‘Bismillah hir Rahmani hir Rahim’

“Mij krijgen jullie niet klein!” Met het zacht glooiende landschap uit mijn jeugd op mijn netvlies, het zaaien van de gewassen, de oogsten, de dorpsmeisjes dansend tijdens het oogstfeest, mijn moeder die de heerlijkste gerechten bereidde… Oh, wat miste ik haar toen ik naar de grote stad gestuurd werd, nadat mijn vader me zó mishandeld had, dat mijn oom besloot de opvoeding over te nemen. Wel kreeg ik daar de kans om te gaan studeren, wat mij in het boerengehucht nooit gelukt zou zijn. Het gaf me ambities om in een partij te treden, die destijds nog niet bekend was. Ik was nog geen twintig toen deze partij een coup-poging deed. Het mislukte helaas, maar dat maakte geen eind aan mijn ambities. Ik gunde het onze tegenstanders niet, toen het hen wel lukte twee jaar later, dus besloot ik de nieuwe premier uit de weg te ruimen.

Het lot was mij helaas niet gunstig gezind: de aanslag werd verijdeld, en ik belandde in de gevangenis en werd ter dood veroordeeld. Mijn partij liet me natuurlijk niet in de steek en ik kreeg de kans te vluchten naar een bevriend buurland. Toen mijn geliefde partij, vijf jaar later, aan de macht kwam, keerde ik terug naar mijn geboorteland. Mijn edele taak was tegenstanders van het regime te verhoren en te martelen tot ze uiteindelijk alles toegaven wat waar of niet waar was. Ik was er goed in.

“Mijn vrouw en kinderen, ook zij zijn in mijn gedachten”. Enkele ervan heb ik overleefd. Ik kon het aan, gehard door het leven. In 1970 werd ik heerser van het door mij zó geliefde land. Iedereen die mij een strobreed in de weg legde werd mijn willoos slachtoffer. Ik loog nooit over mijn moorden, gaf het openlijk toe: ”Wat verwacht je dan dat ik doe, als zij tegen mijn bewind zijn?” Wel ben ik benieuwd hoe mijn God tegenover mijn manier van regeren staat.

Chemische wapens heb ik gebruikt in mijn strijd. Nergens in de heilige boeken stond dat deze niet gebruikt mochten worden, dus achtte ik het geoorloofd. Ook oorlogen tegen de “bloedhonden”, zoals ik mijn Westerse tegenstanders liefkozend noemde, ging ik niet uit de weg. ‘De moeder aller oorlogen’ werd gewonnen in 1991. Al riep de rest van de wereld dat ik verloren had: ik wist wel beter. Ook mijn volk stond vierkant achter me.

Na de tweede oorlog tegen de kefir (ongelovige honden) in 2003, werd ik gedwongen te vluchten. Vanuit mijn schuilplaats in ad-Dawar zag ik, via de media, mijn eigen volk al mijn standbeelden neerhalen. Dat deed pijn, het was mijn volk. Het waren mijn onderdanen die bevangen waren door de Westerse koorts. Opgelucht was ik bij mijn arrestatie op dertien december 2003.

Mijn berechting deed mij niets. “Mijn enige rechter is mijn God, die ik spoedig in zijn ogen zal kijken om mijn lot te ondergaan”.
Er wordt afgeteld. Ik voel het hout onder mijn voeten verdwijnen, terwijl de druk om mijn nek toeneemt.

Allah Akbar!


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

7 reacties

SIMBA · 31 december 2006 op 12:23

Mooi opgeschreven arta!
Het is bijna weer een “lust-column” lust naar macht en vernietiging. Brrrrr.
[quote]Nergens in de heilige boeken stond dat deze niet gebruikt mochten worden, dus achtte ik het geoorloofd. [/quote]
En zo zal veel worden goedgepraat. 🙁 😕

DriekOplopers · 31 december 2006 op 14:08

Hulde Arta! Perfect gedaan. Allen is volgens mij zijn vader overleden, en was dát de reden dat hij naar zijn oom ging.

Hoe dan ook: prachtig ingehaakt op de actualiteit!

Driek

Bitchy · 31 december 2006 op 16:06

Ik vraag me af of hij dat gedacht heeft, soms zou je wel eens een kijkje willen nemen in iemands hoofd.

Mooi geschreven!

pally · 31 december 2006 op 16:52

[quote]Ik voel het hout onder mijn voeten verdwijnen , terwijl de druk om mijn nek toeneemt[/quote]

heel mooi einde Arta!

Ik waardeer je poging om zo’n complex onderwerp aan te gaan en te proberen het tot andere proporties terug te brengen.
Ik vind het tot op zekere hoogte geslaagd.

groet van Pally

Chantalle · 31 december 2006 op 18:46

Dit zijn columns waar ik stil van word.
Dit is kunst!

KawaSutra · 31 december 2006 op 20:36

Ook ik ben wel nieuwsgierig naar de werkelijke gedachten van Saddam. Ik denk dat hij oprecht in zichzelf geloofde en dat hij de hele toestand van de berechting volstrekt niet heeft kunnen begrijpen. Schuldgevoel? Waarschijnlijk niet.
Daarom: prima geschreven Arta.

arta · 31 december 2006 op 21:11

@ Driek: Ik moet eerlijk bekennen dat ik de levensloop gewoon van internet geplukt heb, en in mijn versie stond mishandeling! 😀
@ Kawa: Dat was ook de beweegreden van deze column! Doordat ik Arabisch geleerd heb kon ik Saddam tijdens de golfoorlogen verstaan. Als stemmen-fanaat viel mij gelijk de kilheid en gevoelloosheid van deze man op, en de vraag: “Hoe kan iemand zo worden? Wat gaat er door zo iemand heen?” Ook ik ben er van overtuigd dat hij zijn misdaden voor zichzelf gerechtvaardigd heeft…

Geef een reactie

Avatar plaatshouder