Mijn voeten zakken diep weg in de sneeuw, wanneer ik met de kinderen ons huis verlaat. Dertig centimeter hebben ze voorspeld en, al ben ik niet zo’n goede schatter: Ik denk dat het wel klopt. De randen van de stoepen zijn nauwelijks zichtbaar, waardoor zich al snel twee witte rondjes ter hoogte van mijn billen aftekenen op mijn jas. Bij mijn volgende val ga ik liggen en maak een gebroken sneeuwengel, half op straat, half op de stoep. De kinderen volgen mijn voorbeeld en al snel lijkt de parkeerplaats op de hemel. Met slepende passen maken we een spoor richting het park. Het is al donker, maar de beige-oranje lucht geeft een tussensfeer. Alsof het donker is, maar toch niet. Of het schemert, maar toch niet. Ik probeer de kinderen uit te dagen tot het benoemen van de kleur boven ons, maar verder dan goorranje komen we niet.

Aan het einde van de straat doemen de eerste bomen op. Ze lijken geen last te hebben van hun zware versiering. Trots staan ze overeind en lijken hun winterdracht vol trots aan de wereld te showen. Bram kan zich niet meer beheersen en zijn eerste sneeuwbal raakt mij vol in het gezicht. Koud en zacht. Al snel vliegen de ballen over en weer, tegelijkertijd met ‘oh-ik-pak-jou-terug’s’ en ‘wacht-maar’s’! Mijn broek is al snel doorweekt en ik voel de huid eronder gloeien.

Het duurt niet lang voor we gezelschap krijgen. Eerst twee blije honden, die al het kabaal geweldig vinden en proberen om elke bal terug te halen en, wanneer dat niet lukt, van de koude gezichten af te likken. Lachend kijkt het baasje toe. Tot hij geraakt wordt en fanatiek zijn eerste sneeuwbal begint te kneden. Raak! Al snel worden meer mensen door bekogeling bij het gevecht betrokken. Er wordt geschuild achter bomen en hekjes. Stategieën worden uitgedacht-en gevoerd onder het roepen van oorlogskreten.

Alsof het afgesproken is roept iemand plots ‘Engel’! Iedereen gaat als één liggen en maakt een engel op het slachtveld, als om te bewijzen dat de bedoelingen in dit gevecht goed zijn. Zonder woorden gaat iedereen weer zijn eigen weg.

Doorweekt komen we aan bij de kuil, waar de kinderen willen gaan sleeën. Met enorme snelheid vliegen ze van de helling op hun zelfgemaakte sleeën van oud zeil. Staand, zittend, liggend, de gekste capriolen halen ze uit. Rillend van de kou lopen we uiteindelijk weer huiswaarts met de geur van warme chocolademelk al in onze neuzen. Armen hangen zwaar langs onze lichamen, onze voetstappen tonen slechts lange strepen.

De sneeuw glinstert sprookjesachtig in het schijnsel van de straatlantaarns, wanneer we de weg willen oversteken. Ik voel een doffe klap tegen mijn hoofd en kijk naar de kinderen. Zij waren het niet. Ik kijk om en hoor een ingehouden lach achter een boom.

“Jongens, we zijn nog niet klaar.” Ik buk, pak een stevige hand sneeuw en ren terug met Bram en Marie in mijn kielzog, een vlaag van sneeuwballen afwerend.
“Ze hebben ons opgewacht, de etters”, roep ik.

Pas als we weer thuis zijn vraag ik me af wie deze mensen eigenlijk waren.

Categorieën: Algemeen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

19 reacties

Dees · 29 december 2010 op 17:15

Als ik jou lees krijg ik weer zin in schrijven. En dat komt door de sfeer die je zo moeiteloos en achteloos op lijkt te roepen, maar waar natuurlijk heel wat sneeuwzweet inzit. Ik denk aan je eerste columns en dan deze en zonder die eerste ruwe parels geweld aan te willen doen, wat kunnen mensen hier groeien op CX. Ja, en daarbuiten natuurlijk ook.

Oh en alsof het gat ruimte biedt voor nog meer veren, prachtige titel…

Prlwytskovsky · 29 december 2010 op 17:53

Heerlijk verhaal Arta. Even lekker een sneeuwballetje gooien naar wie dan ook ….

SIMBA · 29 december 2010 op 19:18

Lekker sfeertje!

LouisP · 29 december 2010 op 20:18

Arta

-Alsof het afgesproken is roept iemand plots ‘Engel’! Iedereen gaat als één liggen en maakt een engel op het slachtveld, als om te bewijzen dat de bedoelingen in dit gevecht goed zijn. Zonder woorden gaat iedereen weer zijn eigen weg.;-

Deze zin bezorgt me kippevel…en ik weet niet hoe dat komt…is het omdat het sprookjesachtig overkomt? Bijzonder mooi stukske Arta..

louis

WritersBlocq · 29 december 2010 op 22:39

Blijerig, dat word ik van zo’n verhaal van jou Arta. Je bent een echte woordengel. Had jij niet onlangs al de CvdM? Zo ja, dan mag deze er ook als afsluiter van dit jaar bij, en zo nee dan toch ook. Punt uit. Super dit, en laat het met jou en de kids zo goed gaan als met deze geschreven column.

Kussie, Pauline X

Ontwikkeling · 30 december 2010 op 00:23

[quote]Pas als we weer thuis zijn vraag ik me af wie deze mensen eigenlijk waren.[/quote]
Dit is wat mij betreft tekenend voor de sfeer in dit stukje, van pure vrijheid om plezier te maken en te hebben met volkomen vreemden.
Wat mij betreft een kerstboodschap….

Vrede op aarde, inclusief de sneeuwengelen.

Kwiezel · 30 december 2010 op 08:48

Arta!

Jij beschrijft wat Anton Pieck schilderde! Van hetzelfde niveau wat mij betreft. Klasse!
‘goorranje’ vind ik een prachtige vondst trouwens.

Mien · 30 december 2010 op 11:57

Mooie sneeuwballenreclame Arta.
Lag daar ook de inspiratie?
De warme winterpret straalt.
Gaf me een brede glimlach.

[b][u][url=http://www.youtube.com/watch?v=yS2PQwPqsCs]Mien Snowduckwar[/url][/u][/b]

DreamOn · 30 december 2010 op 12:15

Prachtig mooi.

Anti · 30 december 2010 op 12:54

Prachtig mooi Arta!
Een klein dingetje…moet het niet slagveld zijn i.p.v. slachtveld. Klinkt meteen zo bloederig :hammer:

Harrie · 30 december 2010 op 14:14

Brrrrrrrrrr …. sneeuw …. ik haat het. Ooit geprobeerd er een vloek over uit te spreken. Niet gelukt.

pally · 30 december 2010 op 15:28

Echt mooi, deze oorlogsengelen, Arta, en vooral vredig, grappig en open. Je proeft de sneeuw… :wave:

groet van Pally

sylvia1 · 30 december 2010 op 19:03

En als aanvulling op alle bovenstaande reacties, ik vind jullie als gezin zo leuk uit dit stuk komen, de humor, de lol, het elkaar aanvoelen. Prachtige column.

maurick · 30 december 2010 op 20:28

De laatste zin maakt me gelukkig. Met die zin krijgt je verhaal een diepzinnigere betekenis. In die zin dat een groot deel van de mensheid tijdens de sneeuwperiode gemoedelijker wordt. Waar de mensen tijdens de zomerperiode geeneens gedag meer zeggen tegen onbekende passanten, gaan ze sneeuwballen gooien naar elkaar als er sneeuw ligt. Dat is best fascinerend, eigenlijk.
Ik draaf door. Leuke column!

trawant · 31 december 2010 op 13:43

Wat een prachtige warme scène in de kou.
EN wat een mooi stel jullie drieën ! :hammer:

arta · 31 december 2010 op 13:46

Dank jullie wel voor deze superreacties!

@Dees: :oeps:

Tja, en inderdaad, na insturen vond ik nog twee fouten: het slachtveld wat echt als slagveld bedoeld was en twee keer ’trots’ in één zin…

embee · 31 december 2010 op 16:25

Het zou jammer zijn als de sneeuw gaat smelten….
Hou jij ook van het sneeuwbal effect? :wave:

groetje Embee

LouisP · 31 december 2010 op 16:32

Arta, ge zijt een echte tietelkoningin..Oorlogsengelen…

en dan die zin:
“Bij mijn volgende val ga ik liggen en maak een gebroken sneeuwengel, half op straat, half op de stoep. De kinderen volgen mijn voorbeeld en al snel lijkt de parkeerplaats op de hemel..”

L.

Avalanche · 2 januari 2011 op 16:16

Heerlijk, deze. Jammer dat er nog slechts blubber rest, buiten 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder