Oei, daar schrik ik eventjes van.. Mijn herinnering aan mijn eerste schrijven en mijn terugblik op dat verleden gaat zo maar eventjes meer dan vijftig jaar terug in de tijd. Vijftig jaar? Vroeger werden de mensen niet eens zo oud!

Goed, we schrijven 1960. Ik zat samen met nog een vijftiental twaalfjarige jongens in de muffe gemeenteschool van ons landelijk dorpje in Vlaanderen. Leuk, enkele jaren daarvoor had ik nog met een ‘griffel’ op een ‘lei’ geschreven. Terwijl ik nu mijn computer zijn stevigheid op de proef stel door genadeloos op het klavier te bonken denk ik eventjes aan die enorme weg die er daar maar ook op tal van andere vlakken is afgelegd.
De ronkende kachel met een lange buis dwars door de klas, het eerste uur les in de kou. Jongens nog in korte broek omdat ze er maar één hadden, meisjes apart, in de meisjesschool. De meester, altijd streng, zijn frustraties van thuis uitwerkend op ons of toch zeker op één of ander slachtoffer van de dag.. Waar is die tijd?

“Opstel!”

De opdracht was simpel. Iedereen diende een verhaal te noteren van ongeveer twee bladen lang, in het eigen A4 kladschrift. Daarna kon er luidop voorgelezen worden. Prettig detail bij deze oefening, het schriftje werd één bank achteruit doorgegeven zodanig dat elke leerling het opstel van een ander diende te lezen. Voor mij was dit een winstpunt daar Marc een goede lezer was die de kracht en de toon van zijn stem gebruikte om een meerwaarde geven aan wat hij las. Hij hield zelfs rekening met de punten en de komma’s.

Eén leerling kreeg geen letter op papier, er was zelfs nog geen titel. Daar kon de meester in zijn ietwat versleten kiel niet mee lachen. Wij wel. Anderen bleven steken bij een tiental regels maar kregen hun verhaal niet rond of af binnen de limiet van één uur die ons was toegemeten. Een uur waar de meester dankbaar gebruik van maakte om zijn krant te lezen en zichtbaar te genieten van zijn pijp waar hij met korte snokjes de lucht door zoog.

Ik overdrijf niet, een half uurtje later zat de klas onder een grijsblauwe wolk van tabaksrook te zweten aan haar opdracht. Enige troostende gegevens bij deze wantoestand; de rook steeg omhoog tot tegen het plafond van het hoge leslokaal zodanig dat het onder een grijsblauwe wolk ook werkelijk onder een grijsblauwe balk van rook bleek te zijn, en, de geur die dan toch nog onze neusjes bereikte was van een heerlijk aroma zoals enkel pijptabak kan ruiken.

Wat een heerlijke omgeving om tot schrijven te komen! Ja toch?

“Stop!”

Zijn stem klonk een beetje schor. Traag liep hij door de gang, nauwlettend keek hij op de verfrommelde boeken van ons, gebukt onder zijn kleffe gezag. Hier en daar gaf hij, enkel afgaand op de lengte van het geschrevene, al wat commentaren. Ook naast mij stopte hij even. Hij schrok zichtbaar van de drie bladzijden die ik met enige fierheid toonde. Hoe moest ik het schrapen van zijn keel interpreteren?

Volgende regel van het spel, het voorlezen.

Jozef, de leerling voor mij had me goed liggen. Hij kende mijn zwakte als geen ander. ‘Papa’s prestaties als bankier’ Een titel, groot en duidelijk geschreven met daar onder een drietal regeltjes. Ik, toen nog grote stotteraar, kreeg de woorden niet uit mijn mond. Hilarisch gelach bij de bende en een draai rond mijn oren van een in dergelijke situaties machteloze meester. Tranen, tranen van diep verdriet vermengt met woede en onmacht. Diepe groeven in de kinderziel.

“De volgende!”

Marc las zoals verwacht met klare stem. Over onze hond, onderdeel van het grote gezin, zo te lezen een pracht dier met een bovennatuurlijke zin voor vriendschap en trouw. Nu nog weet ik niet hoe ik van die hoop vlooien aan een lange ketting zo veel goeds kon verzinnen. De werkelijkheid was dat iedereen bang was van het deels verwilderde dier. Mijn verhaal bracht stilte in de klas, deed monden open vallen, werd tot het laatste punt met een spannende zucht mee beleefd. Talrijke blikken van bewondering toonden aan dat het goed was.

“Niet zo proper geschreven he!, En, van waar komt die vuile inktplek? Vier op tien en als straf voor het niet voorlezen van het opstel van Jozef, twee keer het eigen opstel over schrijven! De volgende!”

Zo voorkwam de meester de plicht om te zeggen dat het goed was. Ik was toch ‘maar’ de zoon van dat keuterboerken? Straks komt Jan nog, en Dirk, de primus, op alle vlakken de beste van de klas, zoon van de onderwijzeres uit het zesde leerjaar. Die met haar lange rode haren waar de meester altijd onnozel tegen doet bij de samenkomsten van al de leerlingen van het dorp. Nee nee, niet te veel bloemen voor Meralixe.
Ik hoor hem, mijn woede verbijtend, noch met een honend lachje zeggen dat ik van geluk mag spreken dat ik geen vier bladzijden had geschreven over die rothond.

Dirk en enkele anderen lachten gedwee mee met zijn opmerking. Anderen voelden al dat ik die dag ’t speelballetje was van de meester. Toegegeven, Dirk zijn opstel was niet slecht maar ’t mijne was beter. Punt. De razernij in mij nam toe.
Op de speelplaats gelden er andere regels, te beginnen bij Jozef waarmee ik bijna ogenblikkelijk een rekeningetje ging vereffenen. Met een handig gebaar deed ik hem pardoes op zijn buik in een grote plas water belanden.

“Van die Meralixe? Daar komt nooit iets goeds van…”

Categorieën: Algemeen

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

8 reacties

Yfs · 10 november 2013 op 10:50

Een griffel en een lei heb ik nooit ter hand genomen, maar wel de kroontjespen en het in de schoolbank verzonken inktpotje wat regelmatig bijgevuld moest worden. De geur van de inkt kan ik zo weer oproepen. Heel bijzonder hoe je mij met deze column ook weer even hebt teruggezet in het klaslokaal, vooral het aroma van pijptabak, de grote zwarte kachel en de hoge plafonds zorgen daarvoor. Maar ook de stemming in de klas, het gezag van de strenge meester en het geluid van de ‘korte snokjes’. Je hebt me laten schaterlachen door de hond na het onterecht ontvangen van de straf opeens een rothond te noemen. Gelukkig is er van Meralixe wel degelijk veel goeds gekomen, zeker hier bij CX, want ook deze column verdient wat mij betreft een nominatie voor de CvdM!! :yes: :yes:

Ferrara · 10 november 2013 op 15:03

Ik kreeg medelijden met je tijdens het lezen. Wat een nare meester. Kwaliteit herkennen en dan er zo mee omspringen.
Daar moet je, als kind, wel gefrustreerd van raken.

g.van stipdonk · 10 november 2013 op 16:27

Leuk stuk. Die school dat herken ik nog wel. Inderdaad een enorme weg die er inmiddels is afgelegd.

Spencer · 10 november 2013 op 16:57

Prima, Meralixe. Ik verwacht meer stukken over de eerste keer. Aardig thema toch?

Nachtzuster · 10 november 2013 op 22:19

Een prima mengelmoes van humor, nostalgie en verontwaardiging. Fijne column, Meralixe. Goede sfeer. (misschien de redactie even vragen om het woordje ‘noch’ in de één na laatste alinea te laten wijzigen in ‘nog’?)

:rose: :clap:

Mien · 11 november 2013 op 07:56

Heb je dat verhaal nog bewaard Meralixe? Publiceren dan!
Met plezier gelezen. Gelukkig is het schrijven behouden gebleven.
Blijven doen hoor. Werkt altijd louterend. 😉

irma1969 · 12 november 2013 op 18:15

Wat een rotopmerkingen.
En toch kan ik me niet onttrekken van het idee dat je – juist door die vernederingen – gesterkt bent in het blijven schrijven. En niet onverdienstelijk

Meralixe · 13 november 2013 op 10:21

Aan allen, dank voor het reageren..
Helaas Mien, het ‘opstel’ heb ik niet meer. Bovendien heb ik het onderwerp er bij moeten verzinnen daar ook ik niet meer wist waar ik toen over geschreven heb. We schreven met potlood daar de balpen pedagogisch verboden was. Men beweerde dat men door het gebruik er van vuil en slordig begint te schrijven.
Yfs, hier was ik even die inktpot vergeten. Hoe kon ik.. Ik verzin het niet, een jongen in de klas dronk bij wijze van ‘kijk, ik durf dat’ een bokaaltje leeg. Als ik er aan denk zie ik nu nog het scherpe gelaat, het vettige haar met een lichtbruine kleur door het kammen met water en…de diepblauwe lippen en tong van de jongeling uit de Zuidstraat wiens naam me nu ook niet te binnen schiet. 🙂
Spencer.. ik voel het wel hoor.. Je wil me uit mijn tent lokken om ‘die eerste keer’ op meerdere terreinen te behandelen he! :laugh:
Ik zal nog lang en veel schrijven maar foutloos? Daar ben ik nog niet aan toe. Nachtzuster… :inlove:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder