Vorige week zaterdag is Pierre Janssen overleden. Ik hoorde het bericht via mijn autoradio en mijn eerste reactie was: ‘leefde hij dan nog?’.

De jongere generaties zullen amper weten dat er ooit een Pierre Janssen was, die in een programma ‘Kunstgrepen’ via de oude zwart-wit TV de Nederlandse medemens belangstelling voor kunst probeerde aan te praten. Ik herinner me Pierre Janssen nog als de dag van gisteren. Ik was een jaar of dertien toen Pierre werd uitgeroepen tot „de meest opzienbarende en fascinerende televisiepersoonlijkheid van het jaar en van alle televisiejaren”. Voor mij en mijn leeftijdsgenoten was hij zeker opzienbarend. Op avonden dat wij wat langer voor de buis mochten zitten voor TV-vermaak, werd dit plezier onderbroken door een man als een bonenstaak, die ons zwaaiend met sprietige armen en benen, met diepe stem probeerde duidelijk te maken hoe mooi een schilderijtje was, of een uitgehakt stuk steen of een doodgewone stoel. Het was een hinderlijke onderbreking van een leuke avond. Wij hadden daarbij de overtuiging dat het spoedig afgelopen zou zijn, want zo’n oude man met zó veel sliertige beenderen en zo weinig vlees rond de lichaamsondersteuningen, zou het niet lang meer maken. Openlijk spraken wij van ‘de dood van Pierlala’. ‘Poppenkast’ was het. Voor ons jeugdigen zijn de oprechte pogingen van Pierre Janssen niet meer geweest dan ‘paarlen voor de zwijnen’.

Enigszins ‘zwijnig’ voelde ik mij dan ook bij het horen van het overlijdensbericht. Nu, in 2007, was Pierre pas 81 jaar. Hij was voor mij al volledig uit beeld. Het gevoel voor kunst en cultuur heeft hij mij, ondanks zijn mega-enthousiaste pogingen, destijds niet kunnen ingieten. Tot op de dag van vandaag word ik nog steeds méér getroffen door de prachten die moeder natuur voor mij tentoonstelt, dan door bepaalde kunstuitingen. Noem mij gerust een ‘beetje cultuurbarbaar’

De respectabele carrière van Pierre Janssen is de afgelopen dagen via radio, TV en dagbladen aan mij voorbijgetrokken. Gezeten in een file, met links blik, rechts blik, verveelde gezichten en stank van uitlaatgassen, weerklonk via de luidsprekers de bevende stem van Pierre in een fragment van het programma waarin Pierre een weergaloze uitleg gaf over de schoonheid van dé stoel. Het beeld van een maaiende spriet, die mijn zaterdagavond voor een deel verpestte, is niet geheel verdwenen. Maar net over de streep naar het hiernamaals, heeft Janssen nog één kind van toen in één radiofragment doen beseffen dat dood van Pierre iets anders was dan ‘de dood van Pierlala’.

Categorieën: Actualiteiten

5 reacties

dj_Eddy · 6 november 2007 op 13:47

Ik ken Pierre Janssen alleen van zijn verschijning in ‘Ren je rot’, begin jaren tachtig. Ik weet nog dat hij het over kunst had, maar ik herinner me toch vooral zijn trillende handen.

lisa-marie · 6 november 2007 op 18:29

Pierre Janssen die herinner ik mij niet maar werd wel gegrepen door je column.

arta · 6 november 2007 op 19:50

Ik ken hem ook niet, maar na het lezen van jouw column toch ook weer wel een beetje!
Lekker leesbaar, goed geschreven! 🙂

Beryl · 6 november 2007 op 23:27

Geen idee wie Pierre Janssen is, maar genoten van je column.

KawaSutra · 7 november 2007 op 00:46

Goed geraakt Schoevers. Exact geportretteerd zoals hij in mijn herinnering is blijven hangen. Overigens zijn liefde voor de kunst ook. En Pierlala vind ik een prachtige associatie met een dergelijk karakteristiek persoon.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder