Heerlijk, 13u05, goedemorgen wereld, ik kom mijn bed maar eens uit. Het is wel de tweede keer vandaag, om 8 uur ook al heel eventjes. Dat komt door mijn moeder. We spelen Wordfeud samen, online, en zij staat vroeg op want zij heeft een huishouden te runnen, net als ik. ’s Ochtends, rond half acht, legt ze haar eerste woord van de dag en dan gaat ze zitten wachten totdat ik wakker ben -ik heb tenslotte kinderen dus dat zal niet lang meer duren- en mijn eerste letters het digitale spelbord opgooi. Daarom zet ik mijn wekker om acht, leg met één oog halfopen een vierletterwoord en moffel mijn gsm dan weer onder mijn kussen, op stil en zonder nieuwe wekopdracht . Het enige probleem is, dat eens ik ook maar eventjes wakker ben geworden, ik altijd hoognodig moet plassen. Zodus sleur ik mezelf overeind, ga ik naar de wc en geef op de terugweg naar m’n bed nog snel even de jankende katten hun dagelijkse portie natvoer. M’n moeder in de waan dat ik, zoals het een goede moeder betaamt, op een degelijk tijdstip mijn bed uitkom, m’n katten stil en tevreden voor de komende paar uur. Aan het voeteneinde vallen ze al likkebaardend heerlijk terug mee in zwijm. Iets na 13 uur leg ik dan gewoonlijk mijn tweede woord,  -in deze wakkere toestand vaker eentje van zes letters dan de voorgaande minder doordachte variant van vier-, en schrijf ik in het chatvenster: “sorry ma, vanmorgen de ramen gekuist, de afwas gedaan en wat boodschappen gehaald. Nu pas net weer in de zetel”.  Mijn moeder schrijft dan terug dat het zonde is dat ik vanochtend de ramen heb gelapt in de regen, en dat ik beter had gewacht tot het droog was zoals nu, vanmiddag. Oeps, het had blijkbaar geregend… Na het ‘terugwoord’ van mijn ma loop ik naar de keuken, waarbij mijn voet net niet vast blijft plakken in de cola die ik de avond daarvoor op de vloer morste – en liet liggen- , wens ik de berg afwas een goedemorgen en duik ik de ijskast in op zoek naar ontbijt, wat er nooit staat. Gelukkig kan ik altijd terugvallen op een heerlijke kop oploskoffie omdat ik een tijdje terug kilo’s van die gezellige kleine zakjes heb ingeslagen.

Toegegeven, ik ben een stiekeme langslaper, hoewel ik het eerder zou definiëren als ‘laatslaper’. Ik slaap niet zozeer langer dan de gemiddelde medemens, maar wel later, zowel ’s nachts als ’s ochtends. Ik leef gewoon op andere uren dan dat jullie dat doen. Rond middernacht, na het late journaal voel ik totaal nog geen moeheid, en kijk ik gerust nog vier afleveringen van mijn favoriete serie op Netflix, inclusief verorbering van een pak chips -liefst paprika- en een glas cola of drie. Dan wordt het al snel laat, of zelfs licht, en dan lijkt het me doodnormaal dat een mens dan een uur of negen slaap nodig hebt om de volgende dag zonder ochtendhumeur op te kunnen staan. Eens je in dit patroon verzeild bent geraakt is het overigens niet makkelijk te doorbreken zonder enige vorm van therapie, en al zeker niet als je eens per jaar recht hebt op twee maanden zomervakantie.

Gelukkig heb ik makkelijke kinderen die massa’s begrip opbrengen voor mijn doorgedreven nood aan slaap. De oudste, die zijn puberjaren reeds doorlopen heeft, leerde ik ergens tijdens zijn derde levensjaar al hoe hij een sandwich moest smeren, voor het geval  hij last moest hebben van hongeraanvallen tijdens de ochtend. De jongste, die ik bewust pas tien jaar later baarde, plukt daar nu de vruchten van en rekent voor het ontbijt op zijn broer. Als die rond 9 uur keihard roept (om boven zijn spelletjesgeluiden uit te komen), “voor mij één met salami en eentje met confituur”, dan hoor ik zijn broer terugzeggen,  “sssttt, niet zo luid, mama slaapt”. De schatten!    Als ik dan rond 13 uur met mijn oploskoffie hun kamer binnenstap, en hen meedeel dat ze nu wel lang genoeg op de Nintendo Switch hebben gespeeld, dan proberen ze weleens met “maar we zijn pas wakker van kwart over elf hoor…”. De rakkers!

Mijn langslaapfetisjen nemen pas helemaal beangstigende vormen aan op momenten dat die twee lieverds het weekend bij hun respectievelijke vaders doorbrengen. Mijn moeder weet exact welke weekenden dat zijn. Dan skip ik dus de letterwekker van acht, en geef ik mijn katten al natvoer om vier uur ’s nachts. Mijn moeder vindt dat ik op die weinige kinderloze weekends het recht heb om eens heerlijk te mogen uitslapen. 

Categorieën: Algemeen

2 reacties

Mien · 4 september 2018 op 20:18

Van langslapen ga je alleen maar langschrijven. Ik zou het eerder bij powernapjes houden. En powerwordfeudwoorden.

Mosje · 5 september 2018 op 11:56

Jakkes, wordfeud. Om nooit meer wakker van te worden 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder