Twee weken geleden vierden we dat ik tachtig werd. De kinderen en de kleinkinderen kwamen allemaal thuis. Herman was er ook.

Speciaal voor hem dook ik weer eens de keuken in. Het ging bijna niet. Mijn handen, krom van de reuma, deden zo’n zeer. Ik kon doorzetten door te denken aan Herman en zijn eerste hap van mijn taart. Ik kneedde en bakte als nooit tevoren.

Het was een ontzettend leuke verjaardag. Herman kwam zwaaiend met ballonnen het tuinpad oplopen. Opblaasbare cijfers: een acht en een nul. Hij hield ze verkeerd om. Eventjes mocht ik me acht wanen.

Ik zette het gebakje voor hem neer. Met zijn ogen dicht nam hij het eerste hapje. Zijn ogen glinsterden toen hij ze opende en me aankeek. “Dit is hemels,” verzuchtte hij.

En opeens is alles anders. Ria belde: “Ik kom zo langs, mam. Ik moet wat vertellen.” Haar stem klonk raar en dat maakte me onrustig. Een kwartiertje woont ze van me vandaan. Normaal zet ik altijd meteen koffie en pak ik de koektrommel. Het lukte me niet.

Nu zitten we verslagen op de bank. We moeten leven met een zoon en broer die een ander kan doden. Dat ijskoud verzwijgt. Hij is een man die radeloze achterblijvers twintig jaar in het ongewisse laat. Met een gevoel van schaamte breekt mijn hart. Ik dacht dat ik hem kende.

Categorieën: Algemeen

2 reacties

Nummer 22 · 25 augustus 2018 op 10:51

Mooi geschreven!

In ieder mens schuilt een geheim. Geheimen verdrongen, vergeten maar dat direct tevoorschijn komt op momenten dat je het niet verwacht.

    Marieke · 25 augustus 2018 op 21:41

    Dank je!

    Je hebt mensen die beweren een open boek te zijn. Tot op zekere hoogte, dan?
    Er is ook nog de categorie: ‘Niet te verdringen geheimen’. Altijd als een loden last aanwezig. Hoewel niet leuk als ze uitkomen, brengt dat toch opluchting met zich mee.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder