Ik vouw een bootje van rotspapier. In alle kleuren grijs en groen. Laat het los op blauw water. Opdat het ver mag dobberen. Aan de horizon verdwijnt langzaam de zon. In haar donkerrode gloed nog een klein puntje van papier. De rivier is zo breed, niet te overzien. Hij lijkt niet in de lengte maar in de breedte te stromen. Niets is het water vreemd. Daar verdwijnt de boot geheel uit zicht. Geen haan meer die er naar kraait. Waar zou een haan überhaupt naar moeten kraaien? Niemand die het weet. Mijn boot trekt verder de weide wereld in. Voorbij de horizon. Op zoek naar zijn roots. Van rotspapier. Stevig koerst hij verder. Naar ik weet niet waar. Echt waar.
Diversen
Vaste Grond
Ik dacht altijd goed te weten wat ik wilde.En te weten waar ik stond.Maar als ik naar beneden kijk.Zie ik nergens vaste grond. Niemand is bij voorbaat uitgesloten.Iedere weg die ik neem lijkt mij even Lees meer…
0 reacties