Ik heb een nieuw woord geleerd. Het stond gisteren in de krant: ‘het Roodkapjesyndroom’. Het is niets meer en niets minder dan het ‘bang zijn voor wolven’.

Er is weer een dode wolf opgeraapt van de snelweg. Het restant van dit dier wordt wetenschappelijk ontleed om te zien waar het vandaan komt. In ons land lopen enkele mensen rond die dolblij worden van elke wolf die de grens van Duitsland naar Nederland oversteekt. Zij worden euforisch bij het horen van de voorspelling dat er binnenkort hele roedels van deze enge beesten ons kleine landje gaan binnentrekken.

Ik hoor daar niet bij. Vanaf het begin van het ontstaan, is de aarde doorlopend veranderd en hebben diersoorten zich aangepast aan nieuwe omstandigheden. Daar kan Darwin je alles over vertellen. Ook ‘uitsterven’ was een consequentie daarvan.  Dat kan je proberen te voorkomen, maar dat lukt niet. In feite zijn er veel diersoorten in ons landje op de vlucht geslagen, als gevolg van het handelen en nalaten van het intelligentste dier van deze aardkloot: de mens.

Ons land is overbevolkt en logischerwijs hebben enkele diersoorten hun heil elders gezocht. Dat is goed. Het weer joviaal begroeten van de ‘grijze engerds’  vind ik ‘niet meer van deze tijd’. Ik zal het dan ook niet ondersteunen als een werkgroep tot weerkeer van de beer, potten honing aan de grens gaat klaarzetten. Ga dat maar in Canada doen! Je jaagt toch ook geen tijgers meer het centrum van Calcutta in?

Ik, en met mij vele boeren, burgers en buitenlui, zien het niet zitten dat wolven ongestoord ons land weer gaan bezetten. Voor je het weet zijn die lieve lammetjes weer prooi, kinderen weer binnen gehouden en jouw broekspijp aan flarden. En de nufjes van de PC Hooftstraat moeten goed beseffen dat hun chiwawa voor broer wolf niet meer is dan een ‘eenhapscracker’.

Een van de allergriezeligste sprookjes van vroeger ging over een boze wolf. Hij vrat grootmoeder op en de oude vrouw werd op het nippertje gered door toevallig passerende jager. Ik kreeg dat sprookje voor het slapen-gaan te horen en lag daar wakker van. Wolf Midas in de Donald Duck droeg daar ook een steentje aan bij.

En dan nu de terugkeer van die enge beesten!
Ik hoop oprecht dat het aantal jagers sterk zal toenemen. Dan is er altijd één in de buurt.  Dat verlost mij van angsten. En oma kan nog een paar jaar mee.

Categorieën: Actualiteiten

6 reacties

Mien · 9 maart 2017 op 17:05

Zou Repelsteeltje nou niet jaloers worden?
Eens met je stelling Hans.
Alleen Bor mag blijven.

Karen.2.0 · 9 maart 2017 op 18:00

Ik lees de wederopstanding van een jeugdtrauma, warm betoog. Ik beken dat het eventueel tegenkomen van een wolf, tijdens een straffe wandeling in het bos, het loopje een stuk spannender maakt. In het vervolg stop ik mn rode kapje in mn jaszak, wie weet. Leuke column! 😉

Esther Suzanna · 9 maart 2017 op 20:49

Wow, zeer goed geschreven. Goede argumenten plus humor. Ik ben voor! Of tegen?

Arta · 10 maart 2017 op 10:08

Goed stuk, Schoevers!

Superleuk om je te lezen hier!

Bruun · 10 maart 2017 op 16:28

Leuk stuk. De chiwawa als ‘eenhapscracker’ 😀

NicoleS · 10 maart 2017 op 16:44

Mijn dochtertje wil graag werenwolf zijn. Haha die zou wel een wolf willen tegenkomen. Goed geschreven

Geef een reactie

Avatar plaatshouder