Dit verhaal begint bij mij thuis. Karel en Miriam woonden vroeger ‘op den buiten’ in een zelfs riant ogende villa maar vonden het toch wijselijk de stad op te zoeken. Nu is mijn dorp wel geen stad maar er is openbaar vervoer en er zijn ruim winkels genoeg voor het dagdagelijkse. Bij hun nieuw huis, een moderne maar kleine duplexwoning is er ook geen omslachtige tuin. Kortom, alles werd beslist binnen de context van het ouder worden.
Miriam, leeftijdsgenoot van Meralica kenden we nog van vroeger. Nu zij en haar man in onze straat kwamen wonen was het voor de hand liggend dat er enige vriendschapsbanden konden starten.

Toeval of niet, hun garage geeft precies uit op de vierkante meters straat waar Werner indertijd zijn auto stond te wassen en te poetsen. En, er komen nog meer toevalligheden. Een mens zou zowaar beginnen denken aan duistere machten…

Op een zonnige namiddag wandelden Karel en Miriam voorbij ons huis dat zoals eerder omschreven nog een kleine tuin heeft. Wij, genietend van de zon, riepen hen toe dat er nog tijd en plaats was voor een drankje en een gezellige babbel.
Zo gezegd zo gedaan maar alles liep uit richting avond zodat er ook wat vlug geïnspireerd eten bij te pas kwam. Het werd een uiterst aangename boel met nog net niet te veel drank, dat dachten we toch.
Vooral het vrije, het spontane, het plotse was de basis van deze ongeprogrammeerde samenkomst.

“Het is nu aan u om eens een bezoekje te brengen aan onze nieuwe woning…”

Enkele maanden verstreken… Ach, die mensen stonden toch niet bij ons in ’t krijt? Wij zijn zelf voorstander van de vrijheid die in ons Westers denken wel eens ver te zoeken is. Het voor wat hoort wat principe, en dan nog liefst met een beetje extra, om te tonen hoeveel meer je in de aanbieding hebt, is toch ook geen gezonde manier van omgaan met elkaar? Voor je ’t weet zit je aan de kreeft en de kaviaar bij het lullen over je laatste cruise. Dat je daardoor zelf het slachtoffer bent van wat de maatschappij je zo al toefluistert heb je dan al lang niet meer in de smiezen.

En ja, telkens als we hen ontmoetten hoorden we hen zeggen dat ze ons nog steeds niet terug gevraagd hadden. Ach ja, druk alhier en druk aldaar… tot er op een dag dan toch een concrete datum afgesproken werd. Flesje wijn voor meneer, bloemetje voor mevrouw, stipt om zeven uur belden we aan en mochten we ‘huisje weltevreden’ binnen gaan.

Wat we zagen tart elke verbeelding. Ach, het kitscherige, daar konden we wel ruimte aan geven. Smaken mogen nu eenmaal verschillen. Maar het andere, het perfecte, ieder plekje was klaar voor de foto. Elke bloem, elke gordijnplooi, elke stoel of zetel, keurig, alsof we binnen stapten in een studio voor filmopnames. Onder meer het kleinste kamertje zag er uit alsof het nog voor het eerst in gebruik moest worden genomen.
En er was nog meer aan de hand. Gaandeweg voelden we steeds vier ogen op ons gericht die ons dwingend in de gaten hielden.
Het tafelgebeuren verliep ook in een sfeer van een voor ons ongekende stijfheid. Ook daar kwamen we in een spanningsveld terecht waarbij zelfs een korrel zout naast het soepbord nauwkeurig werd bestraft. Meer en meer kregen we een indruk alsof we verre van welkom waren. Het was alsof het zo lang mogelijk uitgestelde bezoek voor hen een doemgebeuren was. En, dat de onoverkomelijke zwaar doorwegende tegenprestatie, die hen dan toch door ons werd opgelegd, met tegenzin verliep. Zelfs de gesprekken verliepen stug en stijf. Wat een verschil met ons tuinfeest van weleer. Kortom, die mensen keken ons buiten. Hadden Karel en Miriam soms ruzie met elkaar?

Enig voordeel, we waren vroeg thuis en raakten niet uitgepraat over deze zonderlinge ervaring.

Enige tijd later kregen we dan toch een verklaring voor dit vreemde avontuur. Bij een ontmoeting op de wekelijks marktdag stonden we wat te praten met mensen wiens naam er nu niet toe doet. Het waren vroegere buren van Karel en Miriam die met enige nieuwsgierigheid vroegen hoe wij het stelden met hen. Dat we er ‘binnen’ geweest waren verbaasde hen enorm. Zij vertelden ons van de tomeloze kuisziekte van het koppel.

Ach, wat waren we blind geweest. We hadden het nochtans kunnen weten. Hoe dikwijls hadden we niet gezien dat de garage uitgeschuurd werd tot het water zijn weg zocht naar de een vijftal meters verder gelegen rioolput, hoe dikwijls zagen we hen niet bezig met het zemen van de ruiten en het uitkloppen van matten.
Nu weten we het, ons bezoek was voor hen een ware beproeving en een aanzet om, nadat we eindelijk het huis uit waren, nog uren lang tot diep in de nacht te schuren en te schrobben.

Door het juk van dit extreme gedrag blijft onze relatie met deze mensen oppervlakkig. Het zijn brave mensen die geen vlieg kwaad doen maar wat hebben we met hen te doen. Is er dan niemand die hen van deze verschrikkelijke ziekte kan verlossen?

En, wie of wat heeft hen zo ver gebracht? Misschien is dit nog mijn grootste vraag.

Categorieën: Algemeen

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

10 reacties

StreekSteek · 15 september 2016 op 13:21

Tja, op stand leven is niet gemakkelijk: niet op die van jezelf en al helemaal niet op die van de ander. Overtuigende schets.

Mien · 15 september 2016 op 16:41

Een bijzondere straat Meralixe. Waar veel gepoetst wordt als ik het goed lees. Nu al in twee van je straatcolumns een terugkerend thema. Ben wel nieuwsgierig wat dat geeft bij een grote kuis. 😉 Ennehhh … wat is vlug geïnspireerd eten. Het klinkt wat kunstig. Smaakt het ook zo? Ben benieuwd naar de volgende column in de reeks. Het smaakt zeer zeker naar meer.

Zeeuwse Draak · 15 september 2016 op 17:24

De tekst maakt mij benieuwd naar het antwoord op de vraag in de laatste zin. Ik hoop op een vervolg 😉

NicoleS · 15 september 2016 op 18:09

Eeh het waren toch niet per ongeluk Volendammers? Daar doet men in grote getale precies hetzelfde. De tuin wordt gezogen en de badkamer wordt geschrobd met een tandenborstel. Da’s doodnormaal hier. Ik word dan ook ‘kladdig’ genoemd want een jas maakt niet zo vaak schoon.?heerlijk als er bezoek komt van buiten de klaphekken. Die vinden alles hier zooo mooi en schoon. Haha. Smetvrees schoon.?

Spencer · 15 september 2016 op 19:31

Wederom fraai neergezet. Ik verlang naar meer.

Gezondheidsplein: ‘De precieze oorzaak voor het ontstaan van smetvrees is niet bekend. Wel zijn er een aantal risicofactoren bekend, die je kans op smetvrees vergroten:

Erfelijkheid.
Lage intelligentie.
Werkloosheid.’

Wij hadden vroeger een bovenbuurvrouw, mevrouw van Norden, die drie maal per dag stofzuigde en de kleden uitklopte, niet zelden boven onze drogende was. ‘Mevrouw van Norden, is niet helemaal in orde’ dichtte ik toen.

@Mien: Ik begreep meteen wat met ‘vlug geïnspireerd eten’ bedoeld werd, maar ik ben dan ook een soort talenwonder. Voor andere niet-Vlamingen ligt het moeilijker. Eigenlijk valt het niet goed te vertalen voor mensen die niet in Vlaanderen zijn geboren en er hun hele leven hebben doorgebracht. Je kan het wel proberen, maar mist dan toch bepaalde nuances en heel specifieke gevoelswaarden. Net als met het Venlose dialect, zeg maar.

Snarf · 15 september 2016 op 20:43

Heb gesmuld van je beschrijvende column. Ik hoop dat jouw straat erg lang is een veel huisnummers heeft.

Meralixe · 16 september 2016 op 19:43

Allen dank voor het reageren.
Ach Mien, dat ‘vlug geïnspireerd’ was misschien wel wat ver gezocht maar wat doe jij als er op een totaal onverwacht ogenblik plots twee mensen over de vloer komen. Juist, dan is er wel wat ‘inspiratie’ nodig om de boel gezellig te houden.
En, Zeeuwse draak, er komt geen vervolg op DIT schrijven. De column eindigt bij een open vraag die ik, ALS alles goed geschreven is, in handen leg van de lezer.
En Snarf, nee dit is nog niet het einde van verhalen uit mijn straat. Er staat er weer eentje zo goed als klaar voor verzending. Eén probleem, het is er andermaal eentje met een vrij negatieve weerklank. Dat zint me niet. Het is ook weinig aantrekkelijk voor de lezer die meer en meer een beeld krijgt van een zich ongelukkig voelende Meralixe, dit terwijl dit totaal niet zo is. Maar, en dat schreef ik vandaag nog elders, blijdschap, geluk en positieve humor schrijft zo veel moeilijker.
Nog iets, volgende week ben ik even buiten bereik. Daarna probeer ik meer dan ooit een positief steentje bij te dragen aan de site.

Spencer · 16 september 2016 op 20:52

Voor blijdschap, geluk en positieve humor hebben we de sociale media al, Meralixe.

pally · 17 september 2016 op 00:11

Goed beschreven, Meralixe, de verwondering over mensen die zich bij jou thuis totaal anders ontpopten, dan toen de situatie andersom was. Ik kreeg wel een beetje medelijden met ze. Dat hadden jullie ook, toch?
Wel vreemd dat man en vrouw blijkbaar hetzelfde euvel hebben. Of zouden ze elkaar daarop hebben uitgezocht?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder