God schiep de dieren ‘naar hun aard’ en de mens naar zijn evenbeeld.

“En God zei: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen in de zee en over het gevogelte aan de hemel en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipende gedierte dat op de aardbodem kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen”. (Genesis 1:26; vergelijk 9:6)

Omdat de mens in veel gevallen niet te spreken was over de aard van het beestje, veelal waren ze veel te wild of in hun hoedanigheid onbruikbaar, paste men ze aan. En zo schiep de mens het huisdier. Ik schreef er hier en daar al eens over.

Slechts het gebit van de hond herinnert in de meeste gevallen aan de apexpredator van weleer: de wolf

De hond

Van alle artificiële dieren is de hond het summum. Geen enkel beest wist men zo succesvol en voor zoveel doeleinden aan te passen. Gewapend met de theorieën van Pavlov en de wetten van Mendel ontwikkelde men honderden variëteiten, wanneer door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) goedgekeurd ‘rassen’ genoemd, en tientallen toepassingen. Voor ieder wat wils. Voor het gezin de gezelschapshonden, voor de blinden de geleidenhond, voor de jager de jachthond, voor de zilverknopen de politiehond, voor de narcotica de snuffelhond en voor Paris het kuttenlikkertje.
Wat de hond betreft, zijn de mogelijkheden oneindig. Zelfs ‘the sky’ is niet ‘the limit’ getuigen wijlen Bjelka en Strelka die op 19 augustus 1960 als eerste levende wezens een baan om de aarde maakten én veilig terugkeerden.

Net zoals dat is bij de meeste innovaties kan het zijn dat een bepaalde type hond in de loop van tijd in onbruik raakt. Meestal omdat de noodzaak ervan verdwijnt soms omdat er een nieuw en beter type op de markt komt. In veel gevallen rest de hond in kwestie dan niets anders dan op te zitten en pootjes geven. In een enkel geval sterft het uit.

Vernepator Cur

Een mooi voorbeeld van een hond die het niet haalde, tenminste dat vind ik, is de Vernepator Cur. Een hond die in de 18e eeuw met dank aan Linnaeus als Canis vertigus de boeken in ging, maar die wij met de kennis van nu gewoon als Canis lupus familiaris zouden duiden. De spitturner, zoals het hondje in de volksmond wordt genoemd, was namelijk net als alle honden een klantaangepaste ondersoort van de wolf (Canis lupus). En hoe! Als er een hond perfect op zijn functie was gefokt, was het wel de spitturner. En juist dat maakt hem zo noemenswaardig. Wat een toepassing!

Henry Wigstead – Henry Wigstead (1799) Remarks on a Tour to North and South Wales: in the year 1797, No, 40 Charing CrossLondon: W. Wigstead (publisher), pp. 52–53

Gedurende een groot deel van de geschiedenis was de arbeid in de keuken noest. Alles diende met de hand te gebeuren, niets ging vanzelf. Voor het braden van een zwijn stond iemand al snel de hele dag in de keuken. Dit gebeurde namelijk op open vuur, waardoor het vlees om te voorkomen dat het aan zou branden continu moest draaien. Aanvankelijk werd dit gedaan door een onfortuinlijke keukenknecht, maar vanaf de middelste middeleeuwen kwam daar verandering in. Men creëerde de spitturner. Een hondje volledig aangepast aan een aandrijfwiel.

Honderden jaren hebben de langgerekte hondjes met hun korte kromme pootjes onvermoeibaar het spit boven het vuur doen draaien. Dag in dag uit. Gedurende onze gouden eeuw behoorden ze tot de standaard keukeninrichting. Maar na de uitvinding van de turnspit 3.0, een machinale variant, raakte de Vernepator Cur langzaam in onbruik. In 1850 waren de beestjes schaars en verworden tot armoedesymbool. Rond 1900 was de soort verdwenen.

H Weir – Illustrated Natural History, Rev JG Wood ; http://en.wikipedia.org/wiki/File:Turnspitdog-1862.jpg

Gelukkig zijn er prenten die aan het beest herinneren en bleef er een geprepareerd exemplaar bewaard, zodat het beest niet is vergeten. Want zeg nou zelf, zo’n creatie daar ben je toch trots op. Zo heeft God ze niet kunnen maken.

bronnen

www.gizmodo.com
www.npr.org

Categorieën: Algemeen

brilmans

Als je je ogen open houdt, een beetje kijkt en er oog voor hebt dan vind je altijd wel wat. Iets moois of ergens van, dat maakt niet uit. Op mijn blog probeer ik regelmatig verslag te doen van wat ik vind.

9 reacties

troubadour · 25 mei 2014 op 19:17

Hou je vast brilmans. Toen ik wat over Kris Verburgh schreef in het café dacht ik; ‘Eigenlijk is het van een lagere klasse, je doet verslag over een wetenschap, een gegeven van elders, zorg er op zijn minst voor dat het origineel is wat je meldt, dat het een bijzondere invalshoek betreft, door jou ingekleurd.
Dat verwacht ik ook van jou. Voorbeeld; ‘…… de snuffelhond en voor Paris het kuttenlikkertje.
Wat de hond betreft, zijn de mogelijkheden oneindig. Zelfs ‘the sky’ is niet ‘the limit’ getuigen wijlen Bjelka en Strelka die op 19 augustus 1960 als eerste levende wezens een baan om de aarde maakten én veilig terugkeerden.’

Dat bedoel ik, de rest is teveel ‘ Wikepedia-like’ vind ik. Dat moet je ook kunnen natuurlijk!

brilmans · 25 mei 2014 op 20:10

Beste troubadour,

Fijn dat je er altijd direct bovenop zit. Daar hebben we wat aan. Wat betreft je commentaar deze keer: Een hoger of lagere klasse daar wil ik me niet me bezighouden. Zelfs in de laagste kunsten treft men parels. En parels kiezen doet men op gevoel.

Wat betreft het Wikigehalte, daar zit natuurlijk wat in. Maar… daar ontkom je niet aan als je informatie wil delen. Toch durf ik te stellen dat je je best moet doen ergens op wikipedia een glimlach of gniffel te vinden. Daar probeer ik wel in te faciliteren (lukt niet bij iedereen 😛 ).

Wat betreft de invalshoek, die is er wat mij betreft wel. het is mijn kijk op de dingen die je leest. Doorspekt met weetjes die ik het delen waard vind. Deze leek me te verteren voor een breed publiek; wees blij dat ik het meest niet hier deel maar op mijn eigen plek.

Bedankt voor de reactie, dat je een keer hebt gegniffeld, steek ik in mijn zak.

Groet Brilmans

    troubadour · 26 mei 2014 op 06:17

    Meen je dat nu, dat je het fijn vindt dat ik er altijd direct bovenop zit?

      brilmans · 26 mei 2014 op 06:49

      Troubadour, aangenomen dat u de libellen van weleer bent, bent u de persoon die als eerste reageerde op mijn debuut hier. Ook kritisch toen, maar wel met een warm gevoel. Sinds dien heeft u een speciaal plekje 😛

      U reageert overigens bijna altijd en op ieders stuk. Nooit met minachting van de schrijver, maar altijd eerlijk. Dus als je vraagt of ik dat meen?

      Ja!

Spencer · 25 mei 2014 op 20:56

Hoewel zelf geen hondenliefhebber vond ik dit wel een lezenswaardig stukje. Zo steek je nog eens wat op.

Mien · 25 mei 2014 op 23:48

Ik mis in het overzicht nog de hond als lastdier (hondenkar), als schrijver (Jip) en als voetveeg (smeedijzeren teckel voor aan de voor- of achterdeur). Verder compleet en gelardeerd met een vleugje, is deze wikicolumn goed te pruimen. Ter leeringh en vermaeck. De plaatjes mogen er zeer zeker ook wezen. Ik krijg ineens trek in hotdog. 😉

    brilmans · 26 mei 2014 op 06:59

    Mien, bedankt voor de aanvulling. Had Lastdier (poepopdestoep) overwogen en stoof ipv voetveeg. Zoals ik al scheef: je kunt er alle kanten mee op.

trawant · 27 mei 2014 op 12:25

Interessant..maar mag ik het ( met dank aan Hans Dorrestijn)
zo zeggen?

Ik neem geen Duitse herder
Geen boxer en geen kees
Geen poedel en geen teckel
En ook geen pekinees
Ik vind de meeste diersoorten
Al grof en onbesnaard
Maar van het hele faunarijk
Is de hond het minste waard

Nooit nooit nooit neem ik een hond
Nooit nooit nooit neem ik een hond

Honden zijn zelfzuchtig
Oppervlakkig, dom en laf
Ze verpesten de beschaving
Met hinderlijk geblaf
Een beschaafd mens moet ze haten
Het is schorem tot en met
Om over het tuig maar niet te praten
Dat je honden uit ziet laten

nooit etc..

Geef een reactie

Avatar plaatshouder