Op de basisschool liep het niet zo lekker. Je kunt gerust spreken van een kind met gedragsproblemen. In groep 7 was er zelfs een meester die riep: “Geen land mee te bezeilen! Jullie kunnen beter alvast een plaatsje reserveren in de Koepel van Haarlem, want dat is precies waar hij terecht komt!”. Wat wist hij er nou van, flapdrol. De Koepel werd het niet, het werd PI Grave… Jarenlang werd ie gepest. Achteraf dacht hij dat het allemaal wel meeviel, maar de psycholoog wist hem toch haarfijntjes wijs te maken dat hij wel degelijk werd gepest. Zelf zag hij het meer als treiteren, plagen, uitdagen, de dingen die je doet als je kind bent. Maar nee, je bent wel degelijk gepest lieve jongen, wij gaan je helpen om dit te verwerken. Het zij zo….

Tot groep 6 waren z’n ouders nog losbandig. Ik zeg “nog”, omdat ze toen nog jong waren. Echt volwassen willen zijn zat er gewoon nog niet in. Zaterdagavond: stapavond… Moeders met vriendinnen, vaders met z’n kameraden. Maar wat doe je dan met een kind wat moet slapen? Je kunt hem moeilijk meenemen… Dus wat doen we? Oppas regelen. Voldoende buurtkinderen van een vroeger bouwjaar, dus er zit er vast wel eentje tussen die voor een paar knaken een avondje wil oppassen. De zoon van een buurvrouwtje tevens vriendin van z’n moeder, wierp zich op als potentiële oppastopper. Hij bleek echter niet zo’n fijne gozert; in 1999 is hij veroordeelt voor het misbruik van jonge jongens…

“Op het voortgezet onderwijs zal het vast een stuk beter gaan. Daar liggen meer interesses, meer uitdagingen, ik heb er vertrouwen in”, aldus de schooldirecteur in groep 8. Ergo, in 4 jaar tijd 4 verschillende scholen verslinden, dat getuigd in ieder geval van een brede interesse… Je wilt immers weten of het gras bij de buren groener is. Nee, nee, natuurlijk werd hij niet van al die scholen afgestuurd, welnee… En uiteraard lag het probleem bij de leraren, die hadden nu eenmaal “de pik op ons kind!”.

Klas 4; examentje maken, rapportje ophalen en de volgende school uitzoeken. Interesses veranderen, net als de tijd. Je lichaam veranderde mee en je bleek een getalenteerde vechter! Daar moest je maar gebruik van maken… Jarenlang werd je gepest, maar daar kwam nu verandering in. Jij bepaalde nu wat de regels waren en niet andersom! Je had charme, charisma en wist dat heel goed te gebruiken. Leraren liepen met je weg, maar de meeste leerlingen waren bang voor je.

Hij was 1.86m hoog en gespierd. Had tatoeages op z’n armen en droeg van die legerkisten. Z’n hoofd was kaalgeschoren, gemillimeterd. Hij reed op een opgevoerde bromfiets en kwam soms met 70 km/u het schoolplein opgeknalt. Had ie mooi schijt aan. De cola automaat was van hem, zo simpel was het. Als hij aankwam lopen dan ging je opzij, want zo ging dat. Hij was het mannetje, het haantje. Leraren ontzagen hem, leerlingen hadden respect voor hem. Ruzies suste hij met een paar stappen. Dat kwam ook omdat hij niet van praten hield. Niet lullen maar poetsen zouden we nu zeggen. Iedereen wist dat, dus laat hem maar…In 2004, z’n laatste jaar op het MBO leerde hij een nieuwe “kameraad” kennen. Ook zo’n kale kop, zelfde schoentjes, type kooivechter. Dat was me een match hé, made in Hell zou je bijna kunnen zeggen. Ze richtte een club op, een vechtclub. Zo eentje met te veel opgeschoten pubers die ’s avonds van papa klappen kregen als ze niet op tijd binnen waren. De klappen waren ze dus wel gewend, net als de afkeer tegen alles wat niet op hun leek. Ze genoten van de aandacht en het aanzien, want zij waren de baas. Ieder weekend kwamen ze bij elkaar en maakten ze plannen. Zonder drank, zonder drugs, volledig bewust van hun acties.

Ruiten van kraakpanden sneuvelden, gevels van moskeeën werden beklad, in brand gestoken zelfs. Hangjongeren werden mishandelt, discotheken werden leeg geslagen. Auto’s gingen in vlammen op, politieagenten gingen kreupel naar huis. En al die tijd, al die tijd waanden zij zich onaantastbaar. Zij waren het die het fundament legde voor een nieuwe generatie. De redding van de natie! Oh ze werden wel eens opgepakt hoor, na zo’n avondje knokken in een discotheek ergens in een grijs en vergeten dorp bijvoorbeeld. Maar men legde simpelweg de link niet. Tot die ene dag…

Ruzie maken vond ie leuk, maar sussen was nog veel mooier! Er was niets beters dan een gevecht of ruzie kunnen stoppen door simpelweg tussenbeide te stappen en te roepen dat het klaar was. Dat gevoel van macht en aanzien was verslavend voor hem. Bij die hangplek in de Haarlemse wijk Bosvelt hingen ze vaker, hij en z’n kameraden. Beetje praten over knokpartijen, demonstraties, het verlies van Nederland, dingen die hun boeide. Items waarmee ze met speels gemak nieuwe leden wierven, waardoor de club steeds groter werd en steeds meer aanzien kreeg. Tot in Duitsland wist men van hun bestaan en ook daar wisten ze: die gasten “aus Holland sind krank im kopf”… Maar op een winterse zondagmiddag ging het goed mis.

Hij probeerde een ruzie te sussen tussen een lid van de groep en een skater. Die skater had echter weinig behoefte aan een blaaskaak zonder haar en haalde direct uit met rechts! Een worsteling volgt, met vuistslagen geschop en gebijt, geschreeuw van omstanders, gejubel van zijn kameraden, bloed op de vuisten, oogkassen kapot… Tot er rust viel… Hij stak de straat over, op zoek naar zijn tas. ‘Waar is mijn tas! Waar is mijn tas!’ Achter z’n brommer. Hij ritste hem open en haalde er een afgezaagde honkbalknuppel uit. Het gevecht was feitelijk over, hij had al gewonnen. Maar het was niet voldoende. Zijn status en aanzien dreven hem tot het uiterste. Hij kon niet anders. Wat moest hij doen, stoppen en naar huis? En dan worden uitgemaakt voor mietje?? No way! Een meter of 30 was hij verwijderd van die skater. Met z’n afgezaagde knuppel in de aanslag rende hij op hem af. “Ren weg, komop dan, ga aan de kant sukkel, blijf niet staan” schreeuwde zijn gedachten. Maar die skater, die bewoog geen centimeter. Kom maar op dacht ie. Hij vloog op hem af en in het voorbijgaan draaide hij z’n knuppel met een verwoestende snelheid in het gezicht van de skater. Op het moment van inslag voelde hij zich schuldig, dat moet wel. Maar het respect en de aanzien die hij met deze actie verdiende, waren hem vele malen meer waard. Op 22 oktober van dat jaar werd hij veroordeelt voor poging tot doodslag, verboden wapenbezit, lid van een criminele organisatie, oplichting, diefstal, bedreiging, vernieling, verstoren van de openbare orde en gijzeling. Gezaaid? Angst. Geoogst? Littekens en verdriet.

Angst is een drijfveer en een gevaarlijke motivatie voor vele jongeren. Groepsdruk voelt vaak als gezellig samenzijn, ergens bij horen. Maar een stabiele basis vanuit huis, gebouwd op normen en waarden is het fundament van onze samenleving. Als papa niet ingrijpt, grijpt mama wel in en vice versa. Maar als dit bij beide niet het geval is, soms onmogelijk bewust, is een afgegleden jeugd een bijna onherroepelijk feit. Corrigeren? Hadden ze het maar gedaan. Houden van? Hadden ze het maar laten voelen. Spijt? Nog iedere dag… Die littekens? Die beschermen zijn hart. Afgeschermd van invloeden, positief en negatief… Verdriet? Allang niet meer…

Liege

 

 

 

Categorieën: Algemeen

Martin Liége

Een leven als dat van mijn, is ongelooflijk en vreselijk fijn. Ik zou zo graag m'n zelf eens willen zijn.

8 reacties

Chucky · 15 oktober 2016 op 13:21

Zéér overtuigend en indringend geschreven. Van mijn kant slechts respect.

StreekSteek · 15 oktober 2016 op 13:31

Het is een aangrijpend relaas die alleen maar door de laatste alinea wat wordt ontkracht. Die is immers door het hele stuk verweven.

emaessen · 15 oktober 2016 op 14:14

Nogal een heftig stuk met uitstekende opbouw.

van Gellekom · 15 oktober 2016 op 17:31

Top geschreven

NicoleS · 15 oktober 2016 op 18:55

Geen tijd voor de kinderen. Helaas. Mooi stuk

Nummer 22 · 15 oktober 2016 op 19:23

Knap opgebouwd!??

Mikescolumnhoekje · 17 oktober 2016 op 09:03

goeie structuur, prima stuk dit!

Mien · 17 oktober 2016 op 11:15

Het had voor mij wat korter en bondiger gekund. Dan was het nog sterker binnengekomen.
Goed onderwerp. Verder prima geschreven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder