Het bericht in de kranten onlangs, over een pastoor die trammelant had met buurtgenoten vanwege klokgelui ’s ochtends om zeven uur, deed mij terugdenken aan de tijd dat shoppen nog winkelen en kids gewoon kinderen heetten en opstarten en uitprinten ongetwijfeld als contaminaties zouden zijn weggezet.
In die tijd hadden wij ons als pas getrouwd stel in een villadorp aan de kust gevestigd. Een heerlijke plek, dat zeker.
Hoewel de kale- kak- mentaliteit van een aantal bewoners ons niet erg aansprak. Met veel moeite hadden we de guldens voor ons eerste huisje in de oude Kerkstraat bij elkaar geschraapt. Het lukte allemaal net. We richtten het in met restanten, miskleuren en andere winkeldochters uit een armoedige woninginrichtingzaak. Maar sfeer had het. Wìj vonden het in elk geval prachtig. De andere helft van het pand werd bewoond door de koster van de katholieke kerk pal tegenover ons. Al snel kwamen we er achter dat het huis heel erg gehorig was, maar we dachten daar verder niet over na. Dat de oude koster mee kon genieten van onze enthousiaste slaapkamergeluiden realiseerde ik me pas toen ik op een niet goede morgen bij de buren glashelder het geluid waarnam van een wassend washandje over een lichaamsdeel. Ik kreeg een kleur, maar besloot ook onmiddelijk er geen rekening mee te houden en het mijn kersverse echtgenoot niet te vertellen. Alleen als ik de buurman tegenkwam moest ik even slikken, vooral als hij erg vrolijk keek.

Het was een aparte plek, mede door het klokkengebeier elke morgen nadat het zeven had geslagen. Het geluid klonk vlak naast ons hoofdkussen, maar we wenden eraan. Het had iets vertrouwds en feestelijks voor ons. Alleen bij een begrafenis was het geluid zwaar en somber. Meestal waren daarop we al voorbereid. Onze buurman kon van zijn karig kostersloon kennelijk niet rondkomen met zijn zes kinderen en hield er een kleine begrafenisonderneming bij. Hij transformeerde zijn voorkamer geregeld tot rouwkamer. Dus drie dagen voor het dreunende sonore geluid van de kerkklokken hadden wij de glanzende zwarte auto inclusief buurman met hoge hoed vlak voor ons raam – er was geen stoep – al gesignaleerd.
Kransen en bloemstukken schoven dicht langs onze voordeur bij de buren naar binnen. Daar raakten we aan gewend en de kinderen die we later kregen ook. De kostermevrouw vertelde eens dat haar kinderen toen ze klein waren altijd ‘opaatje’ of ‘omaatje’ welterusten gingen zeggen voor het slapengaan.

De Kerkstraat vormde de grens van het oude dorp en een villawijk met enorme parktuinen en huizen. Het impliceerde dat wij en onze twee zonen op hun school veel te maken kregen met de kinderen die daar woonden en met hun ouders. Ze brachten een sfeer mee – niet allemaal natuurlijk – van bekakt praten, grote auto’s en dure kleren. Ik herinner me dat de hele lieve, al jaren optredende sinterklaas op een ouderavond werd afgekeurd omdat hij geen vlekkeloos ABN zou spreken!
Een moeder vroeg eens met een deftig smal mondje aan mij of wij permanent in dat kleine huisje woonden of dat het een weekendhuisje was. Toen ik antwoordde dat wij daar met zes tweelingen en zeven honden permanent woonden, heeft ze me nooit meer bekeken.

Na elf jaar zijn we verhuisd. Hier in het rivierenland vonden en vinden we het fijner. Alleen misten we in het begin wel erg die kerkklokken op ons hoofdkussen.

Categorieën: Algemeen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

20 reacties

dj_Eddy · 27 september 2007 op 17:41

Leuke column, Pally. Ik kan de buren van die pastoor in Tilburg trouwens wel een beetje begrijpen. Zelf vind ik niets irritanter dan klokgelui op de vroege ochtend.

Quinn · 27 september 2007 op 17:53

Mooie column, weemoedig naar ‘het goede van vroeger’ vind ik ergens wel. Alleen die zes tweelingen, is dat bij wijze van spreken?

pally · 27 september 2007 op 18:05

Ha, Ha, Ja Quinn, gelukkig wel….

SIMBA · 27 september 2007 op 18:34

Klokgelui..daar raak je aan gewend, maar die pastoor in Tilburg scheen harder dan normaal te luiden, die wil vast ook alle nieuwbouwwijken bereiken 😀
[quote]met zijn zes kinderen [/quote]
En hebben jullie dan nooit geluiden gehoord die hun aan het blozen maakten?

pally · 27 september 2007 op 20:50

Nee, we 😀 hadden het te druk

arta · 27 september 2007 op 21:31

Erg mooi geschreven, Pally!
Mensen wennen vaak snel aan regelmaat, zelfs aan die van kerkklokken op je hoofdkussen! 😀 😀

pepe · 28 september 2007 op 08:31

Een lekkere column, met plezier gelezen.

FatTree · 28 september 2007 op 08:55

Pally, ik heb met erg veel plezier je column gelezen. Heel knap hoe jij een sfeer neer kunt zetten!

WritersBlocq · 28 september 2007 op 09:33

Mooi Pally. De inleiding vind ik erg sterk, en leuk. ‘Inregelen’ was laatst onderwerp van discussie, ik ga gelijk kijken of dat wel bestaat (ik denk van wel 😀 ).

Jouw plaatsje kan niet anders dan Wassenaar zijn, en anders doe ik net alsof. Hier om de hoek, en toch zo ver weg van de maatschappij, ik voel wat je bedoelt.

[quote]We richtten het in met restanten, miskleuren en andere winkeldochters uit een armoedige woninginrichtingzaak.[/quote]
deze zin (m.n. miskleuren en winkeldochters) snap ik niet.

Groetje, Pauline.

pally · 28 september 2007 op 10:05

Klopt, Wb, was inderdaad Wassenaar.
Die restanten, miskleuren en winkeldochters waren allemaal dingen, die goedkoper waren.
Maar eigenlijk zijn winkeldochters en restanten hetzelfde.
xPally

KawaSutra · 28 september 2007 op 10:55

[quote]…het geluid waarnam van een wassend washandje…[/quote]
Weet je zeker dat je niet per ongeluk de badkamer deelde met de buren? 😀
Leuke beschrijving van lang vervlogen tijden, is haast niet meer voor te stellen.

pally · 28 september 2007 op 11:43

Nee, Kawa, de slaapkamers, die lekker aan elkaar grensden hadden toen nog een wastafel. 😀

Dees · 28 september 2007 op 13:09

Pally’s belevingswereld met de gloed van een lichtend randje nostalgie. Goed geschreven, als altijd en meeslepend.

Ik woon trouwens tegenover de kerk met bijbehorende rustverstoorders op mijn hoofdkussen. Misschien dat ik het over tientallen jaren mis, nu vervloek ik het meestal…

lisa-marie · 28 september 2007 op 14:00

Prachtig ik heb genoten van de sfeer die je neerzet. 😀

WritersBlocq · 28 september 2007 op 19:51

[quote]Maar eigenlijk zijn winkeldochters en restanten hetzelfde.
[/quote]
Winkeldochters zijn volgens mij ketens van winkels, zoals Gall&Gall een dochter is (of was…??) van Appie. Maar dat is híer zo, hoe is het dáár bij jou, waar klokken allang niet meer luiden naast je bed, maar dezelfde dingen als destijds je nog uit je slaap houden 😉 😀 heh heh heh!!!

axelle · 28 september 2007 op 20:47

bestond de kale kak mentaliteit in jouw tijd dan al, vraag ik mij af.
axelle – pRoUd2beBelGiAn

pally · 28 september 2007 op 22:17

winkeldochter ( scherts): artikel dat lang in de winkel ligt, dat men niet kwijt kan raken.
aldus van Dale, lieve Pau.
En ja, dezelfde dingen houden mij nog steeds uit de slaap, nou en? 😆

Li · 28 september 2007 op 22:35

Wat een heerlijk K3 verhaal Pally!
Ik vind jouw columns altijd een feest om te lezen.

Li

WritersBlocq · 28 september 2007 op 23:47

[quote]winkeldochter ( scherts): artikel dat lang in de winkel ligt, dat men niet kwijt kan raken.
[/quote]
Jaaa!! Dat is waar!!! Ik weet het ‘al’weer 😆
Bij mij op werk zijn winkeldochters wijntjes die niet meer te slijten zijn, behalve voor personeel, zo kom ik aan champagnes voor 2 euri haha! Teveel van gezopen, vandaar mijn gebrek aan…. ehm,…. waar ging het ook alweer over :eh: :oeps: 😮 🙄 😆

Siebe · 2 oktober 2007 op 09:04

[i]Het moest er toch maar van komen, 20 reacties. [/i]

Ik vind je verhalen prachtig Pally.
Hoe je ze weet te vertellen vind ik erg knap.
En het geeft erg veel plezier ze te lezen.

[i]Zo, 20![/i]

Gr.
S

Geef een reactie

Avatar plaatshouder