval goed geschreven,. Waar het heen gaat. Jelle zal wel zien. Of ben jij, Esther, het toch zelf. Van Trawant begreep ik dat zijn verhalen een beetje hun eigen leven gaan leiden.

is het toch j

pally · 19 februari 2015 op 15:55

Goed geschreven met veel zintuiglijke waarneming en details. Ik mistte alleen even de perspectiefwisseling die ook langer doorging dan ik verwachtte.

Esther · 19 februari 2015 op 16:35

Bedankt allemaal voor de complimenten. :rose:
Ik werd zelf wat ongeduldig en had op het laatste moment deel 5 er maar aangeplakt. Het is eigenlijk niet echt een geschikt verhaal voor een feuilleton. Althans, tot nog toe is het lastig om te volgen. Als je het achter elkaar leest loopt het ene stukje wel over in het andere en is er ook een doel…

Ik ga er wel mee verder want het verhaal krijgt al een vorm. Het kan alleen zijn dat ik het hier afrond en dan zonder het te plaatsen verder ga. ?:-) Tot die tijd leer ik van jullie…Thx. 🙂

arta · 19 februari 2015 op 21:04

Wat jammer!
Het is echt de moeite waard om meer te plaatsen 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder