Wel eens een verschoven nekwervel gehad? Nee? Dan bent u een geluksvogel.
Ja? Dan weet u wat voor nare, zeurende pijn dat met zich meebrengt. Om over die hoofdpijn maar te zwijgen.
Had u een kraker in de buurt die rap het zooitje weer op de rails gooide? Ja? Dan bent u een geluksvogel.
Zo niet, laten we elkaar dan de hand schudden.

Het begon bij de aankoop van een nieuw bed. Ons oude matras voldeed niet meer aan de eisen dat mijn lijf en dat van Pierken eraan stelden. Je wordt een dagje ouder en, ondanks de nodige lichaamsbeweging, ook strammer. Nadat P. zich behoorlijk goed had ingelezen op wat nu een wereldmatras zou moeten zijn, gingen we bij diverse beddenzaken proefliggen.
Dat valt nog niet mee:
Je ligt hooguit één minuut met je kleren aan op een in plastic gehuld matras.
Je gooit jezelf een beetje heen en weer om te testen of het voldoende (naar smaak) mee veert.
Je moet waken voor een gleuf in het midden, dat toch een risico is bij twee eenpersoonsbedden.
Wordt het een box spring of een ledikant?
Wel of geen hoofdbord?
Een topmatrasje of toch maar niet?

Zonder enige vorm van discussie hebben we alsnog een fantastisch bed  kunnen samenstellen. So far, so good.
Levertijd was acht weken. Een paar dagen voordat de levering  zou plaatsvinden, stond ons oude bed bij het grof vuil. Die laatste dagen moesten we overbruggen op onze huiskamerbanken. Daar is volgens mij het leed geschied. Mijn nek ging protesteren na drie nachten onhandig bankhangen. Pijn trok irritant door naar mijn rechterarm.
‘Komt wel goed als we eenmaal ons nieuwe bed hebben,’ zei ik geruststellend tegen Pierken.

Nadat het aangeschafte slaapcomfort was geleverd en door ons met de nodige krachttermen in elkaar werd gezet, waanden wij ons in een geheel gerenoveerde slaapkamer. Zo ruim, zo mooi en zo groot. Ik liet mijzelf voorzichtig achterover op het matras vallen en mijn lijf schoot direct in de ontspanstand. Het nekgebeuren leek zich spontaan te herstellen.
‘Zie je wel!’ Riep ik verheugd naar Pierken. ‘Het komt allemaal goed!’
Die eerste nacht gingen we beiden vroeg op stok. Wij hadden onszelf ook nog getrakteerd op nieuwe dekbedden, overtrekken, kussens en hoeslakens. Het rook naar een showroom. Heerlijk!
Intiem kroop ik tegen Pierken aan. Mijn nek moest wel even wennen aan het andere kussen, maar iets dat bijna 70 euro kost moet goed zijn.
Na een uurtje lepeltje-lepeltje liggen fluisterde ik tegen de rug van mijn lief: ‘Ik ga naar mijn eigen kantje’ en draaide mij om.
Wat een slecht plan. Ik knalde rechtstreeks uit bed op de grond. Plat op mijn knieën en gezicht. Licht nerveus giechelend zei ik: ‘Kijk dan, schat. Bloed.’
Pierken overzag met een deskundige blik de ernst van de val. Hij sprong uit bed en kwam terug met een flinke rol keukenpapier. De bloedneus was snel gestelpt. Mijn nek protesteerde echter heviger dan voorheen.

Hoe die val uit bed had kunnen gebeuren is niet van belang. Iets met het verkeerd inschatten mijnerzijds wie nu op wiens kantje lag. Over een eventueel gebroken neus wilde ik niet eens nadenken. Mijn nek was hetgeen dat mij zorgen baarde. Ik kon niet naar links en niet naar rechts kijken zonder pijnklachten.
Op verzoek rommelde Pierken een beetje aan mijn hoofd om de scharniertjes weer op zijn plek te krijgen, maar helaas zonder succes. Na een week lopen kloten met hittepitjes, in de hoop op verbetering, was ik de ellende behoorlijk beu.
Maar hee, wie werkt er nu dicht op het vuur?! In het ziekenhuis zullen toch ongetwijfeld wel fysio’s zijn die ook een beetje kunnen kraken? Optimist ten voeten uit.
Inmiddels klokte ik acht paracetamol en drie tramadol capsules per dag naar binnen. Dat hielp best. Een uurtje. Door de nekklachten was ik misselijk, sliep niet en werd chagrijnig.

Redelijk radeloos belde ik tijdens een vroege dienst naar een fysiotherapeut op mijn werk.
‘Jij kunt kraken, heb ik gehoord. Wanneer kan ik bij je terecht?’ Een directe aanpak leek mij het beste.
‘Kuch. Dat heb ik al zolang niet gedaan. Daar waag ik mij niet aan. Bel Frank anders even. Die kan prima kraken.’
Oké. Mijn collega wilde niet helpen, maar kwam gelukkig wel met een alternatief. Toen ik het probleem aan Frank voorlegde raakte hij echter geïrriteerd.
‘Ja, dat gaat natuurlijk zomaar niet. Stel je voor zeg, dan heb ik een dagtaak aan het behandelen van collega’s. Ik moet een intake doen, kijken waar het probleem zit, nabehandelingen, risico’s, bla bla bla. Probeer het maar via de periferie.’
Klik. Kutlul.

Via google ben ik op zoek gegaan naar een manueel therapeut bij mij in de buurt. Dezelfde dag kon ik al terecht en na een kort intakegesprekje deed hij ‘krak krak krak’ met mijn hoofd. Ik voelde de moertjes terug op hun plek schieten en mijn schouders ontspanden zich direct. Wat een weldaad na bijna twee weken afzien.
‘Nou dame, dat was hard nodig.’
Joh!
Relaxt keerde ik huiswaarts. Een fijne nachtrust in een heerlijk bed lag eindelijk in het verschiet.
‘Hoe is het eigenlijk met je neus?’ Vroeg Pierken bij thuiskomst. Ik palpeerde en kon het tussenschotje buitengewoon soepel heen en weer bewegen. Dat voelde nogal beurs aan.
‘Morgen laat ik even een KNO- arts kijken. Ik zit toch dicht op het vuur. Komt goed!’

Categorieën: Algemeen

Nachtzuster

Ik doe iets aan jouw pijn.

7 reacties

Mien · 30 juni 2015 op 07:38

Ai … Pijnlijk verhaal. Ietwat te veel opgerekt. Ingekort had het prima volstaan voor de juni schrijfopdracht. Kan alleen even niet op het spreekwoord komen. Nu maar hopen dat het nieuwe bed geen Au … Ping is. 🙂

Yfs · 30 juni 2015 op 10:55

Nachtzuster! We zien je (helaas) niet vaak op de voorpagina, maar als je er bent dan heb je ook wat, zoals een kijkje in de slaapkamer van Pierken en jou! 😉

‘Je ligt hooguit één minuut met je kleren aan op een in plastic gehuld matras’ :rotfl:

In de nood leer je je collega’s kennen. Voortaan gewoon met ‘de nek’ aankijken die gast.

Leuk en “lekker” lang deze column! :yes:

Sweet dreams!

:yes:

troubadour · 30 juni 2015 op 11:40

Ik ben een geluksvogel, tot aan mijn prostaat is alles redelijk in orde. Mijn hart slaat wel eens over wanneer ik lange benen en mooie key-bones spot. Fijn dat ik achter Yfs aansluit, kan ik zeggen dat ze het gras voor mijn voeten wegmaaide met haar goed gekozen lofuitingen. Het verschil tussen lekker lang en langdradig komt hier goed tot uiting.

trawant · 2 juli 2015 op 10:28

Een uitgeslapen verhaal! Van je collega’s moet je het hebben.
Maar dat kraken … Nou ja, het heeft geholpen.
Hier en daar had een kleine versnelling nog meer bij de lezer wakker gemaakt. Indikken, bedoel ik dus.

arta · 2 juli 2015 op 12:15

Leuk, leuk, leuk!
Twee pijnlijke weken beschrijven en bij de lezer toch een lach op kunnen roepen, dat is knap!
De subtiele woordspelingen; Daar houd ik van.

[quote] Nadat het aangeschafte slaapcomfort was geleverd en door ons met de nodige krachttermen in elkaar werd gezet, waanden wij ons in een geheel gerenoveerde slaapkamer [/quote]
Het is dat tussenzinnetje met de krachttermen, waardoor ik een Nachtzuster uit honderd andere stukken zou pikken 🙂

pally · 2 juli 2015 op 22:07

Hij is misschien een beetje uitgerekt, maar ik vind hem heel leuk!
Ik struikelde alleen over één woord : Ons matras voldeed niet meer aan de eisen, DAT Perken en ik enz.
Ik denk dat het moet zijn: DIE Pierken en ik enz. er aan stelden. Het slaat op eisen, ( peanuts)

Nachtzuster · 4 juli 2015 op 13:19

Hartelijk dank voor het reageren! :rose: Tja, te lang, te uitgerekt en te weinig jus. Ik weet het. Ik probeer het ook anders te doen, maar dat lukt niet altijd en dan gooi ik het over de schutting. Blijven oefenen zal ik maar zeggen.

Pally, je hebt gelijk. Blijft ook een struikelstukje van mij. De ‘dats’ en ‘die’s’.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder