Na diverse invalkrantenwijken gelopen te hebben, ik ben niet voor niets invalkracht, kreeg ik twee wijken van een bezorger die plotseling geblesseerd was geraakt.
Deze wijken vielen voor een groot deel samen met mijn eigen bekende postwijken, dus dat was een makkie en zou ik wel eens even gaan doen.
Omdat ik wist in welk hofje de bezorger altijd begon, besloot ik dat ritme maar over te nemen om de krantenontvangers niet in de war te brengen.

Maar wie raakte er wel in de war?
Juist, ondergetekende.
Vol goede moed begon ik de kranten de huizen binnen te werken, totdat ik na een krant of tien tot de ontdekking kwam dat mijn logische volgorde van straten niet de logische volgorde van straten op de looplijst was.
Oftewel: Inge was bij de verkeerde straat aan het kijken! Met als gevolg dat de kranten niet in de daarvoor bestemde brievenbussen terecht kwamen, maar bij de buren of zo.
Paniekerig keek ik bij het goede hofje of er nog iets van puin te ruimen viel of dat het er op neer kwam dat de nabezorger een drukke middag zou krijgen.

Na een poosje koortsachtig rondgedrenteld te hebben, besloot ik om mijn route maar te vervolgen. Maar ik was helemaal van slag, waardoor ook in de volgende straten nog het één en ander fout ging. Zodat ik aan het eind nog een paar kranten over hield waarvan ik niet wist waar ze ondergebracht hadden moeten zijn.

Maar wacht even. Om de schade nog enigszins te beperken, kon ik deze gebruiken om een paar fouten in het eerste hofje te herstellen.
Ja, dat stukje terug fietsen kon er dan ook nog wel bij. En daar was ik weer op mijn uitgangspunt, nog wat kranten weg werkend.
Toen ik er nog eentje over had, zag ik van de andere kant een meneer aan komen wandelen. Aan komen schrijden was eigenlijk een betere beschrijving. Een keurige meneer met een keurige lange zwarte jas, een keurige zwarte hoed en een keurig niet-zwart hondje aan de lijn. Hij zag mij daar rondscharrelen met mijn kranten en kwam met begerige blik op me af.

Opgelucht constateerde ik dat die begerige blik niet mij gold, maar de krant in mijn hand.
“O, daar is eindelijk de telegraaf!”
“Eh nee”, stamelde ik schuldbewust, “de telegraaf is op. Ik kom tekort.”
Ja, ik ga zo’n meneer niet vertellen dat ik aan het blunderen geweest was. Zo laf was ik wel.
Een intens droevige uitdrukking kwam op meneers gezicht. “O. Wat jammer. Andere ochtenden ligt hij altijd keurig op mijn mat (compliment voor de bezorger van die wijk), maar nu is hij er nog niet. Wat kan ik nu doen?
Ik kreeg spontaan tranen in mijn ogen. En dat had ik nota bene op mijn geweten!
“Tja, u kunt natuurlijk opbellen…… Dan wordt hij nabezorgd…….”
“Moet ik dat doen? Kunt u dat niet doen?”

Ja, dat was misschien nog wel een beter plan. Ik graaide mijn mobieltje uit mijn zak en probeerde de baas te bereiken.
Voicemail!
De vice baas dan?
Bingo, die was aanspreekbaar.
“Heb jij nog een telegraaf over ? Ik kom er eentje tekort voor nummer 8.”
Ja, hij zou hem wel nabrengen. Een diepe zucht klonk door de telefoon.
“Ik wil hem zelf wel komen ophalen.” Maar dat hoefde niet.
De keurige meneer stond ondertussen vol spanning het gesprek te volgen. Zijn gezicht klaarde helemaal op toen ik hem vertelde dat zijn gewenste krant in aantocht was.
“O, dank u, dank u wel!” Blij huppelend ging hij zijn huis binnen. Nou ja, dat huppelen zal ik me wel verbeeld hebben in het donker. Maar blij was hij wel.
De goede naam van het kranten bezorgen was weer gered.
Maar ik had zijn dank niet verdiend.

Inge.

Categorieën: Algemeen

7 reacties

Li · 19 maart 2013 op 21:10

Eigenlijk meer een verslag dan een column. Je hebt een gezellige pen maar ik vind dat je best wat meer mag overdrijven. Daar wordt het alleen maar spannender van 🙂

Meralixe · 20 maart 2013 op 08:42

Probeer ook indien mogelijk eens een ander onderwerp! :-*

KingArthur · 20 maart 2013 op 10:19

Zolang je ervan leert mag er zo nu en dan best eens een vergissing worden gemaakt. Als ik een werkgever was zou ik je zo aannemen.

Om de tekst unbiased (sorry kan het Nederlandse woord ff niet vinden) te houden, noem geen namen van kranten maar verzin gewoon een naam.

idd af en toe mag je best eens dingen een beetje aandikken.

Aardig geschreven.

Mosje · 20 maart 2013 op 10:50

Jij maakt wat mee zo op de vroege morgen. Komt er een deel 3?

    Inge · 20 maart 2013 op 13:21

    Ja, ik heb een deel 3 en 4. Maar anderen willen liever een ander onderwerp. Ik zie nog wel.

DACS1973 · 20 maart 2013 op 13:58

Ik vind het een leuk en goed leesbaar stuk. Voor mij hoeft het niet aangedikt te worden of spannender gemaakt.

Ma3anne · 20 maart 2013 op 17:11

Je schrijft op zich best goed, maar het mag van mij ook iets spannender. Kun je deel 3 en 4 misschien nog wat bijschaven?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder