Lotte is een kleine rups. Haar lijfje is geel met rode stippen en ze heeft wel duizend zachte haartjes op haar rug. Och, wat zouden die haren kietelen op je neus. Lotje is de mooiste rups van alle rupsen. Rupsen zijn om de 10 dagen jarig zoals jullie weten. En vandaag is het weer zover. Lotte viert haar vierde verjaardag. Iedereen die zij kent heeft ze uitgenodigd om langs te komen. Ze heeft de hele ochtend bessen verzameld, dauw uit de bladeren geschud en het mos schoon geveegd. ‘Ziezo!’ Zegt ze trots, alles is aan kant en er is voor iedereen eten en drinken.

‘Oehoehoe’ hoort Lotje plots. Al klapwiekend land vlak naast haar in het mos de grootste uil uit het bos. ‘Thérèse!’ Roept Lotte verheugd. ‘Goedemorgen, Lotte’, antwoordt de uil. ‘Gefeliciteerd met je verjaardag.’ De uil zwaait twee keer met haar wijde vleugels. ‘Ik heb weer wat vriendjes voor je meegenomen.’ Onder haar verenpak vallen drie beestjes op de grond. Johan de boktor, Willy de slak en Simon de schele spitsmuis. ‘Woehoei….Gefeliciteerd!’, schreeuwen ze alle drie tijdens het neerkomen Lotje toe.

‘En verder’, zegt Thérèse de uil, ‘hebben wij een cadeau voor je. Ik hoop dat je het mooi vindt!’ De vogel buigt voorover en krabt met haar poot over haar platte kop. Vanuit haar kopveren valt vlak voor Lotte een klein langwerpig pakje op de grond. Nog voordat ze zich om het pakje heen krult en begint met uitpakken kraait ze het uit van plezier. ‘Och, eindelijk, eindelijk, nu kan ik ook vliegen en al het moois van boven zien! Net als jij Thérèse!’ Ze wurmt zich om het cadeautje heen en scheurt het papiertje weg.

‘Oh’, zegt Lotte teleurgesteld, nadat ze het cadeautje uitgepakt ziet. ‘Een kammetje…’.
‘En niet zomaar een kam’, vult Thérèse haar blij aan. ‘Deze heeft 1000 pootjes. Daarmee kan je in één keer al jouw haren kammen.’ Lotje duwt de kam terug naar de poten van de uil en zegt, ‘nemen jullie deze maar weer mee, Thérèse. Ik had om vleugels gevraagd. Niet om een kam. Ik wil vliegen! Net als jij wil ik alles van boven zien. De bomen, de kerk, de mensen, de bloemen en de zon… Ik, … Ik wil naar de zon vliegen!’

‘Naar de zon vliegen?!’ Zegt Simon de schele spitsmuis verbaasd. ‘Wat een rare praat, Lotte. Dat kan toch helemaal niet? De zon is nog verder vliegen dan de maan?!’
‘Nou’, antwoordt Lotje boos, ‘als je mij niet geloofd, dan vraag je het maar aan de merel! Ik heb de merel zo hoog zien vliegen dat hij als een stipje in de lucht verdween! Dan ben je al bijna bij de zon, hoor.’
‘Soms, moet je tevreden zijn met wat je hebt, Lotte’, spreekt Willy de slak langzaam. ‘Ik heb al heel lang een veel te klein huis op mijn rug. Er zit niet eens een zolder in. En ook geen kelder, trouwens. Maar er zit wel een dak op. Dat houdt mij koel als de zon schijnt en droog als het regent. Daarom ben ik blij met mijn huis.’
‘Als jij een zolder of een kelder wil, Willy, dan kun je dat vragen voor jouw verjaardag. Ik heb jullie om vleugels gevraagd, zodat ik kan vliegen en alles kan zien wat de merel en Thérèse zien! Ik wil de grootste vleugels van alle vogels. En geen kam, hoor je!’, Ze kromt het midden van haar lange rug en stampt dat driemaal op de grond. Kwaad schreeuwt ze: ‘Ik wil vleugels, vleugels, vleugels!’

‘Nou, als jij zo graag vleugels wil, dan zul je ze krijgen.’ Zegt Johan de boktor. ‘Maar niet van mij. Ik vind je een ondankbare rups. Je leeft in het zachte mos met allemaal prachtige bloemen om je heen. Je hebt eten en drinken in overvloed. Er zijn vrienden die van je houden, maar waar je niet aardig voor bent, omdat zij jou geen vleugels geven. Ik heb genoeg gezien. We komen over tien dagen nog wel terug voor jouw volgende verjaardag, maar ik denk dat we nu beter kunnen gaan.’

De anderen vinden dat Johan gelijk heeft en knikken even naar elkaar. Thérèse spreidt haar vleugels waarna Simon en Johan weer terug in haar veren klimmen. De uil helpt Willy de slak door hem met de punten van haar snavel bij zijn huisje op te tillen en hem in haar vlerk te steken. ‘Oehoehoe’… Thérèse stijgt al klapwiekend op zoals ze kwam en laat Lotje op de grond achter. ‘Dat is niet eerlijk!’ Schreeuwt ze de uil na. ‘Ik wil ook vliegen!’

Nog steeds boos kringelt ze naar een reuzenzonnebloem verderop. Ze klimt tegen de dikke stam aan tot in het topje van de gele bloem. Daar strekt ze haar rug zo ver als mogelijk omhoog naar de zon, wuift ze zoveel als ze kan met al haar haren en laat zich voorover vallen. Maar een rups kan helemaal niet vliegen. Ze tuimelt dus via de bladeren van de zonnebloem naar beneden tot ze op de grond in het zachte mos neerploft. ‘Oefff..,’ puft ze wanneer ze de grond raakt. Door de klap valt Lotte in een diepe slaap.

Zeven dagen later wordt Lotte wakker. Ze doet haar ogen open, maar ziet niets. Nog een beetje suf en slap probeert ze zich te bewegen. Maar ook dat lukt niet. Dan voelt ze dat ze zes pootjes heeft gekregen. Wanneer ze daar zachtjes mee vooruit duwt ziet ze een kier met licht ontstaan. Langzaam ontvouwt Lotte zich uit een zachte cocon.
Lotte is geen rups meer, maar ze is een vlinder geworden. Rupsen worden vlinders! En vlinders hebben vleugels! Ze ziet in de dauw op de bladeren twee prachtige vleugels op haar rug. Ze zijn zwart, rood, geel met witte randen.
Nog niet gewend aan de twee flappen op haar rug probeert ze er mee te wapperen. Langzaam komt ze los van de grond. Ze fladdert nog wat heen en weer terwijl ze roept: ‘Ik vlieg, ik vlieg’!

Ze stijgt boven de bloemen uit en voor het eerst ziet ze alles van boven de grond. Hoger dan de bomen, de kerk, de mensen en …. vlakbij de zon! Maar ze merkt dat de zon toch te ver weg blijft om naar toe te vliegen. Simon de schele spitsmuis had gelijk, weet ze nu. De merel is het dus ook niet gelukt om naar de zon te vliegen. De zon is veel te ver weg.

Al zwierend door de lucht ziet ze op de grond Johan de boktor lopen. ‘Johan, Johan!’ Roept ze. Maar Johan kan haar niet horen, omdat ze te hoog van de grond af vliegt. De wind waait haar woorden weg. En Johan kan haar ook niet zien, omdat de zon in zijn ogen schijnt. Ach, wat zou het toch leuk zijn als ik mijn vleugels kon laten zien aan Johan, denkt Lotte. Maar dat kan alleen op de grond?! Of om hem te bedanken voor die mooie kam. Maar praten, dat kan ook alleen op de grond?! En alles van dichtbij ruiken of voelen kan ook alleen op de grond?! En wat moet ze doen als zij straks honger krijgt of dorst?! Of als ze al die mooie bloemen van dichtbij wil zien? Dat kan allemaal alleen maar op de grond.

Lotte haar grootste wens is in vervulling gegaan. Ze heeft vleugels gekregen en ze kan vliegen. Maar soms is het, zoals Willy de slak zegt, belangrijk dat je tevreden bent met wat je hebt. Ook als je geen vleugels hebt. Het leven is ook mooi zonder vleugels hier op de grond. Jij hebt ook geen vleugels en dat is toch helemaal niet erg? Eigenlijk, maakt dat niet uit.

Categorieën: Diversen

12 reacties

Meralixe · 17 oktober 2012 op 09:01

Welkom op column x.
Een sprookje…en dan nog uitstekend verteld! Afprinten en aan de kinderen geven of bewaren voor als de kleinkinderen hier eens overnachten.
Natuurlijk is het niet DE tekst waar ik zit op te wachten maar ik respecteer uw schrijven.
Klein foutje? ’ alles van boven zien’ is ‘alles van boven AF zien, denk ik.

SIMBA · 17 oktober 2012 op 09:46

Welkom op CX!
Een verhaal met een moraal, leuk gedaan!

Ferrara · 17 oktober 2012 op 10:19

Wat een leuk debuut. Succes hier.

arta · 17 oktober 2012 op 10:34

Erg leuk om hier ook eens een, erg goed geschreven, kinderverhaal te lezen!

Meralixe · 17 oktober 2012 op 11:52

Mag ik hier als kleine computerspecialist eens een kleine opmerking maken?
Er zijn twee methode om te reageren op een bepaalde column. Ofwel klikt men op ‘Reactie Posten’ ofwel klikt men op ‘Replay’ waardoor de gegeven reactie dan een beetje inspringt.
Dat laatste geeft dan wel de indruk dat er meer een reactie gegeven wordt op de reactie die het laatst gegeven is. Dit schept soms verwarring.
Dus, een stille regel zou misschien kunnen zijn, bij het reageren steeds de bovenste ‘Reactie Posten’ te gebruiken en, de ‘Replay’ enkel te gebruiken als men daadwerkelijk wil reageren op een eerder gegeven reactie van een ander lid van column x. Ik merk dat niet iedereen deze ‘regel’ toepast.

Aan de schrijver van deze column, mijn excuses dat ik deze weg gebruik om de anderen van ‘onze’ site te bereiken. Ik ken namelijk niet zo goed de weg naar ‘Column Café’ waar een dergelijke opmerking beter zou zijn.

Wie mijn mening ondersteund en meer behendig is met de computer mag gerust deze tekst overhevelen naar Column Café.

Groet van Meralixe

Nachtzuster · 17 oktober 2012 op 19:15

Wat een verrassend, leuk debuut! Ik ben dol op fabels! Het doet me denken aan Toon Tellegen. Goed verteld, Vera. Welkom hier! :lach:

Yfs · 17 oktober 2012 op 21:06

Een heerlijk stuk om hardop te lezen en stemmetjes bij te verzinnen haha. Het lijkt zo makkelijk om een fabel te schrijven maar dat is het helegaar niet!!
Heel origineel Vera!! Welkom op Column X!! 😀

pally · 17 oktober 2012 op 23:07

Grappig, heel levendig verteld kinderverhaal.Ik zie het bijna als een tekenfilm voor me, met de stemmetjes.
Welkom hier,

Groet van pally

Mup · 18 oktober 2012 op 11:15

Welkom!
Ik ben dol op boktorren :lach:

Groet Mup

Sagita · 18 oktober 2012 op 11:51

Beetje Maya de Bij! Beetje het Piggelmeevrouwtje! Zeker een verhaal met een moraal zoals in een goed sprookje gebruikelijk is! Welkom! Heerlijk verhaal!
groet Sa!

Vera · 18 oktober 2012 op 14:39

Dank jullie wel voor de overwegend positieve reacties en de warme ontvangst! De vergelijking met Toon Tellegen door Nachtzuster vind ik een groot compliment.

Mien · 19 oktober 2012 op 10:30

Kijk diervriendelijke columns, eh fabels, eh sprookjes, eh verhaaltjes, daar hou ik van.
Verrassende binnenkomer op CX.
Welkom!

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder