Het is bijna kerstmis en ik sta bij de service balie van die grote supermarkt.
Ik moet iets kopen. Ik heb natuurlijk al meer dan genoeg van alles, maar er kan altijd nog wel het een en ander bij. Voor me staat een man met een halve, donkere baard, vaal overhemd onder een open winterjas.
Hij wil iets ruilen, maar hij spreekt onze winkeltaal maar half.
Hij heeft een truitje voor zijn vrouw gekocht. Uit die troggen met afgeprijsde bric-à-brac die ineens overal in de winkel staan opgesteld.
Zijn vrouw heeft het truitje thuis gepast en het past niet.
Hij haalt het uit het zakje en legt het demonstratief op de toonbank.
Hij wijst aan waar het te krap en te kort is. De vriendelijke verkoopblik van de medewerkster verdampt, ze probeert hem uit te leggen dat hij haar een bonnetje moet overhandigen.
Hij heeft geen bonnetje. Er wordt dus niet geruild, laat staan geld teruggegeven.
Hij snapt dat niet en wendt zich in zijn wanhoop en verontwaardiging tot ons, zijn medemensen in de rij.
We kijken weg of hebben plotseling iets te rommelen in onze boodschappenkar.
Het kerstgevoel is een kitchgevoel.
Ons ingepeperd met ballen, lichtjes, slingers, sprookjes, overal vreselijke muzak en de meest uitzinnige recepten. Nog even en dan hebben alle medewerkers van die gezellige winkel weer allemaal leuke Kerstmanmutsen op en tijdens de laatste koopdag, als de orgie in volle hevigheid losbarst, glitters op hun schouders en zwarte blote jurken, kleurige stropdassen en een hysterische blik in hun ogen.
De chef komt als een donderwolk aangestampt.
Hij leidt de man met zachte hand uit ons gezichtsveld.
Iedereen haalt opgelucht adem, het feest kan door..
Niemand zegt: ‘We stoppen met die onzin, laten we nou om te beginnen eens ’n keertje overslaan, niet ieder jaar diezelfde poppenkast. Lazer nou eens op met je bomen en je kerstmarkten, je hazenruggetjes en je kwarteleitjes met truffelsaus op een bedje van gecarammeliseerde posteleinscheuten.’
Gewoon eens kijken hoe dat voelt, jaartje niks of gewoon iets samen, of iets voor een ander.
Bij de ingepakte sparren, vlakbij de uitgang, gaat de discussie op luide toon verder.
Hij maakt geen schijn van kans.
Als ik straks uitgekocht ben kom ik hem niet meer tegen.
Maar ik maak me sterk dat ik dat truitje wel had kunnen ruilen, zonder bonnetje.

Categorieën: Actualiteiten

6 reacties

dj_Eddy · 21 december 2007 op 17:14

Weer een ijzersterke column!

KawaSutra · 21 december 2007 op 17:49

[quote]Het kerstgevoel is een kitchgevoel.[/quote]
Helemaal waar, maar we zullen het er mee moeten doen, bij gebrek aan beter.
De realiteit van die kitch heb je hier heel sterk neergezet, maar had je echt anders verwacht?

lisa-marie · 21 december 2007 op 23:27

En toch hou ik van die kitch in zijn volle ornaat. 😀
[quote]Maar ik maak me sterk dat ik dat truitje wel had kunnen ruilen, zonder bonnetje.[/quote]
Dat had ik dus wel willen zien want bonnetje is bonnetje hoor :lach:

Ma3anne · 22 december 2007 op 07:42

[quote]Hij snapt dat niet en wendt zich in zijn wanhoop en verontwaardiging tot ons, zijn medemensen in de rij.[/quote]
En sja, medemens zijn valt niet mee, al is het kerst.

Er zijn meer zinnen waar met een paar woorden veel beschreven wordt. Erg goed gedaan!

Grumpy-old · 22 december 2007 op 13:43

Deze column smaakt beter dan je vorige stukjes. Leest lekker weg zo, op een zaterdagmiddag vlak voor de laatste kerstinkopen. 😉 Elk jaar hetzelfde gedoe en dan proberen iets te vinden wat ze nog niet hebben. En elk jaar zie je dat het cadeau van het jaar daarvoor onaangeroerd ergens in de kast ligt.
Hoezo consumptiemaatschappij ?

Greetz
Grumpy

Dees · 24 december 2007 op 18:22

Met minder meer, mooi 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder