Vampirisme wordt overgebracht door een bacil die zich voedt met het bloed van zijn gastheer en diens lichaam steeds verder doorwoekert.
Daarbij bouwt de bacil, die niet tegen zuurstof kan, de aangetaste cellen om tot een luchtdichte en lijmachtige substantie. De patiënt gaat daardoor koud aanvoelen en sterft na een periode van “halfleven” definitief.

Een vampier is onkwetsbaar voor kogels doordat de lijm het gat direct afsluit; maar brengt men hem een grote, diepe wond toe die men openhoudt (en dat hoeft niet perse met een houten pin door het hart te gebeuren,) dan schiet de dichtende werking van de lijmstof tekort en kan de zuurstof in de buitenlucht de bacillen bereiken.

Deze sterven dan en kunnen het lichaam niet langer kunstmatig bijeenhouden, zodat het snel tot stof en slijm uiteenvalt. In hun laatste ogenblikken brengen de bacillen echter zgn. sporen voort, die eeuwenlang zonder voedsel in leven kunnen blijven, en door de wind worden verspreid tot ze een nieuwe gastheer vinden en zich weer in bacillen veranderen.

Ook muggen brengen door hun steek het vampirisme over.

De bacillen zijn niet bestand tegen zonlicht en houden hun gastheer overdag in een toestand van schijndood. Hun voortplanting wordt geremd door allyl verbindingen (C3H5.)
Dat is de reden waarom een vampier terugschrikt voor de geur van knoflook, waarin deze stoffen geconcentreerd voorkomen.

Categorieën: Algemeen

2 reacties

Nachtzuster · 10 augustus 2013 op 23:33

Interessante materie. Wel een beetje plastisch geschreven. Het zou zomaar gebruikt kunnen worden in een wetenschappelijk tijdschrift. En dat is een compliment.

    Blanchefort · 10 augustus 2013 op 23:42

    Het ‘plastische’ was ook mijn bedoeling.
    Als kwam het uit een ‘oudere’ tijd.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder