Maandag, zoals vele maandagen zijn geweest of nog zullen komen. Gewoon en toch zo bijzonder. Zij stapt al redelijk vroeg op de fiets, trapt genietend van het zonnetje, naar de bushalte en gaat met de bus verder naar het ziekenhuis in de grote stad. Het weer is eigenlijk veel te mooi en te zacht, om in de bus te stappen, maar ze mag niet het hele eind fietsen van haar bezorgde huisgenoten. Ze heeft hen belooft echt de bus te pakken en dus doet ze dat ook. Ze heeft immers vanaf gisteravond niets meer mogen eten en drinken, voelt zich dus ook wel wat zwakker op mijn benen staan.

Ook de laatste weken heeft ze weer een jasje uitgetrokken, te veel afgevallen door koortsige dagen. Haar weerstand is behoorlijk gedaald.
Haar huisarts weet het ook niet meer en heeft haar doorverwezen naar de internist, die het nodig vond haar eens grondig te onderzoeken en dat is vandaag haar doel. Ze wandelt vrolijk het ziekenhuis binnen en gaat in de rij bij de balie van het laboratorium.
Voor haar staat een man op leeftijd, hij kijkt gemoedelijk om hem heen en knikt haar vrolijk toe. Zij knikt vriendelijk terug en kijkt ook even rond, ze ziet de zuchtende mensen en klagende mensen die vinden dat de rij te lang is.

Meer dan twintig mensen voor haar, de man die net voor haar stond is gaan zitten bij de prikkamers en zij neemt na het afgeven van de formulieren plaats naast die man. Er heerst altijd zo’n grafstemming in die wachtkamers, de humor is ver te zoeken.
De man naast haar begint een praatje, vertelt dat hij al heel vroeg van huis was gegaan, maar dat hij in de file heeft gestaan en daardoor een beetje te laat hier was. Hij moet opgenomen worden voor een dagje. Heel rustig wacht hij nu op zijn beurt, maar vertelt haar wel dat hij vroeger heel zenuwachtig en agressief geworden was als dit zelfde hem gebeurde.
Nu maakt hij zich niet zo druk meer daarom, ze wachten maar op hem vandaag, het zal zijn tijd wel duren. Hij komt voor nieuw bloed en is er aan gewent geraakt. Hij berust in zijn ziek zijn, de chemokuren slaan niet aan vertelt hij dan heel nuchter. Fluisterend vertelt hij haar dat hij bloedkanker heeft. Zij kent die ziekte leukemie en weet dat als de kuren niet aanslaan, de dagen gaan tellen.

De man blijft nuchter en positief hij geniet van al het mooie om hem heen en dat ziet zij in zijn ogen, ze stralen rust uit. De man is een gelukkig mens, hij leeft en geniet.
Hij vraagt waarom zij hier zit en zij kan alleen maar antwoorden: ‘waarschijnlijk voor een of ander onschuldig virusje, niets bijzonders.’
Het wachten op haar beurt duurde veel te kort, zij heeft heel even genoten van een mooi mens met een verhaal. Ze had met deze man nog uren kunnen doorbabbelen. Deze man heeft een indruk gemaakt en ze zal hem niet snel vergeten.

Zij beseft maar weer eens hoe kostbaar ‘gezond zijn en blijven’ is. Dat je het genieten NU moet doen en niet uitstellen tot morgen.


pepe

Vrouw, (schone)moeder, leerling-creatief schrijven en nog veel meer. Wil je meer lezen? Hier schrijven wij (meiden van Mary)www.meidenvanmary.wordpress.com. Ik mag één van deze meiden zijn. Schrijven is schrappen, het schrijven schrappen is geen optie.

11 reacties

Shitonya · 23 mei 2004 op 17:32

Helaas kun je niet elke dag elk moment genieten. Je moet als mens werken om je broodje en je kleertjes te betalen anders overleef je niet. Sommige moeten zich kapot werken 5 dagen per week, amper tijd om te kunnen genieten…
mooie column 🙂

sally · 23 mei 2004 op 17:59

Mijn zusje verteld me van de week een hard stuk in haar borst te ontdekken.
deze week voor onderzoek.
Ook ik werd weer geconfronteerd met het feit dat elke dag een totale ommekeer in je leven kan zijn.
en je beseft hoe kostbaar gezond zijn en blijven is.Helemaal mee eens.
mooie column
veel liefs
sally

Ma3anne · 23 mei 2004 op 20:18

Erg mooie column weer, Peep!

Irma · 23 mei 2004 op 21:40

Het zijn inderdaad ‘de kleine’ dingen die er toe doen en waar je, geconfronteerd met falende gezondheid, weer ineens op gewezen wordt. Mooi!

Mosje · 23 mei 2004 op 22:01

Tsja, verhalen in de wachtkamer.
Het doet mij denken aan mijn vader die met angst en beven naar de arts ging om zijn amandelen te laten knippen (hij was al behoorlijk op leeftijd).
Zegt een andere wachtende tegen mijn vader: “Heb je het al gehoord van Jansen? Die moest zijn amandelen laten knippen. Is gestikt in zijn eigen bloed”.
Mijn vader heeft de wachtkamer onmiddellijk verlaten en heeft de keelpijn voor de rest van zijn leven voor lief genomen.

Li · 23 mei 2004 op 22:32

Mooie column Pepe, Het drukt je weer met de neus op de feiten en doet je beseffen dat gezondheid iets heel erg kostbaars is 😉

Li

Kees Schilder · 23 mei 2004 op 23:22

Mooie column, pepe. Met je gezondheid staat of valt alles.

Eftee · 24 mei 2004 op 01:07

Bij dit soort gebeurtenissen word je er weer even aan herinnerd, hoe belangrijk het is om te genieten zolang je kunt.

pepe · 24 mei 2004 op 02:02

voor al jullie reacties bedankt

en geniet allemaal van vandaag 😀 en misschien morgen weer…

Louise · 24 mei 2004 op 19:14

Een mooie column, met een mooie boodschap…
Pluk de dag.

Hans · 25 mei 2004 op 01:36

Niet lang geleden heb ik een goeie vriend en collega begeleid naar zijn laatste rustplaats. Hij was zwaar ziek en zijn ziekbed wens je de vijand niet eens toe. Ook zijn vrouw is ongeneeselijk ziek. Ze hielden vertrouen in de Heer waar ik Hem denk ik al stijf gevloekt had.Mijn maatje heeft altijd gelachen. Tot op zijn laatste kwartiertje toe. Hoe hij het voorelkaar kreeg weet ik niet maar zelfs in zijn doodsstrijd kan hij lachen terwijl communicatie alleen nog maar door oogknipperen verliep.
Hij heeft me iets geleerd wat me diep heeft laten nadenken. Ook als het je niet goed gaat moet je genieten, al was het maar omdat ondanks dat het niet goed met je gaat, het misschien nog de beste dag van de rest van je leven is……

Geef een reactie

Avatar plaatshouder