Het is heerlijk weer en ik besluit met Twister, de hond, het bos in te gaan. Gewoon een stukje lopen. Genieten van de invallende herfst. Dit had me al wakker moeten schudden, want als ik nou ergens een hekel aan heb, is het de herfst en lopen. Ik hou van de zomer en van fietsen zonder tegenwind. Ik loop in het bos. Eerlijk is eerlijk, het is er droomachtig mooi. Op het pad liggen duizenden bladeren alsof ik de eerste persoon ben die er die dag door heen loop. Baldadig schop ik door de bladeren heen, sommigen worden door een briesje opgepakt en meegenomen de lucht in. Twister loopt met een bal in zijn bek naast me. Op het commando “los” laat hij abrupt de bal los en ik gooi hem meters ver het pad op. Hij rent er blaffend achteraan. Dit spel herhaalt zich enkele malen, tot hij opeens doodstil blijft stil staan. Zijn rechterpoot gaat samen met zijn oren omhoog.

Opeens zet hij het op een rennen en hoe ik ook roep, hij komt niet terug. Ik ben genoodzaakt achter hem aan te hollen en als ik even stil sta om te kijken welke kant hij is opgegaan hoor ik ook, wat hij waarschijnlijk heeft gehoord. Het huilen van een kind. Ik kan niet anders dan de richting op gaan waar het gehuil vandaan komt. Ik kijk om me heen en zie niets anders dan mos, paddenstoelen en bomen. De herfstzon is verdwenen en met de zon zijn ook de mooie warme kleuren en het vriendelijke karakter van het bos weg.

Dan zie ik haar zitten. Een meisje, zo te zien een jaar of vijf, helemaal alleen op een bankje wat op een open plek in het bos staat, naast haar zit Twister. Hij staart als gebiologeerd naar het kind. Over haar wangen biggelen tranen. Ik ga op mijn hurken voor haar op de grond zitten. Haar blonde piekhaartjes zitten in de war en als ik het goed zie, heeft ze kappertje geoefend op haar eigen haar. Haar bruine ogen zijn rood van het huilen en ze slaat haar handjes voor haar gezicht als ik haar onderzoekend aan kijk. Op zachte toon vraag ik haar wat er aan de hand is en wat ze hier zo alleen doet.

Het meisje haalt haar handjes voor haar gezichtje weg en veegt de tranen van haar wangen. Ze vertelt me dat ze is verdwaald. Het ene moment liep ze vrolijk in het bos te spelen met haar hele familie, ze rende haar bal achterna en toen ze terug kwam, was er niemand meer. Iedereen was weg! Ze hadden haar in het bos achter gelaten. Ze wist nu niet meer wat ze moest doen en waar ze heen moest gaan. Onder het vertellen liepen de tranen als een waterval over haar wangen. Een snottebel hing aan haar neusje en overal in het in en in witte gezichtje waren er rode vlekken ontstaan van het huilen.

Ik probeerde haar gerust te stellen en te troosten. Ik vertel haar dat ze niet alleen is en dat ik voor haar ging zoeken. Ik reikte haar mijn hand, zij aarzelde een paar seconden, maar even later voelde ik haar kleine ijskoude knuistje in die van mij. Ik weet even niet wat ik moet doen of zeggen. Ik besluit om eerst het bos uit proberen te komen en dat wordt nog een hele klus, want bomen lijken nu eenmaal veel op elkaar. Tijdens het lopen vertel ik haar dat grote mensen soms dom kunnen zijn en dat ze soms ook verdwalen.

Ik schrik wakker van een vreemd geluid. Het duurt even voordat ik besef dat ikzelf degene ben die het geluid voortbrengt. Het geluid leek verdacht veel op snikken of huilen. Aan het voeteneinde ligt Twister me als gebiologeerd aan te kijken. Verward stap ik uit bed. Ik werp een blik in de spiegel en daar zie ik haar, een klein blond meisje met piekerig blond haar, rode bruine ogen en een vlekkerige huid. Ik sta stil bij het spiegelbeeld en vertel haar op zachte toon dat het allemaal wel goed komt.

Categorieën: Algemeen

9 reacties

Boukje · 12 december 2011 op 09:35

Mooi!

Harrie · 12 december 2011 op 10:48

Mooie column. Ik schrok ook wakker.

Meralixe · 12 december 2011 op 11:25

Mooi maar….
U had al de ingrediënten om een mooi verhaal te schrijven en dat bleef het ook tot U uitkwam bij ….een droom. Dat ontgoochelde mij.
Alhoewel, in de eerste alinea had je het al aangegeven.
Enkele mooie uitdrukkingen geven een meerwaarde aan dit schrijven:
Baldadig schop ik door de bladeren heen.
Even later voelde ik haar ijskoude knuistje in die van mij….

Ferrara · 12 december 2011 op 14:30

Goed geschreven vind ik. Ik kreeg er een verloren gevoel van en was opgelucht dat het om jouw droom ging.

LouisP · 13 december 2011 op 09:33

Ik vind die eerste alinea echt heel erg goed.

‘Dit had me al wakker moeten schudden, want als ik nou ergens een hekel aan heb, is het de herfst en lopen. Ik hou van de zomer en van fietsen zonder tegenwind.’

ik had geen flauw idee dat het over een droom zou gaan maar op dat moment dat ik ’t wist kwam die zin wel voor een 2de keer heel bijzonder binnen

Libelle · 13 december 2011 op 09:34

Ik kreeg een sterke aandrang om je te troosten.
Die mooie zinnen maken je echt deelgenoot van de scène in het bos. Meralixe verwoord dat mooi.

sylvia1 · 13 december 2011 op 20:05

Ook voor mij springen de eerste en tweede alinea eruit, de zin over het baldadig schoppen is mooi. Maar ook het piekerige blonde haar als verbinding tussen droom en werkelijk is sterk. Verdriet dat je bewust niet hebt maar onbewust wel, dat lees ik erin.

Mien · 13 december 2011 op 22:07

Gebiologeerd gelezen. 😉

Mien

Bitchy · 14 december 2011 op 07:57

Dank jullie wel!!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder