Gestrenge Donner

A., 27 januari 2003
Gestrenge Donner,

Je weet dat ik graag op je zit te vitten maar ik moet bekennen dat ik hartstikke jaloers ben op de fantastische opdracht die je van onze koningin gekregen hebt. Ik snap niet helemaal dat deze uitdaging bij jou terecht gekomen is. En zoals altijd begrijp ik al helemaal niks van je aanpak.
Een ieder die zo’n mooie opdracht krijgt zet Bos en Balkenende bij elkaar, geeft ze een schop onder d’rlui hol en zegt: “En nu aan het werk, verdomme”. Maar wat doe jij? Jij gaat je eerst een weekend inlezen. Hoe krijg je het verzonnen, Gestrenge Donner? Had je tijdens de verkiezingscampagne peterselie in je oren of begin je net als de Moeder der Natie al te dementeren?
Weet onze majesteit eigenlijk wel dat jij de alchemist bent van dat spetterende vuurwerkpakket dat het afgelopen half jaar ons land naar de volgende wederopbouw heeft gevoerd? En wie wordt er nu als architect van het nieuwe Marshallplan gevraagd? Juist ja, de Gestrenge Donner zelf! Hoe is het mogelijk.
Het lijkt een staaltje onvervalste vriendjespolitiek. Iedereen benadrukt ineens dat je behoort tot de kleine kring van vertrouwelingen van Balkenende. Betekent dat dat je op zolder met zijn modeltreintje mag spelen of vertelt hij je soms zijn geheime fantasieën waarin hij bereden wordt door Ayaan Hirsi Ali terwijl zij luidkeels “Perverse tiran!” roept? Je ziet, ik kan het niet nalaten om je af te zeiken. Wat vind je trouwens van plasseks, Gestrenge Donner?

Groet,

B.